Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785 (1785)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.30 MB)

Scans (38.31 MB)

XML (3.44 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785

(1785)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Proeven voor het Verstand, den Smaak en het Hart. Eerste en tweede Stukje. Te Utrecht, by J.M. van Vloten, 1784. Behalven het Voorberigt, 194 bladz. in gr. octavo.

Het Verstand te beschaaven, den Smaak te zuiveren, en het Hart met edele gevoelens te vervullen is het bedoelde van dit Geschrift. Met dat oogmerk stelt men zig voor, eenige daar toe betrekkelyke opstellen by een te verzamelen, en dezelven, by tyd en wyle, zonder zig juist aan een zeker tydsverloop te bepaalen, gemeen te maaken. 'Er zien reeds twee zodanige Stukjes het licht, die eene groote verscheidenheid van onderwerpen behelzen, die of in Prosa, of in Rym, of op rymlooze Maat behandeld worden. Leezers van verschillenden smaak, voor 't ernstige of boertige, en zulken die behaagen hebben in verwisselingen van die natuur, zullen in deeze Stukjes overvloedige voorraad vinden, om een ledig uur met nut te besteeden; daar ze altoos 't een of 't ander ontmoeten, waar op hun Geest zig, 't zy tot vermaak, 't zy tot weezenlyke leering, kan vestigen. ----- Men slaa hier, by voorbeeld, het oog op de volgende aanmerking, wegens ééne der verscheidenheden in 't manlyk en vrouwlyk character, die haare gevalligheid en nut heeft, en welker verwisseling misstaat.

‘Al wie oplettend met de vrouwen omgaat, kan zeer veel nuttigs van dezelve leeren; en, onder andere trekken harer natuur, zal hem die van aandoenlijkheid en meewarigheid t'elken reize in het oog stralen. ----- Zacht, als het wasch, wijkt de vrouwenziel voor elke drukking, smelt zij weg voor iedere vlam; en hangt, gelijk een vloeibaar vocht,

[pagina 233]
[p. 233]

de voorwerpen der elende aan; welk eene heerlijke wijziging! ----- Moest zij niet zijn “eene hulp tegen over ons?” in de tegenwoordige omstandigheden der waereld, onze dienares, in nood en lijden, het steunsel onzer ellenden, onze vriendlijke leidster naar het graf! ----- Moest zij niet zelve onderhevig zijn aan ontzachlijke smerten, en vooral, de voedster van ons bevend nakomelingschap, het geen, verstoken van alle eigen macht en hulp, in de waereld treedt, en kermend tot haren schoot vlucht, om het moeilijk dal van dit leven door te worstelen? ----- Heilig is mij het gezicht van de kinderkoesterende moeder, van de huisvrouw, welker arm het kloppend hoofd van den zieken man ondersteunt! ----- zij streelt mijn hart, en ontvangt in stilte mijnen harmonischen zegen.

Hoe ligt rolt eene vrouwentraan daar henen! ----- hoe zwoegt hare boezem over elk bekommerend stofje, dat haar tegenvliegt! ----- wanneer is zij niet aangedaan, bij de smekingen der ellende? -

Plaats dit zelve character in den man, en alles zal van gedaante veranderen; hij is ook meewarig en goed, maar niet, gelijk de vrouw. ----- Hij staart met eenen stijven blik, daar zij weent. ----- Hij vliegt toe, daar zij nedervalt en bezwijkt ----- hij gloeit, daar zij zidderd en verbleekt! ----- in hem is alles uitzettende veerkracht, werking, grootheid van pogingen; in haar smelting, stille lijding, machtloze uitroep, zuchting! - zij buigt, gelijk weeker staal, met ieder voorwerp dat haar gevoelig raakt; hij is gelijk aan harder staal, dat of indringt en van één rijt, of met geweld aan twee springt! - hoe gantsch wonderlijk is deze mengeling van geslacht-Characters bestemd, om daar uit een voortreflijk geheel voord te brengen! -

Gij zoudt u zeer befpotlijk aanstellen, indien gij u door de meeste Romanschrijvers, of door eigen lafhartigheid, liet misleiden, om even dus aandoenlijk te zijn als de vrouwen ----- dit kondt gij nooit worden; en zelfs niet schijnen, zonder uwe natuur te verzaken. ----- Ik ken u niet, laffe vrouwman! gij waart nimmer mijn broeder ----- Hoor na de stem der waere menschheid, en gij zult uw mom afwerpen! ----- Wie der vrouwen bevallen wil, moet geenszins in hare natuur treden, en haar heure eigene beeldnis te rug kaatzen ----- hij moet een man zijn. ----- Niets is der vrouwen aangenamer, dan het vaste, edel gevoelige, het werkend aandoenlijke van ons geslacht! ----- zij zien gaarne in ons iets anders, dan in zich zelve, om dat de verscheidenheid vermaakt: zij wenschen in ons iets te ontmoeten, het geen zij in zich niet konnen vinden, en het welk echter noodzaaklijk is tot tempering en ondersteuning van die weeke aandoenlijkheid, die haar hart vermeestert, die ze ongelukkig maken zou, indien zij niet wierd opgewogen door de meerdere vastheid van het mannen hart.’

Tot een staaltje van een anderen aart, diene nog de vol-

[pagina 234]
[p. 234]

gende Anecdote, welke niet oneigen tot een opschrift heeft, Het non plus ultra der Gierigheid.

‘Een oude juffrouw, die, geduurende haar geheele leven, genoegzaam niets gedaan hadt, dan geld verzamelt, en van dat geld geen ander genoegen genoten hadt, dan de gedagte: Ik heb geld! ----- deze juffrouw werd zeer ziek; ----- alle de teekenen van een naderenden dood vertoonden zich zeer duidelijk. ----- Hare vrienden, die zich, rondom haar sterfbed, verzamelt hadden, deeden pogingen, om de weinige oogenblikken, die nog overig scheenen te zijn, aan te wenden, tot vertroosting en welzijn heurer ziele; doch dit scheen der stervende te vermoeien. ----- Zij geeft een wenk, en beveelt, met een stervende stemme, dat men uit een kasje, waar toe zij den sleutel, met veel moeite, van onder haar hoofd kreeg, een zak met drieguldens halen zou; ----- deze moesten op een tafeltje, dat tegen hare bedstede stondt, geduurig overgeteld worden. ----- De klank van dit geld verspreidde eene helsche tevredenheid over het gelaat der stervende. ----- Eindelijk rigt zij zich op ----- strekt, met een stuipagtige beweging, haar arm uit ----- grijpt een der drieguldens, steekt dien tusschen haar klemmende tanden ----- en ----- sterft!’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken