Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804 (1804)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.97 MB)

Scans (43.09 MB)

XML (3.60 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804

(1804)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het vangen en 't gebruik der beeren by de kamtschatkaërs.

(Ontleend uit bingley's Animal Biography.)

 

Wanneer een Kamtschatkaër een Beer ontdekt, zoekt hy, op een afstand, de goede genegenheid van dat Dier te winnen; minzaame gesten met vriendlyke woorden vergezellende. De Beeren zyn 'er, in de daad, zo gemeenzaam met de Menschen, dat, wanneer Vrouwen of Meisjes uitgaan

[pagina 46]
[p. 46]

om wortelen en kruiden te zoeken, of takken tot brandhout, zy door dezelve niet ontrust of gestoord worden; en indien een deezer Dieren tot haar komt, is het alleen om iets uit de handen te eeten te krygen. Men weet niet, dat zy ooit een Mensch aangevallen hebben, uitgenomen in gevallen, dat men ze onverwagt in den slaap stoorde: zeer zelden vallen zy op den Jaager aan.

De zagtzinnige geaartheid van de Beeren in Kamtschatka, die zo wyd en verre verschilt van die der Beeren in andere Gewesten, verzorgt aan hun egter geene vrywaaring van de vervolging der Menschen. Het veelvuldig nut, 't welk zy van deeze Dieren trekken, is een genoegzaam scherpe prikkel voor de bewoonders dier oorden, om een eeuwigduurenden oorlog aan de Beeren te verklaaren. Gewapend met een speer of knods, gaat de Kamtschatkaër het stil verblyf van dit vreedzaam Dier opzoeken, 't welk, geen aanval vreezende, en alleen op zelfverdeediging bedagt, de takkenbosschen, door zyn vervolger aangebragt, opzoekt, en daarmede den ingang van zyne verblyfplaats toesluit. Den mond des hols dus geslooten zynde, maakt de Jaager een gat boven in den top, en doorsteekt, met de grootste zekerheid, het verdeedigloos BeestGa naar voetnoot(*).

Zomtyds zyn de Kamtschatkaërs wreed genoeg, om een plank, met kromme spykers doorboord, in den weg des Beers te leggen, en 'er digt by iets hoogs te plaatzen, opdat het Dier wel deegelyk zwaar zal toetreeden. Hierdoor verschrikt, trapt de Beer met grooter kragt, dan hy anders zou gedaan hebben; en een der pooten gewond voelende, en gehaakt in een en ander der kromme spykers, poogt hy zich daarvan te ontdoen, door sterk met den anderen te werken. Doch de pooten van den Beer nu vastgeklemd zynde, richt het Dier, van pyn brullende, zich op de agterste pooten; waarop de plank hem terstond voor de oogen springt, en dermaate verbystert, dat hy in woede nederstort, en welhaast ten prooije zyner belaageren strekt.

Het zou bezwaarlyk vallen, wanneer men het Schaap uitzondert, een Dierensoort op te noemen, 't welk zo veelerwegen den Mensch van nut is, als de Beer, naa zynen dood, den Kamtschatkaër. Van de Huid maaken zy bedden, kleederen, mutzen, handschoenen, en halsbanden voor de honden hunner sleeden. De zodanigen, die zich op het ys begeeven,

[pagina 47]
[p. 47]

om Zeedieren te vangen, hebben schoenzoolen van een Beerenhuid, die op het ys nimmer uitglippen. Het Vet van den Beer wordt hoog geagt by alle de Inwoonders van Kamtschatka, als een zeer smaaklyk en gezond voedzel; gesmolten, strekt het hun tot oly. Het Vleesch der Beeren wordt voor eene groote lekkerny gehouden. De Ingewanden, wel gewasschen en net geschrapt, worden door de schoone Sexe in Kamtschatka gedraagen als maskers, om het aangezigt tegen het steeken der zonne te dekken, welke hier, door den besneeuwden grond terug gekaatst, het vel zeer doet verbranden; dan, door dit middel beschermd, bewaaren de Kamtschatkasche Schoonen haare kleur. De Russen in Kamtschatka maaken van die Ingewanden vensterraamen, die zo helder en doorzigtig zyn als die van Moscovisch glas. Van de Schouderbladen weeten zy sikkels te maaken om gras te maaijen. De Koppen der Beeren en de groote Beenderen hangen zy op, als zegetekens of cieraaden, aan de boomen by hunne wooningen.

De Kamtschatkaërs bekennen ook zeer veel verpligtings aan de Beeren te hebben, zo in de Weetenschappen als in de beschaafde Kunsten. Zy schryven aan deeze Dieren toe, wat zy van de Genees- en Heelkunde weeten. Door waar te neemen, welke kruiden de Beeren gebruiken, wanneer zy eene wonde bekomen hebben, of van welke deeze Dieren zich bedienen, als zy ziek zyn, heeft dit Volk kennis gekreegen aan die geneesmiddelen, tot welke het de toevlugt neemt, ten uit- en inwendigen gebruike. - Maar het allerzeldzaamste is, dat zy de Beeren voor hunne Dansmeesters erkennen. En in het geen zy den Beeren-dans noemen, wordt elke houding en gest van dat Dier zo zorgvuldig en naauwlettend gevolgd, dat zulks genoegzaam den leermeester aanduidt. Zy vertoonen den loggen gang en het dom voorkomen, de verschillende aandoeningen en omstandigheden, als wanneer de Jongen rondsom het Wysje huppelen, en de minnekoozeryen van den Beer en de Beerinne, alsmede de drift van dit Dier, wanneer het nagezet wordt.

voetnoot(*)
Iets dergelyks stellen eenigen der Noord-Americaansche Indiaanen omtrent de Beeren huns Lands te werk. Volgens het berigt van hearne, sluiten zy den ingang der Beeren-holen met hout toe, en breeken dan aan den top in, dooden het Dier met een spiets of snaphaan, of werpen het een strik om den hals, haalen het op, en maaken het Beest met een byl van kant.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken