Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782 (1782)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.36 MB)

Scans (40.38 MB)

ebook (4.40 MB)

XML (3.44 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782

(1782)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Handelingen van het Geneeskundig Genootschap, onder de Zinspreuk: Servandis Civibus. VIIde Deels 2de Stuk. Te Amsterdam, by P. Conradi, 1782. In gr. 8vo.

In dit Stuk komen nog vyf Antwoorden voor, op de Vraag, door het Genootschap voorgesteld: Zyn 'er Braakmiddelen, die men in zommige gevallen boven den wortel van Ipecacoanna verkiezen moet? zoo ja: welke zyn die middelen, en wanneer komen ze te pas?

De Eerste Verhandeling, welke met de zilveren Gedenkpenning in de tweede plaats is bekroond, is opgesteld door g. ter horst, Geneesheer te Amsterdam. Vooraf onderzoekt de Schryver wat braaking zy, wat 'er by het braaken gebeurt, en welke de redenen zyn, waarom braakmiddelen worden voorgeschreeven. Vervolgens gaat hy over, om, in de eerste plaats, aan te toonen, dat 'er gevallen zyn, in welke andere Braakmiddelen boven de Ipecacoanna te stellen zyn, en, in de tweede plaats, welke deeze Braakmiddelen zyn, en in welke gevallen ze, volgens het oordeel van beroemde Geneesheeren, den voorkeur verdienen.

De gevallen, door den Schryver opgegeeven, zyn, onzes bedunkens, niet genoegzaam bepaald, en steunen ook niet genoegzaam op authoriteit, behalven dat veele der aangehaalde gevallen van dien aart zyn, dat ze byna nooit, of ten minsten zeer zelden, Braakmiddelen vereischen, b.v. in het Nierenwee, tot voortdryving van een Steen; in de Geelzugt, tot afdryving van Galsteenen; in de suppressio mensium, fluor albus, enz.

De Tweede Verhandeling, onder den Zinspreuk: Uti seres, ita metes, zonder naam des Schryvers, is op dezelfde Leest geschoeid. - Het eigene dat deeze Verhandeling, boven alle de andere, heeft, is, dat de Schryver de

[pagina 622]
[p. 622]

ungues humani mede telt, onder die Braakmiddelen, welke in zommige gevallen de voorkeur, boven de Ipecacoanna, hebben. - Dit (misselyk) middel, zegt hy (en wie zou 'er aan twyfelen,) werkt sterk van boven, ook wel van onderen.

De Schryver van de Derde Verhandeling, is de Heer c. pereboom, practizeerend Geneesheer te Amsterdam. Na dat de Schryver vooraf eene beschryving gegeeven hadt, wat men door Braaking verstaat, welke uitwerking dezelve op het Menschelyke lighaam hebbe, gaat hy over tot de beantwoording der vraage zelve; hy beschouwt de Ipecacoanna, in de eerste plaats, als een Braakmiddel in het algemeen, en, in de tweede plaats, als een kleverig, samentrekkend, en scherp middel. Hiermede vergelykt hy eenige andere soorten van Braakmiddels, als de asarum, scilla marina, nicotiana, en de praeparata antimonii, en maakt daar uit deeze gevolgtrekking dat de Ipecacoanna in alle die gevallen de voorkeur verdient, waar, vooreerst, eene slapheid en veerkrachteloosheid der maagvezelen, en van het darmkanaal plaats heeft; ten tweeden, in koude, slymige, en windige Ziektens.

Het vierde Antwoord, in dit Stuk voorkomende, onder de Zinspreuk: ‘Principiis obsta’ sed morbum extinguit in ortu, dum Causas tollit, Tartarus Emeticus, is zonder naam van den Schryver. Men ziet reeds uit deeze Zinspreuk, waar deeze gantsche Verhandeling op uitkomt, en wat de Schryver zig voorgenomen heeft te willen betoogen; en dit geeft ons gelegenheid om eene aanmerking te maaken, die ons reeds meermaalen is te binnen gekomen, by het leezen van Verhandelingen; en in 't byzonder van Antwoorden op voorgestelde Vraagen: - namentlyk, dat de meeste Schryvers, voor en aleer zy het onderwerp doordagt en behandeld hebben, zig zekere denkbeelden vormen, die zy meenen het best te strooken, met die, welke de Opstellers der Vraagen hun toeschynen gehad te hebben. - Met deeze denkbeelden vooringenomen, gaan zy aan het opstellen hunner Verhandeling; en nu kan het niet missen, of zy vinden, hier en elders, by het naslaan van andere Schryvers, passagien, die in hunne kraam te pas komen; deeze worden uit haar verband weggenomen, en in de Verhandeling, als bewyzen, bygebragt: terwyl de zelfsdenkende Leezer, zonder veel moeite, zomwylen uit dezelfde Schryvers, bewyzen van het tegendeel zoude kunnen bybren-

[pagina 623]
[p. 623]

gen. - Dan ter zaak. - De Schryver deezer Verhandeling toont, in het Eerste Deel, de gevallen aan, welke een Braakmiddel vereischen, en welke uitwerkselen 'er mede gepaard gaan. In het tweede Deel, handelt hy over de kragt der Braakmiddelen, en hier zoekt hy te betoogen, dat de Braakwortel op verre naa niet in staat is, in de te vooren aangehaalde gevallen, aan de gemaakte Indicatien te voldoen, maar dat de Tartarus Emeticus, uit kragt van zyne Metaaldeelen, alle Geneeskragten, en uit zyne t'zamenstellende deelen, alle gemakken bezit, die men in een middel zou kunnen verwagten. In eene tegenoverstelling der eigenschappen, zoekt de Schryver aan te toonen, hoe verre de Ipecacoanna door den Tartarus Emeticus overtroffen word.

Wy hebben reeds by eene voorg. gelegenheid gezegd, en wy herhaalen het nogmaals, dat wy de praeparata antimonii, en in 't byzonder den Tartarus Emeticus, als voortreflyke Braakmiddelen kennen, en in zommige gevallen dezelve boven de Ipecacoanna stellen. - Dog, wanneer de Schryver deezer Verhandeling zegt, dat de Ipecacoanna even eens werkt, als ongewoone beweegingen, walgende denkbeelden, enz. wanneer hy ontkent, dat de Ipecacoanna een Scheikundig vermogen bezit; wanneer hy dit middel onbekwaam oordeelt, om de Gal uit te dryven, enz. dan zy het ons geoorloofd hier aan te merken, dat de Schryver hier de ondervinding in het aangezigt tegenspreekt; dat hy goede Schryvers als Helvetius, Tournefort, Wedel, Stochius, Bergman, Buchner, Dekker, Piso, Roosenstein, Geosfroy, Pringle, Clehorn, Monro, Stork, Dahlberg, Hofman, Gianella, Zimmerman, en een menigte andere, onder die van onzen tyd, niet heeft naagezien. - Ja wat meer is, de Schryver lochent de Scheikundige kragt van dit middel, en echter is hy beschroomd het zelve in zommige gevallen aan te raaden, uit vrees dat deszelfs prikkeling en Speceryagtigen smaak nadeelig mogten zyn. Om dit goed te maaken, laaten wy mede voor rekening van den Schryver. Wy willen wel bekennen dat wy het niet vatten. Doch genoeg hier van.

Ten laatsten vinden wy nog een vyfde Antwoord in dit Stuk, zonder naam des Schryvers. Waarin eigentlyk de opsteller, met kragt en geweld, zoekt te betoogen, dat de Ipecacoanna in alle gevallen veilig, niet alleen, maar ook voldoende, is, wanneer zy slegts in die gevallen, waar schielyke werking nodig is, in ruime gifte gegeeven word. Ons bestek laat niet toe een verder uittrekzel daarvan aan

[pagina 624]
[p. 624]

onzen Leezer mede te deelen. - Agter deeze Verhandelingen zyn nog geplaatst eenige Waarneemingen, waarvan de eerste door C. Terne is medegedeeld, aangaande het verlossen van een te rug gebleeven hoofd in de Baarmoeder. De tweede Waarneeming is wegens het geneezen van een Pthisis Pulmonalis door gefixeerde lugt, door J. Steenhuysen. Hierop volgen Aanmerkingen over de Honds-dolheid, door Ph.J. Looff. Dan eene Waarneeming, wegens het gelukkig geneezen van een Hydrops-Anasarca, door J. Barlinckhoff. En eindelyk eene Waarneeming van eene geneezene Verlamming, door F. Buchner.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken