Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782 (1782)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.36 MB)

Scans (40.38 MB)

ebook (4.40 MB)

XML (3.44 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782

(1782)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 561]
[p. 561]

Mengelwerk, tot fraaye letteren, konsten en weetenschappen betrekkelyk.

De stervende christen.
Ene Bespiegeling.

Levert de Godsdienst, de weldadige Godsdienst van Jesus, een genoegzamen troost op, tegen alle de moeilykheden dezes levens; zy is vooral ene bron van ware vertroosting, in de uure des doods. Dit ondervind hy, die, naar het voorschrivt van het Euangelium, zyne gangen heeft ingerigt. - Deze verkeert even als alle zyne natuurgenoten, in een tydstip, in het welk zyn vleesch bezwykt, en de levensgeesten afnemen, tot dat, de wederzydsche invloed tusschen hart en harssenen verbroken zynde, de vlugge Ziel een, nu voor zig onbewoonbaar, lichaam verlaat, en overstapt in de gewesten der Euwigheid .... Hy stervt ... daar hy, nog levende, reeds sterven geleerd heeft; waar van hy, by zyn afscheid uit deze wereld, de treffendste blyken doet zien. - Thands ligt hy op zyn leger uitgestrekt ... terwyl ene sombre stilheid - ene nare droefheid der omstanderen - het vervaarlyk hygen van zyn borst den naderenden dood aankondigen. Intusschen verspreid zig een stille bedaardheid over zyn bleek gelaat; - hy overdenkt zyne wegen, - zoekt zyn hert meerder van het aardsche los te maken; - en bereid zich zo nader voor de Euwigheid. - Ik moet thands deze wereld verlaten, (dus zyn zyne overdenkingen) ik moet deze wereld verlaten, en dat, ô! troostryke gedagte! om Euwig by myn Vader te leven ..... Maar zagt! (het Ongeloov werpt hem deze gedagte in) zal ik in Euwige heerlykheid leven? - is niet myn leven een aanhoudend zondigen geweest? - en is God niet de Heilige - de Rechtveerdige? - Kan God dan met my gemeenschap hebben? - myn leven hoe zeer het myn begeerte was, om overeenkomstig de voorschrivten van den Godsdienst te wandelen - myn leven was egter verzeld, door menigvuldige misdryven: - hoe? hoe zal ik dan voor God bestaan? - ai my! ik moet in Euwigheid verloren gaan! zo God met my, naar het strenge zyner Ge-

[pagina 562]
[p. 562]

rechtigheid wilde handelen! - Maar (dus word dit door zyn Geloov beantwoord) geen nood - myn Goël! - myn Verlosser leevt! - Deze kwam - Onbegrypelyke Lievde! - deze kwam, uit enkele goedheid, op deze wereld - vervulde Gods wet - en volbragt, hier door, de onverbrekelyke voorwaarde der zaligheid - en dat voor my - my onwaardige - voor my, die een vyand van God was; doch nu verzoend, door den dood zyns Zoons. - Bewerkt door Gods Geest, omhelsde ik gelovig, den, door God, geopenbaarden weg der Zaligheid: - hier door, met Christus verenigd, wierd ik rechtveerdigheid Gods in hem. - Ik ontvong een Geestelyk leven - een leven - dat in een euwige heerlykheid zal worden voortgezet. - Met dit alles (dit erken ik met schaamte) met dit alles, leevde ik, niet genoeg overeenkomstig myne bestemming, - myn Vader wierd niet genoeg door my verheerlykt, - Christus wierd, door my, niet genoeg als Zaligmaker geëerbiedigd, - en de Heilige Geest niet genoeg, door my, als Heiligmaker erkend. - Veelal verwaarloosde ik de lievde tot God - en hier door, ô jammer, was ik ook nalatig, in de betragting der lievde, tot den naasten; - Maar Gy, Gy ô Hertenkenner! Gy weet - hoe menigmaal ik dit, met hete tranen, voor uwen throon, betreurd, en beweend hebbe: - 't is U bekend, - hoe dikwerf ik, steunende, op de Borg-gerechtigheid van uwen groten Zoon, by U, in zyn bloed, hier over, verzoening, en, hier tegen, kragt tot heiligmaking, gezogt en gevonden hebbe - wanneer ik die stille kalmte en vrede des gemoeds, gewerkt door uwen Geest, in my ondervond; waar door ik die aangename bewustheid ontvong dat Gy myn God waart - waar door ik van Uw woord, het welk my verzekerde, dat uwe trouwe, door myne ontrouwe, niet konde te niete gedaan worden, een recht gebruik kon maken. - Nu verkere ik op den rand van het grav. - Zo, zo, zal ik de euwigheid instappen - zo, zo, zal ik in het hemelsch Vaderland aanlanden. - Uwe Gerechtigheid immers, ô myn verlosser! Uwe Gerechtigheid immers, bedekt myne ongerechtigheid - Uwe Heiligheid myne onheiligheid! - hierop steune ik; - hierop ga ik de Euwigheid in; - en hierop, bly vooruitgezigt! hierop verwagt ik het vrysprekend vonnis, van Uwen, en mynen Vader; - maar, wat hoor ik? - wat houd myn hert nog zo verkleevd aan dit jammerdal? ô God! myne

[pagina 563]
[p. 563]

Echtvrindin! - de vreugd van myn leven; - myne Kinderen, de dierbare panden onzer wederzydsche lievde; - die hier schreiende en snikkende myne aandagt storen. - Ja, die zyn het, welke myn hert zo drukken, en de tranen uit myne ogen persen - u myne lieve Vrouw! - ulieden myne dierbare Kinderen! - ulieden moet ik, als weduwe en wezen, nalaten! - ach! hoe benauwd my dit? - hoe prangt my dit het hert? - Dan, waar toe deze myne benauwdheid? - is God niet een Man der weduwen? - en een Vader der wezen? - wil hy deze niet tot byzondere voorwerpen zyner zorge maken? - wel zullen zy dan niet, onder hoger opzigt, beter beschermd worden, dan, wanneer zy, nog langer, myn gebrekkig opzigt bleven genieten? - ik wil my dan in dezen niet bekommeren - de Here leevt, en regeert; - hy zal zig, zeker, de waarmaker zyner belovten betonen - ô God! betoon u dan een beschermer der mynen! - laten zy uwe goedgunstigheden ondervinden! - en, terwyl zy leven, voor de onstervlykheid worden voorbereid! - Hier bezwykt hy ... allengskens hersteld hy zig; - vergadert alle zyne krachten; - en keert zig tot de omstanders, die hy, in dezer voege het laatste vaarwel zegt: - ‘Myne beminde Echtgenote! vrindinne myner Ziele! - deelgenote myner lotgevallen, op deze wereld! - hoe zo treurig? - hoe zo schreijend? - zing Gode lov; - beur my hier mede op; - droog uwe tranen af, die my door het hert snyden, en myn geest ontrusten, in de uure des doods. - Ik moet u dan verlaten myne waarde! - ik ga naar de gewesten der onstervelykheid; - ik verlate u; - maar, ô troost! ik laat u, onder het opzigt van den Almagtigen, - die in alles zig als uw man wil gedragen. - Deze zal voor u zorgen; - troost u hier mede over myn afsterven; - bezorg onze lieve kinderen; - betoon u nu over hun, als Vader en Moeder; - voed hen op in de vreze des Heren; - smeek veel by den throon der genade, om hunne bekering; - stigt hen door uwe leer en wandel. - berei hunne teedre herten voor de deugd en Godzaligheid. - Laat ik u nog eens omhelzen myne Vrindinne! - voor het laatst omhelzen. - Ik ga u voor naar ons beider Vaderland; - daar zal ik u, onder de Choren der Engelen afwagten, om met my in d'euwige heerlykheid te delen. - En gy, myne Kinderen! - waardste

[pagina 564]
[p. 564]

Panden my door God geschonken; - koomt - laat ik ulieden omhelzen; - hoort een stervend Vader! - Hy bemint ulieden. - Hy wenscht ulieden gelukkig; - en daarom, weest uwe getrouwe Moeder gehoorzaam; - troost haar door uwe gehoorzaamheid, in hare smerte over myn Dood. - Weest haar tot vreugde; - vooral vreest God, koom zyne geboden na; - die heilige, die weldadige geboden. - Bewaart uwe teedre herten voor de verleiding der ondeugd: - wydt ze vroeg den Here en zynen dienst toe? - Hier toe wil u God zelve de kragten schenken; - wanneer gy 't slegts, nedrig en ootmoedig, by hem zoekt. - Leert uit myn voorbeeld; hoe getroost het sterven van een Christen zy. - Leert gy dit ook, alle, die my in den jongsten nood hulpe zoeken te bieden! - Leert alle, terwyl gy leevt, sterven; - op dat, uw leven voor Christus - en uw sterven voor u gewin, zyn mag. - Ik bezwyke; - de dood nadert; - myn Jesus staat reeds gereed, om my te ontvangen. - Hy is myn rotssteen - en myn deel in Euwigheid; - hier zwygt de Christen. - En terwyl hy zyn geest in Jesus handen beveelt - stervt hy!

Zo groot is de troost van den Godsdienst voor den Christen wanneer de dood, die anders een Koning der verschrikking is, nadert. Wel aan! dat wy dan, die deze heerlyke Godsdienst belyden, dezelve ook beleven! ten einde wy van derzelver troost-gronden tegen den Dood, - dan, wanneer ze nadert, kunnen gebruik maken!

j.v.l.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken