Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782 (1782)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.36 MB)

Scans (40.38 MB)

ebook (4.40 MB)

XML (3.44 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782

(1782)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Natuurlyke historie van den blaauw-specht.

(Volgens den Heer de montbeillard, Medeschryver van den Heer de buffon.)

 

De Blaauw-specht, in 't Grieksch Σίττη, in 't Latyn Sitta, in 't Italiaansch Picchio, in 't Fransch Torche-pot, in 't Engelsch Nuthatch, in 't Hoogduitsch Blaw-spechtle, in 't Poolsch Dzieciot-modrawy, in 't Turksch Agascacan, geheeten, gaat zeer weinig van het eene in het andere Land; Winter en Zomer onthoudt hy zich in die streeken, waar hy gebooren werd; alleen zoekt hy, in het koude Saisoen, gunstige plaatzen, nadert de wooningen der Menschen, en komt zomtyds in de Velden en Tuinen; anderzins vindt hy zyn schuil in dezelfde gaten, waar hy broedt, zyn kleine Voorraadschuur maakt, en waarschynlyk alle nagten doorbrengt. Schoon hy zomtyds slaapt op de stokjes van zyn kouwtje in den gevangen staat, zoekt hy meest gaten om 'er de nagtrust in te neemen, en, by gebrek daar van, kromt hy zich in het eetensbakje; men heeft desgelyks opgemerkt, dat hy, in het kouwtje zich ophangende, het zeldzaam doet in dien stand, welke hem 't natuurlykst schynt; dat is, met den Kop omhoog, doch doorgaans op zyde, of zelfs na beneden; en 't is op deeze wyze, dat hy de nooten kraakt, naa dezelve wel vast in een spleet gezet te hebben.

De Blaauw-spechten loopen op de Boomen in allerlei richtingen, om jagt te maaken op Insecten. Aristoteles tekent op, dat zy gewoon zyn de Eijeren der Arenden te breeken, en 't is mogelyk dat zy kruipende de hoogte bereiken, waar der Vogelen Koning zyn nest gebouwd heeft; 't is moge-

[pagina 235]
[p. 235]

lyk, dat zy de Eijeren, die minder hard dan Nooten zyn, gebrooken en geëeten hebben; doch men voegt 'er al te los by, dat dit eene der oorzaaken is, van den kryg, dien de Arenden tegen de Blaauw-spechten voeren; even of een Roofvogel een beweegreden van wraak noodig hadt om een vyand te zyn van veel zwakker Vogelen, en die te verslinden.

Schoon de Blaauw-spechten een groot gedeelte van den tyd besteeden met op de Boomen te kruipen, maaken zy, des niettegenstaande, zeer aartige beweegingen, en deeze vaardiger dan de Mosschen, zy zyn ook eenpaariger en zagter; want zy maaken, in 't vliegen, veel minder gerugts. Doorgaans onthouden zy zich in de Bosschen, een zeer eenzaam leeven leidende; doch wanneer zy met andere Vogelen in een vlugt zyn opgeslooten, als Mosschen, Vinken, enz., leeven zy met dezelve in goede verstandhouding.

In den Voortyd staat het Mannetje een minnetoon, Guiric, Guiric, welken het dikwerf herhaalt. Met deezen roept hy zyn Wyfje; dit laat zich, zegt men, langen tyd roepen eer het komt; doch geeft zich eindelyk over aan de begeerte van het Mannetje, en zy werken beiden aan het Nest, 't welk zy vervaardigen in een hollen Boom; vinden zy 'er geen, die hun aanstaat, zy maaken met den bek, in een vermolzemden stam, de noodige holligheid. Is de buitenste opening van dit gat te wyd, zy vernauwen dezelve met aarde, en zomtyds met drek, deeze stoffe verwerkende als een Pottebakker.

Het Nest, dus vervaardigd zynde, zou niemand, die het van buiten ziet, 't zelve voor een Vogel-nest houden. Het Wyfje ligt 'er vyf, zes, of zeven Eitjes in, van de gewoone gedaante, vuil wit, en rood gestipt. Deeze leggen op vermolzemd hout, mosch, enz. Het Wyfje broedt onafgebrooken, en is dermaate op haare eitjes gesteld, dat het zich eer de vederen zou laaten uittrekken, dan 'er van afhaalen; stoot men met een stok in het gat, het toont zich vergramd, en schuiffelt als een Slang, of liever gelyk een Mees, in dergelyk een geval, zou doen; om voedzel te haalen, verlaat het de Eitjes niet, en wagt tot het Mannetje eeten brengt; en schynt dit Mannetje deezen pligt met veel toegenegenheids te volbrengen; zy leeven, behalven van Nooten, van Insecten; en het vleesch der Jongen, wanneer ze vet zyn, is een lekker beetje.

De Jongen komen uit op 't einde van de maand May. Wanneer de opvoeding volbragt is, beginnen zy zelden een tweede broedzel; maar scheiden van elkander, om, gedun-

[pagina 236]
[p. 236]

rende den Winter, alleen te leeven. Belon schryft, de Boeren hebben waargenomen, dat het Mannetje het Wyfje slaat, wanneer hy het, naa dat het is weggegaan, wedervindt; dan ik geloof veeleer, dat het, wel verre van het Wyfje te slaan, 't welk hem, voor het broeden, zo lang deedt verlangen, by het weder ontmoeten, naa eenigen tyd afweezens, met zeer vuurige minnekoozeryen bejegent, die vlugtige waarneemers voor eene harde behandeling hebben aangezien.

De Blaauw-spechten zwygen het grootste gedeelte van het Jaar, hun gewoon geroep is, ti, ti, ti, ti, ti, ti, dit herhaalen zy steeds rondsom de Boom-stammen kruipende, en hoe langer hoe rasser. Linnaeus berigt ons, volgens den Heer srom, dat zy behooren tot de Vogelen die by nagt zingen. Behalven den bovengemelden minnetoon, en dit gewoon geschreeuw, als mede het kloppen op de Boom-schors, maaken de Blaauw-spechten nog een zeer zonderling geluid op drooge en gespleete Boomen, 't geen men zich zou verbeelden dat van een twintigmaal grooter Vogel kwam, en op een zeer verren afstand hoorbaar, 't is even of zy den Boom opsplyten.

Men heeft opgemerkt dat zy huppelende voortgaan, met den kop onder de vlerken slaapen, op den grond van het kouwtje liever dan op de stokjes rusten. By het Mannetje is het bovenste gedeelte van den Kop, en van het Lyf, als mede de twee tusschen-pennen van den Staart, blaauw asch-kleurig, de Gorgel en de zyden van den Kop, witagtig, de Borst en Buik, oranje-verwig; de Zyden, de Schenkels, en de Aars, zyn bruinder, na het kastanje-verwige trekkende; de Beneden-dekveeren van den Staart zyn witagtig, met rood geboord, zich tot vyf linien van het einde des Staarts uitstrekkende; een zwarte streep, die van de Neusgaten begint, loopt over de oogen heen, en strekt zich achterwaards verder dan de Ooren uit; de groote Boven-dekveeren en Vleugel-pennen zyn bruin, met min of meer donker-graauwe randen; de Zyd-pennen van den Staart zwart asch-graauw aan 't einde; de buitenste met wit geboord, ter helft van de langte, en by het einde met een streep van dezelfde kleur; en de drie volgende op den binnenkant met een witte vlek getekend; boven op is de Bek asch-verwig, beneden ligter van kleur. - Het Wyfje heeft dezelfde kleuren, doch veel zwakker; op den derden van May kreeg ik 'er één in handen, die alle de Veeren uit het Onderlyf, van den Aars tot de Borst, had uitgeplukt. De geheele langte is zes duimen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken