Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782 (1782)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.36 MB)

Scans (40.38 MB)

ebook (4.40 MB)

XML (3.44 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782

(1782)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Taelkundige Mengelingen, uitgegeven onder de Zinspreuk: Linguae Patriae excolendi Amore. Te Leyden, by F. de Doez, P.Z. 1781. In groot octavo, 96 bladz.

Het bezef van de noodzaaklykheid der beoefeninge onzer Oudduitsche spraake, zo ten beteren verstande van veele vroegere stukken, als ter regelmaatiger beschaavinge onzer tegenwoordige taale, heeft de Uitgeevers deezer Taalkundige Mengelingen genoopt anderen daartoe aan te zetten, en te gelyk zelven de hand aan 't werk te slaan, om hunne Landsgenoo-

[pagina 82]
[p. 82]

ten hier in behulpzaam te zyn. Ze stellen ze zig ten dien einde voor, van tyd tot tyd een Stukje uit te geeven, (zonder zig egter aan een gestelden tyd te bepaalen,) waar in ze deeze en geene aanmerkingen nopens dit onderwerp gemeen zullen maaken. ‘Ons voornaem oogmerk,’ zeggen ze nader, zal in dezen zijn, om onzen lezer mede te delen dat geen, 't welk wij onder het lezen van de schriften der ouden, [vooral van handschriften, die door den druk niet gemeen gemaekt zijn,] als dienstig ter opheldering onzer tale, hebben aengetekend, en bijzonder tot opheldering van zommige verouderde woorden, ons voornamelijk bepalende bij zulken, die heden bij velen niet meer verstaen worden, om dus den Nederlander deze verouderde woorden zijner tale te doen verstaen.’ - Uit het thans afgegeeven Stukje kan men reeds opmaaken, dat dit Werk in goede handen is; gemerkt men 'er oplettendheid en oordeelkunde in ziet doorstraalen; 't welk ons doet wenschen, dat 'er Liefhebbers genoeg gevonden zullen worden, om hen tot de voortzetting van dezen arbeid, zo nuttig voor de rechte kennis onzer Taale, bestendig aan te moedigen.

Ze beginnen met eene aanmerking over de duisterheid, die zomtyds in de Schriften der Ouden voorkomt, ter oorzaake, dat ze meermaals woorden, die even eens gespeld worden, in meer dan éénen zin gebruiken; waarvan, onder anderen, het woord erre ten voorbeelde strekt, dat zo wel toornig als bedroefd betekent. Niet zelden loopen de betekenissen veel verder uit elkander; dit zien we, gelyk ons hier vervolgens geleerd wordt, in 't woord Gere of Ghere zo als 't ook wel gespeld wordt, en een ander woord Ghere. - Gere of Ghere zegt vry algemeen zo veel als begeerte of lust, verlangen. Dit komt overeen met de gewoone schryfwyze der Ouden, die de voorzetzels meer aflieten: gelyk men gheren schreef voor begheren, zo schreef men ook stormen, orloghen, striden, graven en dergelyken voor bestormen enz. zo ook mene voor ghemene, luut voor gheluut enz. Dan dit bekend zynde verstaat men nog niet het volgende uit walswein, ƒ. 34 b.

 
Doe trac hi tswert met tween ringen
 
En vaget scone an sinen ghere.

Hier komt de betekenis van begeerte geheel niet te stade; 'er wordt gesproken van iemand, die zyn zwaard aan zynen ghere afveegt; dat beter slaat op een boord eene vouw of plooi van zyn kleed, welke betekenis, gelyk ons aangeweezen wordt, dit woord ook heeft; van waar wy nog geer voor eene plooi of vouw van een kleed gebruiken. - Eene verschillende leezing van gere of here, by M. Stoke, B.I. 903, geeft hier tevens aanleiding, om te toonen, dat het woord Here oud-

[pagina 83]
[p. 83]

tyds meermaals gebezigd werd, in de betekenis van Heir of Krygsleger.

Een volgend Artykel gaat over het oude woord eren, in de diestyds gebruikelyke betekenis van ploegen; en strekt ter nadere ophelderinge en bevestiginge van 't geen de Heer Huydecoper deswegens bygebragt heeft, ter overtuiginge van den Heer van Leeuwarden; die in de oude spreekwyze van het landt te eren een Latinismus meende te vinden, als ware het eene woordlyke vertaaling van het Latynsche colere agrum. Onze Schryver ontvouwt dit breeder, en doet het te gelyk dienen, om ons onder het oog te brengen, hoe hoognoodig het zy de taal der Ouden te kennen, om niet in soortgelyke misslagen te vervallen. By die gelegenheid leert hy ons ook, dat men wel schreef de Aarde te oefenen, en dat het woord oefenen even als het Latynsche colere, in de spreekwyze Deum colere of God dienen, oudtyds ook tot de Godsdienstoefening overgebragt werd, zo dat oefenen dan zo veel zegge, als eeren of verheerlyken en dienen. Hier by komt nog het gebruik van het woord oefenen in de betekenis van dikwils in iemands huis komen.

Verder komt in overweeging het verouderde woord wych als een stryd, een gevegt of den oorlog betekenende; en van daar het woord Wygant een Stryder. Ook heldert men ons hierop, de spreekwyze van werschap houden, te werscap gaen, en werscappen, als betrekkelyk, tot het houden en bywoonen van maaltyden, werschappen en ook wel weerdschappen geheeten. - Uit deeze betekenis, door den Autheur in 't breede aangeweezen, is ongetwyfeld voortgevloeid, en heeft nog heden plaats, het gebruik van 't woord warschippen in Noordholland. Een Warschip, is iemand, die zig, by manier van een Vriendenbezoek, voor eenigen tyd by een anderen onthoudt: zodanig een derwaards vertrekkende, wordt gezegd aldaar te warschip te gaan, en, geduurende dat verblyf, aldaar te warschippen; eene benaaming, waarschynlyk ontleend van de gewoonte, om derzulker verblyf te veraangenaamen, door 't aanleggen van Vrienden-bezoeken en maaltyden, of weerdschappen, en werschap te houden.

Betreffende het woord Minne, welks voornaame betekenis, volgens den Heer Huydecoper, zou zyn, ‘eene vriendelijke benaminge van vrouwen en jonkvrouwen;’ is de opsteller van dit Artykel van oordeel, dat men deszelfs betekenis wat ruimer hebbe uit te breiden. ‘Het is namelyk,’ zegt hy, ‘een woord dat de ouden gebruikten, om den Persoon, wien zy liefde en genegenheid toedroegen, mede aen te spreken.’ De voorbeelden, ten bewyze hier van bygebragt, en eenige nevensgaande aanmerkingen, daar toe betrekkelyk, komen voldoende voor. Niet alleen benoemt men dus Vrouwen, maar ook eene Vrouw heet haaren Man, en ouders noemen hun Kind, in eene lieftallige aanspraak, Minne. - Thans heeft dit

[pagina 84]
[p. 84]

woord, gelyk bekend is, eene veel bepaalder betekenis, ter aanduidinge van eene Minne, aan welke men een jong Kind ter zooginge of anders aanbeveelt. En dit is het lot van meer oude woorden geweest; zo is het, gelyk men ons hier vervolgens leert, ook gegaan met het woord Degen. Oudtyds gebruikte men, volgens het hier aangeweezen, het woord Degen voor eenen Held, en wel inzonderheid voor eenen Krygsheld; maar wat laater heeft men deszelfs gebruik bepaald, ter benoeminge van het Zydgeweer eenes Helds; welk verschil van betekenis men in 't leezen der Ouden behoort gade te slaan. By die gelegenheid deelt men ons hier ook gepast mede, de aanmerking van den taalkenner Ihre over dit woord, die, getoond hebbende, dat thegan of thegeman oudtyds betekende een deugdzaam en dapper man, zynde dit twee gelykluidende bynaamingen, 'er byvoegt dat dus degeman of deghenman zo veel zegt als een braaf Man; deghelyk is des braaf, wel geschikt; en deghe zo veel als deugd of braafheid. En hier uit leeren we, zegt onze Schryver, den oorsprong en de juiste betekenis van ons degelyk; mitsgaders, mogen wy 'er wel aan hegten, van de gemeene spreekwyze, iets ter dege doen, dat is, het te doen, zo als 't behoort. - Niet ongepast volgt op deeze aanmerkingen, nopens het woord degen, een leevendig opgestelde Lierzang, op onzen Zeeslag tegen de Britten geleverd den 5 Aug. 1781; doch de Uitgeevers verklaaren, dat het geenzins hun oogmerk is, altoos een Dichtstukje te leveren; men heeft dit slegts als iets toevalligs aan te merken.

Laastlyk leveren zy ons in dit Stukje, als meer overeenkomstig met hun hoofdbedoelde, nog eene Taalkundige Verhandeling over de Overblyfzels der Getische Taal, door Andreas Malminius te Upsal, in den jaare 1758, in 't Latyn uitgegeeven, welke zy ten nutte hunner Landgenooten in 't Nederduitsch vertolkt hebben. Doch nademaal dit Stukje slechts een aanvang dezer Verhandelinge behelst, en 't verdere in een volgend Stukje medegedeeld zal worden, zullen wy de verdere melding hiervan uitstellen.

Het geen wy dus ver, raakende den inhoud van dit Geschrift, en oogmerk der Uitgeeveren, gemeld hebben, is, zo we vertrouwen, genoegzaam, om den Liefhebberen van navorschingen van die natuur aan te duiden, dat het zelve geschikt zy, om hun voldoening te geeven; 't welk we te meer verwagten, vermids het, buiten de gemelde hoofdzaaken, hier en daar nog verscheidene taalkundige byzonderheden behelst, tot welker ontvouwing wy ons in deezen niet wel konden inlaaten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken