Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804 (1804)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.97 MB)

Scans (43.09 MB)

XML (3.60 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804

(1804)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Voorbeeld van zonderlinge krankzinnigheid in den Engelschen leeraar Brown.

Simon brown, Leeraar onder de Christenen, welke men in Engeland Presbyteriaanen noemt, bekleedde reeds zoo vroeg, als op den ouderdom van twintig jaaren, het predikämpt. Zyne eerste standplaats was Portsmouth. Ondanks zyne jonge jaaren deedt hy welhaast zich zoo zeer bewonderen, dat hy, binnen kort, in de Gemeente in Old Jewry te Londen wierdt beroepen, welke voor de aanzienlykste onder de Non-Conformisten in die Stad wordt gehouden. Met zeer veel opgangs bekleedde hy zynen gewyden post, geduu-

[pagina 306]
[p. 306]

rende eenen reeks van jaaren, toen hem de ramp trof, dat eerst eene Echtgenoote, welke hy vuurig beminde, en vervolgens een eenige Zoon, hem niet minder dierbaar, hem door den dood ontviel. Zoo zwaar trof hem dit dubbel verlies, dat hy zyner zinnen byster wierdt. Allengskens, egter, nam die verbystering des verstands af, en maakte vervolgens plaats voor eene zwaarmoedigheid, zeldzaamer en ongemeener in haare soort, dan waar van men ooit een voorbeeld vernam. Eensklaps verbeeldde hy zich, dat God de denkende zelfstandigheid allengskens in hem vernietigd, en hem van allen inwendig gevoel hadt beroofd: in diervoege, dat, hoewel hy de menschlyke gedaante en het vermogen om te kunnen spreeken, op eene wyze, welke aan anderen redelyk dagt, hadt behouden, hy, egter, van 't geen hy sprak geen denkbeeld meer dan een Papegaai hadt. By natuurlyken gevolge daar van beschouwde hy zich zelven, van dien tyd af aan, niet meer als een vrywerkend weezen, aan wetten onderworpen, en voor belooningen en straffen vatbaar. Wat moeite men ook deedt, welke middelen men ook te werk stelde, nimmer konde men hem van deeze vreemde inbeelding doen terug komen; en niets bedroefde hem zoo zeer, dan dat hy andere menschen daar van niet konde overtuigen, naardien hy dagt dat men zyne opregtheid in twyfel trok. Zomtyds zelfs ging hy zoo verre, dat hy zich verbeeldde, dat de ongeloovigheid van hun, die hem kwamen bezoeken, een gevolg was van het oordeel van God, die niet wilde gedoogen, dat godvrugtige menschen, met zynen toestand begaan, ten zynen behoeve God baden, naardien dit een nutloos werk zyn zoude. Van hier dat hy in geenerlei maniere te beweegen was, zyne toestemming te geeven, dat, het zy in het byzonder, het zy in het openbaar, voorbiddingen voor hem geschiedden; als staande hy in het begrip, dat niets dan het geloof in Wonderwerken dusdanige voorbiddingen kon wettigen.

Intusschen genoot hy eene vry ruime maate van kalmte der ziele, dewyl hy zich zelven aanmerkte als iemant, die, niet veel hebbende te hoopen, ook niet veel te vreezen hadt; en, mids het gesprek niet over hem zelven liep, was hy in de verkeering niet onaangenaam. 't Geen nog meer moet verbaazen, is, dat, uitgezonderd de vreemde inbeelding, die hem kwel-

[pagina 307]
[p. 307]

de, zyne verbeelding leevendiger, zyn oordeel zelfs doordringender en vaster dan in de dagen zyner gezondheid was; lieden, die vóór en naa zyne bezoeking hem gekend hadden, getuigden dit eenpaarig.

Doch, niettegenstaande de Heer brown zich zelven als eene soort van Spreekend Beeld beschouwde, moet men zich, egter, niet verbeelden, dat hy allen letterärbeid geheel en al staakte; te veel zucht hadt hy voor denzelven, te zeer was hy daar aan gewoon, dan dat hy zynen tyd werkloos zoude doorbrengen. Onder zyne naagebleevene papieren heeft men eene menigte brokken van oude Grieksche en Latynsche Dichters gevonden, door hem in Engelsche Verzen vertaald; verscheiden uitmuntende oordeelkundige aanmerkingen op moeilyke plaatzen in de Brieven van den Apostel paulus; verscheiden korte Opstellen ten dienste der Jeugd; eene Engelsche Spraakkunst; een Kort Begrip van de Gewyde Geschiedenisse, en eene verzameling van Fabelen, beiden in Verzen. Daarenboven hadt hy, met oneindige moeite, eene verzameling gemaakt, in twee boekdeelen bevat, van alle de Wortelwoorden der Grieksche en Latynsche taale, en voor elk dier boekdeelen een Woordenboek vervaardigd, met oogmerk om de beoeffening van die beide taalen gemaklyker te maaken en te bekorten.

Geduurende de twee laatste jaaren zyns leevens hieldt hy zich onledig met de heerschende geschillen van dien tyd, loopende over de waarbeid des Christlyken Godsdiensts; ten gelukke verwierf men van hem verlof, om, 't geen hy daar over hadt geschreeven, door den druk waereldkundig te maaken. Zyn eerste Geschrift strekte ter verdeediginge van de Wonderwerken van jezus christus tegen de aanvallen van woolston; naar het oordeel van deskundigen hadt hy zich loflyk van die taak gekweeten. Vervolgens schreef hy een Antwoord op het berugte Werk des Heeren tindal, getiteld: Het Christendom zoo oud als de Schepping; een Werk, op geenen minderen prys te schatten, dan zoo veele andere, tegen dien Euangeliebestryder in 't licht verscheenen.

Te verwonderen is het, dat de Heer brown zoo veel, en wel met een zoo goeden opgang, heeft kunnen schryven, in weerwil der ongesteldheid van zynen geest, die weinig korter dan tien jaaren heeft ge-

[pagina 308]
[p. 308]

duurd. Maar, 't geen nog verwonderlyker is, en ten onlochenbaaren bewyze dient, dat hy zeer uitsteekende en zonderlinge bekwaamheden moet bezeten hebben, en dat hy van dezelve een goed gebruik hadt gemaakt, is hier in gelegen, dat hy alle deeze Werken uit het hoofd hadt geschreeven, zonder behulp van boeken, zonder raad of overleg van geleerde mannen. Hy hadt een plan gemaakt, indien hem een langer leeven vergund geworden ware, het denkbeeld, welk de Schriftuur van de Offerande van jezus christus geeft, te ontwikkelen en te verdeedigen. Doch zyn dood, omtrent het jaar 1730 voorgevallen, door eene aaneenschakeling van wederwaardigheden veroorzaakt, hadt de volvoering van dat plan verydeld, en aan alle zyne rampen een einde gemaakt, in het twee-en-vyftigste jaar zyns leevens. De hoedanigheden van zyn hart evenaarden de begaafdheden van zyn verstand. Men beschryft hem als een man, geleerd zonder schoolvossery, godsdienstig zonder dweepzucht, liefdaadig zonder praalvertooning, een yveraar zonder bygeloof.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken