Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782 (1782)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.36 MB)

Scans (40.38 MB)

ebook (4.40 MB)

XML (3.44 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782

(1782)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Vaderlandsche Dank- en Biddags-rede, over Jozua VII.12b. voorgedraagen aan de Gemeente der Doopsgezinde Christenen te Middelburg. Door haaren Leeraar Sjoerd Ysbrandi. Te Amsterdam, by Yntema en Tieboel, 1782. Behalven het Voorwerk, 42 bladz. in gr. octavo.

Uit ene beknopte Voorstelling van Gods handelwyze met, en verdere bedreiging over Israël; by gelegenheid van Achans baetzucht, roovende van het verbannen, (onder de verdeediging van het gedrag van Josua, en de billyking van den weg des Allerhoogsten in dezen,) neemt de Eerwaerde Ysbrandi aenleiding, tot het behandelen van een rechtgepast onderwerp in onze dagen. Hy stelt zich naemlyk voor, ‘den schadelyken invloed van baatzucht en andere zelfzoekende begeerlykheden, op de belangen van ieder burgerstaat, te betoogen, en daaruit, naar tydsomstandigheden, enige waarschuwingen, vermaaningen en troostredenen af te leiden.’ Het betoogende gedeelte is alleszins manlyk en bondig uitgevoerd; ten duidelykste toonende, dat ieder Lid der Maetschappye gehouden is het zyne toe te brengen tot bevordering van derzelver welwezen; dat het najagen van zyn byzonder belang waerdoor men het algemene nut uit het oog verliest, natuurlyk niet anders dan tot nadeel der Maetschappye kan strekken; dat de Geschiedenis der Volkeren zulks staeft; en dat de Ge-

[pagina 336]
[p. 336]

schiedenis van Israël, deze waerheid bevestigende, wel byzonder toont, dat de Opperheer der waereld zelve dit beginzel van staetkundige veiligheid handhaeft, door een Volk, dat het zelve niet in acht neemt, aen hun daer door veroorzaekte verderf geheel en al over te geven. Zie hier, tot ene proeve, een gedeeltelyk voorstel, van den schadelyken invloed, die zulk een eigenbatig gedrag natuurlyk heeft.

Onbetwistbaer is deze zetregel van zyn Eerwaerden: ‘Het regt om te eischen, dat ieder lid der Maatschappye voldoe aan zyne betrekkingen en verpligtingen, is algemeen; en dewyl niemand billyk kan weigeren, 't geen van hem met regt wordt afgevorderd, ligt de verpligting tot allerleije gemeenschaplyke deugden, op allen, zonder eenige uitzondering.’ En hier uit leid de Leeraer dan wettig af;

‘Hy, derhalven, die het geheele, het algemeene belang van zyn Vaderland niet behartigt; maar uit byzondere inzigten, of om byzondere belangen, zynen pligt verwaarloost, of te buiten gaat, maakt zig daar door tot eenen vreemdeling, en verbeurt zyn regt op de voordeelen, en de bescherming, van den burgerstaat.

't Zy hy zyne schatten alleenlyk pooge te vermeerderen, 't zy 't verlangen naar eerampten en waardigheden, of eenige andere begeerte, die tot hemzelven alléén betreklyk is, zyn hart beheersche; 't zy hy door spyt, of afgunst, door heerschzugt of enige andere drift wederhouden worde om zig behoorlyk van zyn pligt te kwyten: hy is een veragtenswaardig mensch, die niet alleen betoont wegens zyne eigene waare belangen onkundig te zyn; maar zig aan eene even snoode misdaad schuldig maakt, als hy die het gemeenebest om winst en loon regtstreeks benadeelt. Want brengt de gierigheid, hoe laag en veragtelyk in zigzelve, wel grootere onheilen toe aan 't algemeene belang dan andere driften, wier naamen vreeslyker of welluidender zyn? En wordt zyn Vaderland eerlang de speelbal van eigendunkelyke magt; wie zal dan zynen nek voor 't juk der slaverny beveiligen? Of gelukt het hemzelven, na het doorworstelen van veele moeijelykheden, over de puinhoopen der burgerlyke regten een pad te baanen, naar den afgryzelyken top van de duizelingbaarende steilte ener gewaande oppermogenheid, wie zal dan zynen wankelen throon onderschraagen, wanneer de vleiery, na de gezonde zappen der burgerlyke welvaarenheid tot den laatsten druppel te hebben uitgezoogen, den nek keert in 't aangezigt van den

[pagina 337]
[p. 337]

berooiden, van den gevloekten dwingland, om niet met hem, door de Goddelyke wrake, verpletterd te worden, wanneer de wanhoop der lang vertreedene menschelykheid hem, eindelyk, in den poel van eeuwigduurende wroeging zal nederstorten.

Dringt zulk eene bekrompenheid van geest, zulk eene laage onverschilligheid, omtrent het algemeene belang, door tot de meeste, of tot alle de leden van den burgerstaat; ziet men een ieder rustloos voor zigzelven zorgen, en met eenen vuurigen ernst alleenlyk haaken, naar de voldoening zyner eigen begeerten; wel dra wordt dan de heerschzugt aangemoedigd; 't geweld gordt de wapenen aan, ja zelfs de vermeetele onderneemzugt verstout zig het gebrek haarer eigene kragten te vergoeden, en haare schreeuwende behoeften te vervullen, ten koste van de onbetwistbaarste regten en eigendommen van zulk ene jammerlyk verbasterde natie.

Want de Mogenheden zyn, doorgaands, zo wel als byzondere personen, te zeer geneigd, om zig van anderer zwakheid te bedienen: en wanneer men de gedenkschriften der voorige eeuwen raadpleegt, zal men dikwerf de vermogendste Volken, door ene algemeene verbastering der zeden, in slaafsche boeijen zien gekluisterd worden, door min talryke, door armere en zwakkere natien, die min van deugd en vroomheid verbasterd waren. De vernielende staatsorkaanen, die de meest beruchte Volken der oudheid, de vrugtbaarste gewesten van den aardbodem in barre woestenyën konden herscheppen, waren ontwyffelbaar veel zeldzaamer geweest, wanneer alle de leden der maatschappyen zig, naar hunnen onderscheiden stand en betrekkingen, opregtelyk van hunnen pligt gekweeten, de trouw en yver in hunnen handel, de deugd en maatigheid in hunnen wandel, als hun eigen en het algemeen belang behartigd, en zich voor de gierigheid, eerzucht en andere laage driften, als pesten der samenleevinge, met de vereischte waakzaamheid, gewagt hadden.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken