Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785 (1785)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.30 MB)

Scans (38.31 MB)

XML (3.44 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785

(1785)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 357]
[p. 357]

De patriot.

[Naar het Hoogduitsche van uz.]

 
Zoo ooit de roem dier Helden geldt,
 
Die glansryk, als de sterren, praalen,
 
En wier vergoode lof geene eeuwen kunnen maalen;
 
ô Patriot! zyt gy myn Held.
 
 
 
Gy, schoon gedreigd door 's trotschen hand,
 
Durft gantsch u 't Vaderland te wyden:
 
Zyn lyden grieft uw hart; zyn vreugd kan u verblyden;
 
Gy leeft en sneeft voor 't Vaderland.
 
 
 
Vergeefsch poogt van der deugden baan
 
Snood zelfbelang u af te dringen:
 
Vergeefsch voert zy op u, met zin betovrend zingen,
 
De listige verleiding aan.
 
 
 
Vergeefsch maalt ze u de gouden pracht,
 
Den trotschen rykdom voor de zinnen:
 
Vergeefsch tracht ze u, voor 't hoofd haar's slaavenheirs te winnen
 
Dat steeds in valschen wellust lacht.
 
 
 
Verwinn'lyk! - meer dan Cezar groot,
 
Voelt zich uw hart tot weêrstand noopen:
 
Uw eedle ziel verwint, door goud niet om te koopen,
 
Niet af te schrikken door den dood.
 
 
 
Gelyk een onbeweegbre rots,
 
(Als zeeën waterbergen vormen,)
 
Pal staat in d' oceäan, en moedig onder 't stormen,
 
Verduurt der golven woest geklots:
 
 
 
Zoo staat gy met onwrikbren moed;
 
Trotseert, van vriend en hulp verlaaten,
 
Den toorn dier magtigen, dier snooden, die u haaten,
 
En hunn' ontzinden monsterstoet.
[pagina 358]
[p. 358]
 
Het Vaderland gered te zien,
 
Is voor u goddelyk verblyden;
 
Is voor u englenvreugd, zelfs in het zwaarste lyden,
 
Als burgers u ondankbaar vliên:
 
 
 
Tot u de Hemel, glorieryk,
 
Ter wooning roept der waare Helden,
 
En 't volk uw deugd en trouw door traanen zal vermelden,
 
Die stroomen op uw achtbaar lyk.
 
 
 
Verächt, vergeeten in den dood,
 
Verrotten, in onëedle graven,
 
Zy, in wier laage ziel, als overwonnen slaaven,
 
Het kruipend' zelfbelang gebood.
 
 
 
Die Aterlingen!...'t Vaderland,
 
't Welk' hen, al 't geen' ze hadden, leeven,
 
Rust, overvloed, en eer, en vryheid hadt gegeeven,
 
Bad vrugtloos in zyn' veegen stand.
 
 
 
En zy, zy vlooden, meer en meer,
 
By 't klimmen van 's Lands tegenspoeden;
 
En waren slechts bedacht, by 's Vyands spoorloos woeden,
 
Op hunne en hunner huizen eer.
 
 
 
Hun huis ontvliê der wraake nooit,
 
Die eens des boozen hoofd zal treffen:
 
Wat snood, tot 's burgren schaê, zich zag ten top verheffen,
 
Wordt, door nog snooder hand, verstrooid.
 
 
 
Der Burgren heil bloeit met den staat:
 
De staaten door de Patriotten.
 
't Atheensche Volk dorst naauw' der vadren deugd bespotten,
 
Op 't wierd verwonnen door verraad.
 
 
 
En gy, ô Rome! ô koningin!
 
Die Koningen, en konings zoonen
 
Dorst stooten van den throon; gaaft zelfs uw gouden kroonen,
 
Als buit uw plondraars tot gewin.
[pagina 359]
[p. 359]
 
Als, in den akeligen nacht,
 
Haar schutsgeest langs haar puin koomt zweeven,
 
Stilzuchtend' ziet, dat niets, niets van haar is gebleeven
 
Dan 't gruis en 't stof der oude pracht:
 
 
 
En dan de groote daên herdenkt,
 
Die zyn geliefkoost volk verrichtte,
 
Toen nog voor 'tVaderland der burgren trouw niet zwichtte,
 
Vóór goudzucht hadt hun deugd gekrenkt:
 
 
 
Toen aller burgren toeverlaat,
 
Toen Scipioos, toen Curiussen,
 
Toen eedle Catoos nog, en toen Fabritiussen,
 
Vereenigd leefden voor den staat:
 
 
 
Dan klaagt hy luid': ‘Ze zyn niet meer!
 
Ze zyn niet meer die eedle dagen!’
 
En Rome's muuren zelfs slaan ylings mede aan 't klaagen,
 
Angstvallig jammerend', keer op keer:
 
 
 
‘Ze zyn niet meer..! en Rome, ô smart!
 
Verheven door de Patriotten,
 
Myn edel Rome viel, toen allen burger-rotten
 
Ontbrak een Patriottisch hart!’ ----- -----
 
 
 
De val dier stad toone all' wat leeft,
 
Leere ons voor wisse waarheid achten:
 
De grootste staat is zwak, die duizend legermagten,
 
Maar ----- geene Patriotten, heeft.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken