Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804 (1804)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.97 MB)

Scans (43.09 MB)

XML (3.60 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804

(1804)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 350]
[p. 350]

Gedagten, over de vorming der rivieren.

(Volgens haug, Hoogleeraar in de Natuurlyke Wysbegeerte, op de Normal-School in Frankryk.)

 

De Uitdamping heeft de waare uitlegging aan de hand gegeeven van een stuk, 't welk, langen tyd, de bespiegelingen der Natuuronderzoekeren heeft bezig gehouden. Bestendig heeft men waargenomen, dat Rivieren en Stroomen steeds van derzelver oorsprongen na Zee vloeijen, en dat egter die bronnen nimmer opdroogen. Even zo heeft men ontdekt, dat de Zee, by aanhoudenheid, die schatting van onderscheide wateren ontving, en nogthans de gewoone gestelde perken niet overschreedde. - Uit de werking deezer omstandigheden hebben de Wysgeeren beslooten, dat alle wateren noodwendig moesten wederkeeren tot derzelver oorsprongen uit de Zee, en dat de Natuur eene onafgebrooke gemeenschap moest geopend hebben tusschen den Oceaan en de daaraan schatting geevende Rivieren en Stroomen. Doch, waar zyn de toegangen en openingen voor deeze onderlinge mededeeling? Waar vondt men de waterleidingen, door welke het water der Zee kwam aan de oorsprongen der Rivieren; en door welke middelen verloor hetzelve de zoutheid in dien verborgenen doortogt? Dit was het moeilyk stuk, 't geen uitgemaakt moest worden, om tot de oplossing te geraaken.

Men nam de toevlugt tot eene en andere veronderstelling, die meer schyn dan weezenlykheid hadden. - Eenigen omhelsden het gevoelen van descartes, en verbeeldden zich, dat het water der Zee, met door die onderaardsche kanaalen heen te gaan, in zeer groote bakken of holen kwam, gelegen onder de grondvesten der Bergen; dan werden de wateren in damp veranderd, door middel van de hette, in die onderaardsche plaatzen heerschende, en, beroofd zynde van de zoutdeelen, klommen zy op tot de hoogere afdeelingen dier holten, waar zy door de koude verdikten, en vervolgens na de bronnen der Rivieren en Stroomen vloeiden. In deezer voege hadt 'er, naar het gevoelen deezer Wysgeeren, eene weezenlyke scheiding plaats, gelyk aan die, welke

[pagina 351]
[p. 351]

wy zien volbrengen in de stookplaatzen onzer Scheikundigen.

Volgens anderen, vonden de Wateren der Zee, door den vloed opgezet, hunnen weg in de aarde, door eene menigte van spleeten en openingen, waarin zy eene soort van doorzyging ondergingen, die dezelve van de zoutdeelen ontlastte. Kanaalen van deezen aart, welker takken zich aan alle kanten uitbreidden, voerden de wateren na de plaatzen, waar dezelve springbronnen vormden, by derzelver vereeniging.

Wanneer men deeze bespiegelingen toetste aan de beginzels van gezonde Wysbegeerte, ontdekte het zich duidelyk, dat het gebruik van scheid- en doorzygkunde aan de Natuur te leenen, niets anders was, dan haar de middelen onzer Kunst te verschaffen, en haar te dwingen dezelve aan te neemen, - haar, die, zo vaak, het tegenbeeld is onzer kunstwerkingen.

Eindelyk vormde men gissingen, dat geene andere oorzaak aan de Fonteinen moest worden toegekend, dan die alleen uit den Regen ontstondt. - Dan het zyn Rede en Waarneeming, welke ons tot de volgende besluiten opleiden.

Het Water ryst uit elk gedeelte onzes Aardbols in den Dampkring op, door middel van Uitdamping. Het Zeewater verliest deszelfs zoutdeelen, naar gelange het blootgesteld wordt aan de aantrekking der lugt; en een gedeelte der dampen en regens, welke door deeze wateren worden veroorzaakt, valt op de toppen der bergen. Deeze verhevenheden schynen op de wolken te werken, en dezelve in die hooge gewesten te verdikken. Men heeft waargenomen, dat een wolk, den top eens bergs, in het voorbytrekken, ontmoetende, verdween, naar gelange de onderscheide deelen den berg aanraakten. Het water, waarmede de wolken vervuld zyn, vindt dan den weg in den omliggenden grond, tot dat het eene ondoorganglyke bedding aantreft; van daar stroomt het ter schuinte af, en aan den voet des bergs, waar het eindelyk ontvangen wordt, vertoont het zich zonder eenigen verderen hinderpaal. - Op de bergen van den eersten of oudsten rang stort het water op de rotzen, waaruit die verbaazende klompen zyn zamengesteld. De bergen van den tweeden rang, van een zagter en sponsagtiger aart zynde, laaten het water tot eene meerdere diepte doorzakken, waar het gestuit wordt

[pagina 352]
[p. 352]

door middel van kleibeddingen, welker schuinte den loop der stroomen, die 'er van afvloeijen, regelt. Het is in de tusschenruimten van de nabyliggende beddingen, dat men de oorspronglyke Waterbronnen aantreft. De wateren, die niet op de oppervlakte blyven, gaan dieper in den schoot der aarde, waar de mensch dezelve opspeurt, door putten te graaven in de wellen by zyne woonsteden.

Maar misschien is het al te veel toegeschreeven aan de Uitdamping, wanneer men stelt, dat deeze alleen die onmeetbaare hoeveelheid Waters kan verschaffen, welke vereischt wordt om zo veele bronnen aan den gang te houden; inzonderheid wanneer men in aanmerking neemt de groote hoeveelheid, welke uit de Rivieren en Stroomen verlooren gaat, 't geen dient tot drinken voor de Dieren, en opgeslorpt wordt door Boomen en Planten. - Mariotte heeft, in zyne Verhandeling over de Beweeging der Wateren, dit stuk nagegaan met de naauwkeurigheid hem eigen, door de hoeveelheid van Regenwater, welke te Parys, en in de ommestreeken dier Stad, in het verloop van een Jaar valt, te vergelyken met die, in het zelfde tydsbestek, onder de Pont National heen stroomt; en de uitslag zyner waarneemingen en berekeningen is, dat de hoeveelheid des vallenden Waters zo verre de hoeveelheid, welke noodig is om de Rivieren en Meiren te vullen, te boven gaat, dat wy moeten veronderstellen, dat het overschot gebruikt wordt met eene ryklykheid, die bovenmaatig zou mogen geheeten worden tot de einden van groeijing en andere onvermydelyk noodige opslorpingen. De oplossing van deeze zwaarigheid schynt aanleiding te geeven tot eene nieuwe, niet gereedlyk uit den weg te ruimen.

De verklaaring, door ons omhelsd, schynt de Natuur te rug te brengen tot derzelver gewoone eenvoudigheid, en tot de gemaklvkheid der middelen, door haar gebezigd. De lugt van den Dampkring trekt, door derzelver eenvoudige werking, onophoudelyk de Wateren, die de oppervlakte des Aardkloots overdekken, tot zich; en, naa als een voertuig voor dezelve gediend te hebben, stort zy ze neder in onderscheidene deelen, en geeft ze weder aan de voorige plaatzen, aan de velden en planten, die 'er door verfrischt worden, aan de oorsprongen der Rivieren, welke zy voorzien, en aan den Oceaan, welks verlies zy boeten.

[pagina 353]
[p. 353]

Het gewest, waarin de onderscheldene verschynzels; door de Uitdamping veroorzaakt, plaats grypen, strekt zich tot geene groote hoogte in den Dampkring uit. Volgens musschenbroek gaan de hoogste Wolken zeldzaam boven de toppen der hoogste Bergen. - Men heeft proeven te werk gesteld, met oogmerk om de hoogte des Dampkrings zelven te bepaalen; een stuk, 't geen ligt zou vallen uit te maaken, ware de dik- of digtheid der Lugt op alle plaatzen dezelfde als aan 's Aardryks oppervlakte. Het zou, in dat geval, genoegzaam weezen, de evenredigheid te bepaalen tusschen digtheden van de Kwik en de Lugt, of tusschen derzelver soortlyke zwaarte, en deeze evenredigheid te vermenigvuldigen door agt-en twintig duimen, waar uit een afstand zou ontstaan van omtrent twee mylen (Leagues) voor de hoogte, welke men zoekt. Maar deeze bepaaling wykt zeer verre van de waarheid af, ter oorzaake van de vermindering, welke de digtheid der Lugt ondergaat, naar gelange dezelve zich van onze Aarde verwydert. - Lahire heeft beproefd om de hoogte des Dampkrings op te maaken uit den duur der Scheemeringe. Het is eene bekende zaak, dat wy de straalen der Zonne beginnen te zien, wanneer dat Licht nog agttien graaden beneden den gezigteinder is. Die zelfde straalen dringen op dien tyd niet door tot een beschouwer, tot wien de gemelde gezigteinder behoort, voor dat zy gebroken zyn door den Dampkring, en naderhand te rug gekaatst door deszelfs holte, van waar zy de richting neemen tot den aanschouwer. 'Er wordt, overzulks, eene zekere hoogte aan den Dampkring toegeschreeven, zodanig, dat de terugkaatzing, door de Scheemering veroorzaakt, begint, wanneer de Zon agttien graaden beneden den gezigteinder is; en door dien afstand te berekenen, ontdekte lahire, dat dezelve omtrent zestien mylen was. Dan, uit die berekening is het alleen openbaar, dat, op den afstand van agttien mylen, het uitwerkzel van den Dampkring, in het wederkaatzen des lichts, nog merkbaar is: weshalven wy alleen zekerheid hebben, dat de Dampkring zich, ten minsten, zo verre uitstrekt, zonder dat wy ons in staat vinden om de uiterste grenzen daarvan te bepaalen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken