Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1826 (1826)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1826
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1826Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1826

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.75 MB)

Scans (40.62 MB)

XML (3.49 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1826

(1826)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

P.C. Hooft's Nederlandsche Historiën, met Aanteekeningen en Ophelderingen van de Hoogleeraren M. Siegenbeek, te Leyden, A. Simons, te Utrecht, en J.P. van Cappelle, te Amsterdam. Met Platen. VIde tot VIIIste Deel. 1823, 1824. Te Amsterdam, bij J. van der Hey en Zoon. In gr. 8vo. Te zamen 1093 Bl. f 13-50.

Van de vijf eerste deelen dezes werks gaven wij voorheen verslag. Thans mogen wij de drie waardige mannen geluk wenschen met de voltooijing van hunnen vlijtigen en naauwkeurigen arbeid, die hun op den dank hunner landgenooten eene duurzame aanspraak geeft. Zoo toch is hun een schat geopend van voortreffelijke wetenschap, anders voor velen of moeijelijk verkrijgbaar, of niet bruikbaar genoeg. Zoo

[pagina 392]
[p. 392]

spreekt de groote Geschiedschrijver, eeuwen na den dood, die hem dit meesterstuk deed afbreken, tot de nakomelingschap, en zij verstaat en vereert hem, Immers de aanteekeningen onder den tekst strekken, ook in deze deelen, overvloedig (somtijds zelfs overtollig) ter verheldering der verouderde woorden en zegswijzen; en zoo wordt dit werk niet alleen voor den beoefenaar der geschiedenis zijns vaderlands, maar ook voor den beoefenaar van de Nederlandsche taal, en van den stijl, een hoogstschatbaat geschenk. Het uitvoerige Register van het oorspronkelijke werk wordt, daarenboven, opgevolgd door eene Alphabetische Lijst der Aanteekeningen, die, hoezeer nog voor aanvullingen vatbaar, echter hoogstgemakkelijk is, en getuigenis geeft, dat zich de bearbeiders van dit werk geene moeite ontzegd hebben, om het aan hun oogmerk te doen beantwoorden. Nu, dat bewijst nagenoeg elke bladzijde. Laat ons een paar aanteekeningen, zoo als zij ons ontmoeten, overnemen; want het werk zelve van hooft, gelaten zoo als het was, behoeft geene vermelding.

‘Regtzinnig. Dit woord, meestal in eene godgeleerde beteekenis gebezigd, is hier (VI, 88) wel zoo goed als regtschapen. Men behoorde het van onzen Schrijver over te nemen, ter onderscheiding van hen, die het noch met hun Vaderland, noch met den Koning wel meenen.’

‘Vaddigheid (vadzigheid) lafhartigheid, traagheid, van het oude vadden, verwelken, kwijnen. Vodde is van dit woord afkomstig.’

‘Zij schikken, zorgen, beijveren zich. Voorts is het kennelijk, dat de tegenwoordige tijd in dit werkwoord, gelijk dergelijke, in de volgende, door hooft gebruikt, (VII, 179) opzettelijk gekozen is, om den spoed te kennen te geven. Alles wordt daardoor levendiger voorgesteld, en krachtiger.’

Sommige aanmerkingen op de eigenheden van hooft's stijl waarschuwen tegen de navolging van deszelfs gebreken; en dit behoort, niet minder dan de ophelderingen, tot de verdiensten van dit werk. Andere aanteekeningen zijn van een' geschiedkundigen aard.

De platen in deze deelen, vrij grof van gravure, stellen de vraag der Prinses van Parma aan willem I voor: ‘wie die mensch met dat kwade uitzigt was?’ (de moordenaar des Vorsten); het lijfsgevaar van den Graaf van Nieuwenaar te

[pagina 393]
[p. 393]

Nymegen; de standvastigheid van Hopman splinter, en de Hollandsche vromigheid van den Burgemeester boom.

Mogt nu maar dit werk dien lezeren, voor welke het bestemd is, in handen komen, en in onze Nederlandsche jeugd het Nederlandsche karakter door deszelfs lezing, te gelijk met de liefde voor het vaderland en onze schoone taal, gevestigd worden! Hoe het zij, wij verheugen ons in het bezit van dezen schat, en danken de voortreffelijke Hoogleeraren voor hunne edele bezigheid.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Vaderlandsche letteroefeningen


Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Alle de gedrukte werken 1611-1738. Deel 4 en 5. Nederlandsche Historien


auteurs

  • over Matthijs Siegenbeek

  • over Adam Simons

  • over J.P. van Cappelle