Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785 (1785)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.30 MB)

Scans (38.31 MB)

XML (3.44 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785

(1785)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Verslag van de heerlyke en schoone vertooningen die het noorderlicht op hooge noordlyke breedten maakt.

(Uit het Engelsch.)

 

Omtrent den tyd des Herfst-zonnenstand, ziet men, in de Eilanden van Shetland, tusschen 60 en 61 Graaden Noorderbreedte geleegen, alle nagten het Noorderlicht, door de Inwoonders Merry Dancers of vrolyke Danssers geheeten, 't welk over 't geheele Noorder Halfrond een breed en glansryk vertoon spreidt. ----- Op deeze Noordlyk gelegene Eilanden, aanschouwt men dit Licht op alle heldere avonden, en schenkt het grooten troost te midden der akelige en lange winternagten. Het komt doorgaans met de scheemring aan den Gezigteinder te voorschyn, is blaankleurig, naar 't geele trekkende: zomtyds blyft het in dien stand verscheide uuren lang, zonder eenige zigtbaare beweeging: daar naa breekt het uit in stroomen van sterker licht, zich in kolommen verspreidende, verandert allengskens in duizenden van verschillende gedaanten, afwisselende in kleuren van geel tot het hoogste rood. Dikwyls bedekken zy het gansche Halfrond, en leveren dan het schitterendst vertoon op. De beweegingen zyn als dan verbaazend schielyk, en zy verbaazen den Aanschouwer door de oogenbliklyke gedaanteveranderingen. Het barst uit op plaatzen waar niemand het te vooren zag, vaardig door het uitspanzel schitterende; 't wordt schielyk uitgebluscht, en laat een eenpaarige donkere streep agter. Deeze ziet men weder heerlyk, op dezelfde wyze, verlicht, en weder in donker verwisseld. ----- Op zommige avonden neemt dit Licht de gedaante aan van groote kolommen, aan de eene zyde van het donkerst geel, en aan de andere afneemende in helderheid, tot men het niet van het uitspanzel zelve kan onderscheiden. Meestentyds hebben ze eene sterke schuddende beweeging, van

[pagina 532]
[p. 532]

het eene tot het andere einde, welke aanhoudt tot dat alles verdwynt.

Met één woord, wy, die alleen de uitersten zien deezer Noordlyke Lugtverhevelingen, hebben slegts een flauw denkbeeld van derzelver glans en beweegingen. Naar gelange van de gesteltenisse des Dampkrings neemt dit Licht verschillende kleuren aan: zomtyds een bloedroode, wanneer het een schrikbaarend verschynzel oplevert. De Landlieden neemen den toon van Propheeten aan, en verschrikken de verbaasde Aanschouwers met de vrees voor Oorlog, Pest, en Hongersnood. Dit bygeloof was niet byzonder eigen aan de Noordlyke Gewesten; en deeze Lugtverhevelingen zyn van geene laate jaartekening. De Ouden noemden ze het Noorderlicht, naar de onderscheide gedaanten, welke het aannam, een Balk, een Pyl, een Fakkel, een dansende Geit, het Hol, het Vat, enz. In vroegere tyden waren de Noorderlichten zeer zeldzaam, en trokken daar door meerder de opmerking. Van de dagen van plutarchus, tot die van den Geschiedschryver richard baker, veronderstelde men, dat ze voorbeduidzels waren van groote Gebeurtenissen; en de beangste verbeeldingskragt schiep 'er Legers van, die in het uitspanzel kryg voerden.

Naa een vry geruimen tusschentyd, zo ik veronderstel, vertoonde zich het Noorderlicht zeer schitterend, in Maart des Jaars MDCCXV-XVI. De Wysgeeren sloegen het gade. Het Gemeen hieldt het voor een merkteken der invoeringe van een nieuw Vorstlyk Huis. De nieuwigheid en vreemdheid heeft nu opgehouden, en de oorzaak wordt, met eene hooge maate van waarschynlykheid, aan de groote hoeveelheid van Electrike stoffe toegeschreeven.

In de Yszee, en op de Kusten van Siberie, is het Noorderlicht zo gemeen als in Europa, en vertoont zich doorgaans met soortgelyke veranderingen. Zeker soort verschynt geregeld tusschen het Noord-Oost en het Oosten, gelyk een verlichte Regenboog, met een aantal luchtkolommen daar uit straalende; beneden den boog is eene donkerheid, waardoor de Starren met eenigen glans heen schitteren. De Inboorelingen merken dit Noorderlicht aan als een voorboode van Storm. ----- 'Er is eene andere soort, 't welk een aanvang neemt met zekere afzonderlyke straalen uit het Noorden, en andere uit het Oosten, voortkomende. Zy vermenigvuldigen allengskens tot zy het geheele uitspanzel vervullen, en een glans verwekken zo

[pagina 533]
[p. 533]

schitterend als Goud, Robynen en Esmarauden; doch de verschynzels, die 't zelve vergezellen, vervullen de aanschouwers met schrik; want zy kraaken, fissen en spatten, en maaken een ruischend geluid, niet ongelyk aan dat van Kunst-vuurwerken. Het denkbeeld, dat het Noorderlicht aan de Electriciteit den oorsprong verschuldigd is, wordt door deeze beschryving zodanig versterkt, dat 'er bykans geen twyfel overblyft wegens de oorzaak dier Lugtverschynzelen. De Inwoonders zeggen, by dit verschynzel, dat 'er een hoop dolzinnigen voorby trekt. Elk Dier is van schrik getroffen, zelfs de Honden der Jaagers zyn met zulk een schroom bevangen, dat ze op den grond nedervallen, en onbeweeglyk blyven liggen tot het verschynzel voorby is.

In de jammerlyke streeken van Hudsons Baay is, desgelyks, geduurende den Winter, het Uitspanzel niet zonder schoonheden: Byzonnen en Zonnekringen zyn 'er algemeen; zeer helder en ryklyk geschilderd met alle de kleuren van den Regenboog. De Zon gaat op en onder met een langen kegel van geelagtig licht. De nagt wordt opgeklaard met het Noorderlicht, 't welk duizend verschillende straalen van verschillende kleuren door het geheele uitspanzel schiet, die door het schynzel der volle Maane niet weggenomen worden, en de Starren zyn als dan van eene vuurige roodheid.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken