Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804 (1804)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.97 MB)

Scans (43.09 MB)

XML (3.60 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804

(1804)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het Jagers-meisjen. Gevolgd naar het Hoogduitsch van C.G. Cramer. Met eene Kunstplaat. Iste Deel. Te Amsteldam, by G. Roos. In gr. 8vo. 302 bl.

Ene ware Geschiedenis, zegt het Voorbericht; dit zy zo! het is echter ene zo zonderlinge Geschiedenis, dat de Schryver het iemand, die hem in persoon niet kent, toch niet euvel nemen moet, zo hy nu en dan eens twyfelt. Wy kunnen geen uittreksel geven van de in ons oog nog niet zeer belangryke Geschiedenis van het zonderlinge Meisjen, hetwelk, pas geboren, gevonden werd in de wytasch van enen Jager, en door hem, edelmoedig daartoe ondersteund door ene Gravin op het Adelyk Slot, in deugd en eer werd opgevoed, en grotendeels by deze Gravin hare dagen doorbrengt. Op de laatste bladzyden van dit Eerste Deel ziet de Schone enen schonen Jongeling, die in het volgende wel meer van zich zal doen horen. Die belang heeft by de vroegere Geschiedenis van dit Jagers - meisjen, kope het Werk! - Ziet hier, tot een proefje, den volgenden brok van ene episode; misschien wordt de Lezer daardoor uitgelokt. Een Jongeling geraakt met den Koster van het Dorp in gesprek.

‘De jongeling (zonder den Koster gewaar te worden, binnensmonds mompelende).

 
Haar boezem - wit als kryt,
 
Haar haair - zo zacht als zyd,
 
Haar mond - roept yders kusschen! ach!

(Na eenige oogenblikken.) Dat ach was goed, zeer goed! - heerlyk aangebragt! Het drukt zo geheel het vuurig verlangen uit, als men een schoonen mond ziet, en dien gaarne wilde kusschen. Meesterlyk! - Maar nu - het rym hier op - (peinzend) ach - slag - mag - dat zou iets zyn; maar nu verder - lagch - sapperloot! - (Na eene tusschenpoozing vrolyk uitroepend) Ik heb 't! ik heb 't! - (hy springt met uitgebreide armen op, en slaat toevallig den Koster om de ooren, zo dat de poeder ver om hem heen stuift.)

[pagina 484]
[p. 484]

Kiliän (met een bokkensprong achteruit) Hei! hei! voorzichtig wat! gy kondt ook wel eens opzien!

Jong. (lagchend) Habeas tibi! Gy geestlyk rundvee! - Maar wie gebiedt u de lieden te beluisteren?

K. (terwyl hy zyn paruik weder in orde trekt, en de poeder van 't kleed veegt) Totaal geruineerd! Maar wat voert gy dan eigentlyk uit, Dulcissime verum! dat gy noch hoort, noch ziet.

Jong. (in een toneelhouding, met de hand aan zyn voorhoofd) Ik dicht. -

K. Een schoon talent! Maar zo als het scheen wilde de heilige Vena Poëtica niet regt vloeijen.

Jong. Vloeijen? - ô zy bruischt gelyk een stroom. Maar - wanneer ik door uw geestlyk meelstof, 't welk my in den neus gevloogen is, dat ik 'er verstopt door geworden ben, vergeeten hebbe, 't geen my zo even inviel - wanneer ik het vergeeten hebbe! - dan draai ik u ten minsten den hals om! - (nadenkende) Aha, het komt! het komt! (peinzend) Recht zo! - tot uw geluk! - (hy gaat weder in zyne voorige houding zitten; schryft en spreekt.)

 
ô! Gaf zy in haar teder hart,
 
Aan my, voor al myn liefdesmart,
 
Als aan het uiltjen dat verjaagd wordt, aas en dak!’

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken