Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De vermakelijke lotgevallen van Tijl Uilenspiegel (1972)

Informatie terzijde

Titelpagina van De vermakelijke lotgevallen van Tijl Uilenspiegel
Afbeelding van De vermakelijke lotgevallen van Tijl UilenspiegelToon afbeelding van titelpagina van De vermakelijke lotgevallen van Tijl Uilenspiegel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.59 MB)

Scans (3.82 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

schelmenverhaal


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De vermakelijke lotgevallen van Tijl Uilenspiegel

(1972)–Anoniem Ulenspieghel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

XXVII Hoe een geheel ziekenhuis in eens genezen werd.

Toen Uilenspiegel eenigen tijd daarna te Neurenberg was zonder middelen van bestaan te hebben, bedacht hij of de geneeskunde hem geene winsten zoude kunnen aanbrengen. Hij gaf zich derhalve voor doctor in de geneeskunde uit en liet aan de deuren van de

[pagina 114]
[p. 114]

kerken van het stadhuis een geschrift aanplakken, om bekend te maken dat hij eenige geneesmiddelen van buitengewone kracht bij zich had.



illustratie

Daar bevonden zich toen, door eene aanstekende ziekte, welke in het land woedde, zeer vele zieken in het hospitaal. De opziener van dat huis de aankomst en de vleijende aankondiging van den beroemden vreemden arts vernomen hebbende, liet dezen roepen en zeide hem: ‘Indien, hetgeen gij hebt aangekondigd, waar is, doctor, en gij ons een zeker getal zieken kunt genezen,

[pagina 115]
[p. 115]

want wij zijn er door overstelpt, dan zult gij rijkelijk beloond worden.’

- ‘Gij zult mij zeer redelijk vinden,’ zeide Uilenspiegel, ‘wantik beoefen de geneeskunst alleen uit menschlievendheid. Geef mij twee honderd gulden en ik zal u al uwe zieken zoo volkomen genezen, dat uw hospitaal morgen ledig zijn zal. Ik ben zoo zeer van mijne kunst overtuigd, dat gij mij niet betalen zult, voor dat de kranken in uw bijzijn het huis zullen verlaten.’

Dezen voorslag werd met bewondering aangenomen en Uilenspiegel begaf zich den volgenden dag naar het hospitaal. Hij vraagde om met de zieken alleen te worden gelaten, daar hij het geheim zijner geneeswijze wenschte te bewaren. Men stond hem zulks toe; hij sloot daarop de deuren, en nadat hij de zieken plegtig had laten zweren, dat zij niets zouden uitbrengen van hetgeen hij zeggen ging, ving hij aldus aan: ‘Ik ben hier gekomen, mijne vrienden, om u allen te genezen, en ik heb mij daartoe verbunden; maar ik kan dit slechts door één middel ten uitvoer

[pagina 116]
[p. 116]

brengen, dat u allen zal verwonderen; het bestaat daarin, dat iemand van u zich voor de anderen zal moeten opofferen en besluiten, om op het oogenblik verbrandt te worden; ik zal hem tot poeder maken, en daar uit een uitmuntend geneesmiddel te zamen stellen, dat gij allen zult innemen, en waardoor gij terstond allen uwe volmaakte gezondheid zult terug bekomen.’

‘Maar het is in zulk eene belangrijke omstandigheid noodig, dat wij niets met overhaasting doen, en dat wij den gevaarlijksten zieken daar voor nemen. Om hem te kennen heb ik de volgende wijze uitgevonden, die mij in soortgelijke omstandigheden altijd wel gelukt is:

‘‘Diegeen onder u, welke niet in staat zal zijn te loopen en het hospitaal te verlaten, wanneer ik u zoo straks aan de deur roepen zal, zal aan de anderen tot geneesmiddel verstrekken.’

Deze onverwachte toespraak werd door eene algemeene verbijstering ontvangen. Zonder den tijd tot nadenken te laten, ging Uilenspiegel bij den opziener en zeide: ‘het is klaar;’ en op eens

[pagina 117]
[p. 117]

de deuren van het hospitaal openende, riep hij: ‘dat zij, die niet meer ziek zijn, spoedig buitenkomen.’



illustratie

‘Nu zal men,’ zeide hij, ‘met vol vertrouwen over de zonderlinge uitwerkselen mijner kunst kunnen oordeelen.’ En indedaad maakte elk dezer ongelukkigen in den grootsten angst, dat

[pagina 118]
[p. 118]

hij hoe eer hoe beter de deur zoude uitkomen. Sommigen hadden niet geeindigd met zich aan te kleeden; anderen liepen in hun hemd; dezen vergaten hunnen krukken; genen, die in zes maanden het bed niet verlieten, liepen met zeer veel moeite. De opziener, eenen ouden stervenden ziende voorbij gaan vraagde hem of hij dan ook geen smart meer voelde. - ‘Hoe!’ zeide de grijsaard snel, ‘of ik genezen ben; ik ben zoo frisch als een hoen.’

Eenige anderen, even zoo in het voorbijgaan ondervraagd zijnde, gaven dezelfde antwoorden.

Toen alles uitgegaan was, tot de kreupelen en lammen toe, en men zich overtuigd had, dat het gansche hospitaal ledig was, eischte Uilenspiegel zijne belooning, welke men hem vrolijk uitbetaalde en waarbij men hem den grootsten lof toezwaaide. Hij verliet terstond daarop de stad, wel vooruit ziende, dat de zieken die zulk eenen schok hadden kunnen doorstaan, niet nalaten zouden den volgenden dag naar het hospitaal terug te keeren, hetgeen dan ook gebeurde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken