Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804 (1804)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.97 MB)

Scans (43.09 MB)

XML (3.60 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804

(1804)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Korte Natuur-preeken, door J.L. Ewald. Uit het Hoogduitsch vertaald. 1ste Stukje. Te Hoorn, by J. Breebaart. In gr. 8vo. 90 bl. Leerredenen over natuurlyke onderwerpen. 2de Stukje.

De bekende en naar verdienste hooggeschatte ewald gaf reeds, in 1789, 1790, 1791, eenige zoogenaamde Natuur-preeken (Predigten ueber Naturtexten) uit, in vier Stukjens. Daarop volgden, in 1791, 1792, 1793, vier dergelyken, van ongeveer dezelfde grootte, onder den titel van Neue Predigten ueber Naturtexten. Hoe veel daarvan in het Werkjen, dat wy thands aankondigen, overgenomen is, wordt ons door de Vertaalster, a.m. moens, niet gemeld, en zyn wy ook niet in staat te berichten, omdat wy 't Hoogduitsche Werk nu niet by de hand hebben. Achteraan vinden wy het volgende, van den titel eenigzins verschillend opschrift: j.l. ewald, vroegere en laatere korte Natuur-preeken, I en II; waaruit wy meenen te moeten opmaaken, dat zoo wel van de neue Predigten ueber Naturtexten gebruik gemaakt is, als van de eerst uitgegeevene.

Kort na de uitgave van het Hoogduitsche Werk, in 1791, deelde een ons onbekende Vertaaler daarvan aan onze Landgenooten eene Navolging mede, onder den titel, De oplettende Natuurbeschouwer, gevolgd naar 't Hoogduitsch van j.l. ewald, en twee jaaren laater een tweede Stukjen, De mensch het verhevenste weezen in het werk der natuur, vry gevolgd naar het Hoogduitsch van j.l. ewald. Van het eerste hebben wy verslag gedaan in onze Letteroefeningen voor 1791. bl. 517. 't Stilzwygen der Vertaalster deswegens heeft met rede verwondering gebaard. Opzetlyk gepleegd bedrog, door verandering van den Titel van een reeds te vooren uitgegeeven Werk, zouden wy niet gaarne aan den Drukker, of aan de Vertaalster, te laste gelegd zien. Liever willen wy denken, dat beiden van bovengemelde Stuk-

[pagina 536]
[p. 536]

jens, of wel van derzelver inhoud, geheel onkundig geweest zyn. Wat daarvan zy, wy ontvangen nu eene van de voorgaande Navolging merkelyk verschillende Vertaaling der schoone Natuur preeken van ewald, uit eene achtingwaardige hand, van welke wy ook nog wel iets dergelyks van een ander voortreffelyk Duitsch Schryver te wachten hebben.

De verdienstelyke Schryver vervaardigde deze uitmuntende Vertoogen alleen voor beschaasde standen, alleen voor zulke persoonen, die met het daadelyk Christendom weinig ophebben, maar die een fyn gevoel voor de schoonheden der Natuur bezitten, en door dezelven ligt geroerd, verwarmd, en tot ernstige overdenkingen opgeleid worden. Dit gevoel, deze ligtbeweeglykheid wenschte hy zich, tot een Godsdienstig einde, ten nutte te maaken. Om dat doel te bereiken, meende hy met hun in eene taal te moeten spreeken, welke zy kunnen verdraagen. Hy noemde zyne vertoogen Leerredenen, om dezelven tevens, als stichting bevorderende Schriften, aan te kondigen; maar begreep zeer wel, dat deze Leerredenen niet in de gewoone predikmanier moesten vervat zyn, byaldien zy niet aanstonds zouden afschrikken. - Het zy verre van ons, het godvruchtig oogmerk van ewald ten kwaade te duiden, of hem als Christenleeraar de vryheid te betwisten, om zich, tot zoodanig einde, van het door hem beproefde middel te bedienen. De Natuur bestaat zoo wel door God, als de Openbaaring. Die de laatstgenoemde bron van Godsdienstige kennis voorbyzien, zyn waarlyk te beklaagen. Maar moet men hun deswegens ook het Godsdienstig onderwys uit de eerste onthouden? Is onvolkomene Godsdienstigheid daarom alleen te verachten, omdat zy den hoogsten trap van volkomenheid niet bereikt heeft? Bezef van Gods magt, wysheid en liefde, by onze medemenschen te verwekken, hen, aangaande Gods handelingen met menschen, en de waardy onzer natuur, eenigermaate te verlichten, hun iets in te boezemen van de groote liefde, welke de Natuur, met eene zwygende welspreekendeheid, predikt; dit is waarlyk ten allen tyde een verdienstelyk werk, de beste voorbereiding tot het ontvangen van hooger onderricht, en voor hun zelfs, die daarmede begunstigd zyn, een der geschiktste hulpmiddelen, om waar Godsdienstgevoel versterkt en vermeerderd te

[pagina 537]
[p. 537]

krygen, en alzoo, overeenkomstig het hoofddoel der Goddelyke Openbaaring, betere en gelukkigere menschen te worden.

De volgende nuttige onderwerpen worden, in deze Natuur-preeken, verhandeld. Eerste Stukjen. (1) Een zwaare en spoedig, zonder schade, verdweenen sneeuw: - Overde groote verandering, welke God elk jaar en elken dag voortbrengt. (2) Eene laate, lang verbeide, en telkens nog achterblyvende lente: - Over wachten en verbeiden. (3) De eerste schoone lentedag: - Gevoelens van eenen Godsverëerer, by het aankomen der lente. (4) Een groot kinderfeest, op eene opene plaats: - Over de waarde der kinderen. (5) Het gezicht van een vruchtbaar gezegend veld, midden in den oogsttyd: - Welke gevoelens wil God, door een ryken oogst, by ons verwekken? (6) Een laate herfstdag: - Een mannelyke blik op den dood. - Tweede Stukjen. (1) Een stille morgen, met een onbepaald uitzicht naar het Oosten: - Over het gebruik van den morgen. (2) Het gezicht van een groot liefderyk mensch: - Over de bestemming des menschen. (3) De lentezon: - Aanleg tot menschlykheid. (4) Een heftige brand: - Over menschlykheid. (5) Dezelfde stof voortgezet. (6) Een groot veld, vol ryp koorn: - Over het opwassen en ontwikkelen der menschen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken