Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782 (1782)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.36 MB)

Scans (40.38 MB)

ebook (4.40 MB)

XML (3.44 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782

(1782)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Natuurlyke historie der kakatoës.

Volgens den Heer de buffon.

 

De grootste Pappegaaijen van het Oude Vasteland zyn de Kakatoës. Zy zyn alle oorspronglyk uit, en natuurlyk eigen, aan de Lugtstreek van 't Zuider deel van Asia. Het is ons niet bekend, dat ze in Africa gevonden worden; doch zeker dat ze in America niet voorkomen. In alle Zuidelyke gewesten van Indie zyn ze overvloedig. Volgens het getuigenis van mandeslo, vindt men de boomen van de Stad Amadabat, de Hoofdstad van Guzaratte, en die langs den weg staan van Agra tot Brampour, een weg van vyftig Duitsche mylen, een ongelooflyk groot getal Pappegaaijen, en, onder deezen, witten of paarlkleurde met een rooden kuif, men noemt ze Kakatoës: dewyl zy dit woord vry wel onderscheiden en natuurlyk als hun zang uitspreeken. Deeze Vogels zyn door geheel Indie zeer gemeen; zy maaken hun nest in de Steden, op de daken der huizen, even als de Zwaluwen in Europa. Zy komen, naar 't eenpaarig berigt der Reizigeren, voor, op alle de Eilanden in den Indischen Oceaan, op Ternate, Banda, Ceran, de Philippynsche en Sundasche Eilanden.

Gemaklyk zyn de Kakatoës van de andere Pappegaaijen te onderkennen, door hunne witte Pluimadie, hun meer gekromden en geronden Bek, doch bovenal door een kuif van lange pluimen, waar mede hun Kop vercierd is, en welken zy, naar welgevallen, overeinde zetten of nederleggen.

Bezwaarlyk leeren de Kakatoës praaten; 'er zyn soorten die het nimmer doen; doch dit gebrek wordt vergoed, door hunne leerzaamheid in andere opzigten, en de gemaklyke wyze waar op zy zich laaten temmen. Zy schynen, op zommige plaatzen, in de Indiën, Huisvogels te zyn, daar zy hunne nesten, gelyk wy zo even aanhaalden, op de daken vervaardigen. De gemaklykheid om dezelve op te

[pagina 486]
[p. 486]

voeden, ontstaat uit de vatbaarheid van hun begrip, 't welk die van andere Pappegaaijen te boven streeft; zy hooren, zy verstaan, zy gehoorzaamen beter: doch doen dezelfde poogingen niet om na te klappen, 't geen men hun voorzegt; zy schynen dit te willen vergoeden door andere uitdrukkingen van kennis en genegenheid aanduidende streelingen: in hunne beweegingen hebben zy eene zagtheid en bevalligheid, welke niet weinig tot hunne schoonheid toebrengt. In Maart des Jaars MDCCLXXV, zag men op de jaarmarkt te Parys twee Kakatoës, een Mannetje en een Wyfje. Zy gehoorzaamden, met groot betoon van leerzaamheid, aan hunnen Meester, door het overeinde zetten van hun Kuif, door de aanweezenden met een buiging des Kops te groeten, door de aangebode voorwerpen met de Tong of met den Bek aan te raaken, door op de vraagen van hun Meester te antwoorden met het teken van toestemming, 't welk een toeknikkend ja volmaakt uitdrukt; zy gaven ook, door herhaalde tekenen, het getal te kennen van de Persoonen in het vertrek, van den tyd, van de kleur der kleederen, enz. Zy kusten elkander, den Bek over en weder vattende; uit zichzelven begonnen zy minnekoozeryen, ten teken van paarzugt; en de Oppasser verzekerde, dat zy dikwyls, zelfs in ons land, paarden. - Schoon de Kakatoës, even als de andere Pappegaaijen, zich van hun Bek bedienen, om op en af te klimmen, hebben zy dien traagen en onbevalligen gang niet; in tegendeel zyn ze vlug, en treeden huppelende voort.

De Kakatoës zyn van verschillende grootte en onderscheide Pluimadie; wy zullen ons tot die soortbeschryving niet inlaaten; doch alleen aanmerken, dat men Kakatoës vindt met een witte, geele, roode, en zwarte Kuif. De Heer de buffon hadt 'er een met een geele kuif gezien te Nanci, toebehoorende aan eene Dame, en geeft 'er ons dit berigt van. De wyze op welke deeze Kakatoe zyne blydschap betuigt, bestaat in den Kop verscheide keeren op en neder te beweegen, een weinig met den Bek te krassen, en de schoone Kuif over einde te zetten; streelen beantwoordt hy met streelen; hy raakt het aangezigt met de Tong aan, en schynt u te likken; hy geeft zagte en smaaklyke kusjes: eene byzondere aandoening schynt hy te voelen, wanneer men de platte hand onder zyn lyf legt, en met de andere de rug aanraakt, of enkel den Bek nadert om hem te kussen, als dan zet hy zich schrap, staat met de Vleugelen, haalt den adem met den Bek half open, en

[pagina 487]
[p. 487]

schynt de grootste wellust te smaaken: dit laat men hem zo dikwyls herhaalen als men wil. Een ander zyner geliefde vermaaken is, dat men hem krauwt, hy wyst met den poot na zyn Kop, ligt de Vleugels op, ten einde men hem daar krauwe, dikwyls scherpt hy den Bek aan 't hout: hy kan niet dulden in een kouw opgeslooten te zitten; doch maakt geen gebruik van zyne vryheid, dan om zich te schikken naar den zin zyner Meestresse, die hy niet uit het oog verliest; hy komt, wanneer hy geroepen wordt, en gaat op 't bevel heenen; hy betoont zyne moeilykheid daar over door zich dikwyls om te keeren, en te kyken of het teken van weder te komen niet gegeeven wordt; hy is zeer zindelyk; alle zyne beweegingen zyn vol bevalligheid en hoogst behaaglyk; hy eet vrugten, moeskruiden, alle soorten van meelspyzen, eijeren, melk, en alles wat zoet, maar niet te veel gezuikerd, is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken