Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804 (1804)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.97 MB)

Scans (43.09 MB)

XML (3.60 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804

(1804)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Christelyke Bespiegelingen in eenzaame uuren. Te Leyden, by J. van Tiffelen. In gr. 8vo. 98 bl.

Op den laatsten dag van het Jaar 1799. - By het Ziekbedde van myn Kind. - Het is den Mensche eenmaal gezet te sterven en daarna het oordeel. - By het Graf van mynen Vriend. - Jesus de grootste Menschenvriend. - Op mynen Geboortedag. - De leerzaame wandeling. - Godsdienst, de beste troostbron. Deze zyn de opschriften van deze losse Bespiegelingen, waarvan de onderwerpen wel gekozen zyn, als zynde allen voor gemoedlyke overdenkingen zeer geschikt, en waarin wy des Schryvers goede bedoeling ook niet miskennen, welke voorzeker lof verdient. Twee van deze Stukjes zyn voorheen reeds geplaatst in den Vryën Godsdienstvriend, zo als het Voorbericht meldt, welke gunstig moeten beöordeeld zyn. Hieraan, echter, konden wy dezelve niet onderkennen; want waarlyk wy hebben nu reeds alles gezegd, wat wy ter aanpryzing van dit Boekje te zeggen wisten. De onderwerpen kwamen ons zeer veel belangryker voor dan de behandeling; de bespiegelingen zyn al te zeer gekunsteld en rieken naar de lamp, ofschoon zy ons weinig opleveren dat nieuw is of byzonder treft. Zodanige opstellen moeten de taal van het hart tot het hart zyn; en wy bleven by de lezing doorgaans koud. ‘Aandoenlyk gezicht! een ge-

[pagina 667]
[p. 667]

opend graf! een graf waarin het ontzielde stof van mynen dierbren Vriend binnen weinige oogenblikken voor myne oogen zal nederzinken. Zou ik hiet ongevoelig kunnen zyn! Hy, die met verachting de traan uit myne oogen in het wachtend graf ziet nedervallen, is den naam van Vriend, wat zeg ik, is den naam van Mensch onwaardig. Ik ween om het gemis van mynen Jonathan.’

By het graf, het nog geöpend graf van zynen Jonathan was David zo woordenryk niet. Doorgaans kwam het ons voor, dat de Schryver, zyn onderwerp bepaald hebbende, zich nu moeite gaf om 'er iets over te zeggen; en eerst dan nog bedenken moest, wat hy gevoelen en zeggen moest.

‘Maar welke opbeurende gedachte vind ik teffens hier niet, als ik den afgewentelden grafzerk beschouw; wanneer de voortrollende eeuwen eens in den oceaan des tyds zullen zyn weggespoeld, dan zal ook in dien dag om welken alle dagen geschapen zyn, den dag der algemeene opstanding der dooden, deeze marmeren steen geopend, en mynen jonggestorven boezemvriend aan my weder gegeeven worden. Streelend denkbeeld!’ enz. Welke uitgezochte woorden, en dat van een bloedend hart, 't welk, by het geöpend graf voor den Boezemvriend, ieder oogenblik het dierbaar lyk verwacht.

‘'Er zyn oogenblikken, waarin de wooningen des doods niets verschrikkends voor ons hebben;’ enz. Ene ware en goede gedachte, maar die al aanstonds hier verwaterd wordt: ‘Alle die toebereidselen, welke ik thans voor my zie, het flaauwe lamplicht, 't geen, slechts hier en daar geplaatst, den weg tot de rustplaats aanwyst; de toebereide rustplaats zelve; de naderende lykdraagers;’ enz. enz.

Wy willen niet voordgaan; wy zouden den Jongen uit de Kerk doen gaan, die zodanige voorwerpen stond op te sommen, ook wanneer wy met het lyk van enen hem onbekenden naderden; en hier staat hy by de begraafnis van zynen eigenen Boezemvriend! - Het is zoevallig, dat het Boekje hier juist voor ons open viel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken