Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tweede Ronde. Jaargang 22 (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tweede Ronde. Jaargang 22
Afbeelding van De Tweede Ronde. Jaargang 22Toon afbeelding van titelpagina van De Tweede Ronde. Jaargang 22

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.83 MB)

Scans (528.86 MB)

ebook (6.88 MB)

XML (1.47 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tweede Ronde. Jaargang 22

(2001)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 66]
[p. 66]

Vier gedichten
Frits Criens

Sente Brandaene ende dat VraetschapGa naar voetnoot*

I

 
Die moncken van Brandaene in der noet
 
Begonsten hem in therte te versaegen
 
Si gingen van der honger vaste doet
 
 
 
Si voeren sonder spise dartien daeghen
 
Al op die see; si waeren cranck, soe seer
 
Si dorsten Sent Brandaene bitter claeghen
 
 
 
Hi leerde hen texempel van den Heer
 
Die veertich daeghen ginck in der woestine:
 
Si spraeken van der taele nemmermeer
 
 
 
Doe vinghen si een wael met hunner line;
 
Brandaene ried si ‘hoeveschlike maet’
 
En wilden si niet slachten nae den swinen
 
 
 
Si lachterden doer gierichheit sien raet
 
Want stilden, als die dorpers doen, hun vraet
[pagina 67]
[p. 67]

II

 
Den moncken wert die oeverdaet te suer
 
Die cost bedarf hun slaep met visioene
 
Van eener stadt daer satan houdt dat stuer
 
 
 
Een gulsenaer vrat in een cot capoene
 
Hi was so sat, hem schiere sprang dat vel,
 
Maer at si al, of waeren si oeck groene
 
 
 
Doe kwam die loeste duvel uter hel
 
Met scerper aex den vreeter seere blauwen
 
En stack hem metten swaerde alte fel
 
 
 
Sien buuck was oevergroet, die doer te nauwe
 
Hi conste niet ontvlien, hi starf onsoet
 
Die moncken wert te moede harde flauwe
 
 
 
Dus werden si van deeser sproecke vroet
 
Dat ‘maete es te allen speele goet!’
[pagina 68]
[p. 68]

Mijn Andere Ik

 
Er leeft een schranser diep in mijn gedachten
 
Die droomt van braspartij en bacchanaal
 
Gebraden hanen liggen op een schaal
 
En in het vet ligt friet naar hem te smachten
 
 
 
Ze krijgen straks van hem een warm onthaal
 
- De mayo moet dus ook nog even wachten -
 
Want om de ergste honger te verzachten
 
Neemt hij vooraf een pond gerookte aal
 
 
 
Vanilleroomijs kroont dit vorstenmaal
 
Hij schept het op met hele karrevrachten
 
Van drankgebrek heeft hij vanzelf geen klachten
 
Hij drinkt de pils verlekkerd per bokaal
 
 
 
Ik heb hem lief, mijn zwelgende proleet
 
Maar wel platonisch, want ik ben asceet
[pagina 69]
[p. 69]

Onverbeterlijk

 
Ik weet mijn drankzucht aan een droge nier
 
Nam al bij mijn ontbijt een fles muskaat
 
En zwoer bij Weisswein tot een uur of vier
 
Daarna dronk ik tot tienen Belgisch bier
 
En maakte dan een liter rum soldaat
 
 
 
Ook was ik pathologisch vreetfanaat
 
Ik werd vereerd door slager en poelier
 
Mijn bakker prees mijn eetlust zonder maat
 
En kwam de ijscoventer door de straat
 
Dan had ik die dag toch een smulplezier
 
 
 
Maar juist zei op mijn sterfbed de pastoor
 
Dat gulzigaards het helse vasten wacht
 
Ik biechtte dus en neem me nu in acht
 
Maar in de Hemel gaat het slempen door!
voetnoot*
In het Eilandnummer van De Tweede Ronde (winter 1996) publiceerden wij twee gedichten uit een onbekende versie van de Reis van Sente Brandaen, afkomstig uit een tot dan onbekend Middelnederlands handschrift, de Codex Haelenensis. De waterbouwkundig mediaevist ir. Frits Criens heeft zich tot levenstaak gesteld het zwaar beschadigde handschrift te ontcijferen, te beschrijven en de teksten voor een groot publiek te bezorgen. Dankzij moderne lasertechnieken kon hij bovenstaande passages uit de Reis voor de ondergang behoeden (red.).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Van Sente Brandane, naar het Comburgsche en het Hulthemsche Handschrift


auteurs

  • Frits Criens