Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782 (1782)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.36 MB)

Scans (40.38 MB)

ebook (4.40 MB)

XML (3.44 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782

(1782)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Myne bewyzen tegen de Verdraegzaemheid, nevens de my daerop gegeeven Antwoorden, ter onderrichting van waere Christenen. Uit het Hoogduitsch vertaeld. Te Nymegen by A.v. Goor. 66 bladz. in octavo.

Een Pater, in 't Klooster grys geworden, alwaer hy zeven jaren het Lectorsampt bediend had, en die de waerdigheid van Guardiaen en Provinciael bekleedde, komt hiervoor als zeer ingenomen tegen des Keizers inrichtingen, nopens het verdragen der Protestanten in de Oostenryksche Landen. Hy geraekt deswegens in gesprek met een Priester, die dit integendeel begunstigt. De Pater is vol vuurs; de verdraegzaemheid kan, volgens hem, niet anders dan nadeelige gevolgen voor de ware Kerk hebben; men behoorde, in tegendeel, de vervolging weder kragtig door te zetten, en de brandstapels op nieuw te ontsteken. Hiertegen is de Priester zeer bezadigd; toont hem dat de verdraegzaemheid, in stede van nadeelig te zyn, veel eer ge-

[pagina 568]
[p. 568]

schikt is om der ware Kerke dienst te doen; en dat die geest van vervolging, door welke hy gedreven word, lynrecht strydig is met dien geest, welken ons de leer van Jezus en deszelfs Apostelen inboezemt. - Dit Stukje is quanswyze uitgegeven door den Pater, die reeds vooraf vermoedde dat de Priester tot de nieuwe schikking overhelde. ‘Want’, zegt hy, ‘hy laet niet meer zo veele spyzen opzetten; buiten den maeltyd, waermen ook geen roes drinken kan, ziet men in zyne kamer geene gevulde wynvlesschen; en, 't geen tog het slimste is, hy deelt thans meer aelmoessen uit aen de huisarmen van zyn Kerspel, dan aen onze Kloosters.’ Het met hem gehouden gesprek, dat dit vermoeden bevestigde, was hem zo dringend, dat hy ten laetste uitriep: ‘Al genoeg, al genoeg, ik geloof alles; anders zou uw Hoogeerwaerde my nog meer zeggen. Doch ik zal des niettegenstaende altoos by myn gevoelen blyven, en my wel wachten, om de verdraegzaemheid te billyken.’ Hier op vertrok hy met oogmerk om niet weder by den Priester te komen, en alom te vertellen, wat 'er tusschen hen voorgevallen was. ‘Nu geef ik,’ vervolgt hy ten besluite, ‘mynen leezeren te oordeelen, wie van ons beiden regt heeft; en ik twyfel niet, of zy zullen allen my den triomf toe erkennen: want ik heb zekerlyk alles gedaen, en het is immers buiten myne schuld, dat de Pastor niet van gevoelens veranderd is. Deeze Heeren van de nieuwe leer maeken het toch niet anders. Doch kon ik slegts, zo ik wilde, dan zou ik hen met alle de Lutheranen uit het Land dryven, de oude wyze van studeeren weder invoeren, en alle de nieuwe boeken laeten verbranden. Dan zouden onze inzamelingen voordeeliger, en onze heilige Orden meer geëerd worden.’ - Beider geestgesteldheid is in 't gansche gesprek zeer wel in 't oog gehouden; en des Priesters beantwoording van de bewyzen des Paters is voldoende, om het Gemeen in de Oostenryksche Landen op te leiden, tot een bezef, dat de Keizerlyke inrichting, wat ook vervolgzieke Geestlyken mogen voorwenden, de goedkeuring verdient van allen, die den aert der Euangelieleere recht kennen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken