Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1832 (1832)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1832
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1832Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1832

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.80 MB)

XML (3.52 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1832

(1832)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Lied der Leidsche Studenten, enz. Door H. Tollens, C.z.Te Amsterdam, bij M. Westerman en Zoon. 6 Bl. ƒ :-25.

[pagina 224]
[p. 224]


Aan de Volken, Lierzang, door m. westerman. Te Amsterdam, bij M. Westerman en Zoon. 8 Bl. ƒ :-25.
November 1813 herdacht. Dichtstuk, door l. van den broek. Te Rotterdam, bij A.F.H. Smit. 11 Bl. ƒ :-30.
Onze Leus, Vaderlandsch Dichtstuk, door j. van harderwijk, r.z. Te Rotterdam, bij Mensing en van Westreenen. 6 Bl. ƒ :-20.
Juichtoon en Zegezang bij den plegtigen intogt der Studenten van Groningen en Franeker, enz. Door f.c. de greuve, Hoogleeraar aan de Hoogeschool van Groningen. Te Groningen, bij W. van Boekeren. 16 Bl. ƒ :-30.
Dankbetuiging aan de Groningsche Jufferschap, enz. Door a.w. engelen. Te Groningen, bij W. van Boekeren. 8 Bl. ƒ :-20.
Hollands aloude roem treffelijk gehandhaafd, enz. Zegezang. Te Amsterdam, bij J.J. Wijchers. 13 Bl. ƒ :-20.
Bij het maken van pluksel voor de gekwetsten, enz. Door v. herdingh, l. zoon. Te Leyden, bij L. Herdingh en Zoon. 11 Bl. ƒ :-30.
Hulde aan den onvergetelijken Zeeheld j.c.j. van speyk, enz. Door p.j.k. thomson. Te Zierikzee, bij J. van de Velde Olivier. VI en 13 bl. ƒ :-15 c.

Daar tijd- en plaatsgebrek ons verbieden, in eene eigenlijk gezegde kritiek te treden der menigvuldige dichtstukjes op de tijdsomstandigheden, of daarmede eenigermate in verband staande, zoo zij het genoeg van de hier aangekondigde gedichten in het algemeen loffelijke melding te maken. Boven de anderen munten echter uit de met regt beroemde tollensGa naar voetnoot(*), en na hem de Heeren westerman,

[pagina 225]
[p. 225]

van den broek, de greuve en van engelen. In het anders verdienstelijk stuk van den Heer van harderwijk hindert ons de dooreenmenging of liever opvolging van Trippelende, daarna van Jambische, en eindelijk van een' enkelen Trochaïschen regel, in dezelfde strophe, en zulks in de vier eerste en in het laatste couplet. Bilderdijk heeft reeds tegen het dooreenmengen van Trippelverzen, met Jambische of Trochaïsche in ééne strooph, gewaarschuwd; en te regt, wegens den verschillenden tact in de zamenstelling van verzen in twee-, buiten die in drie-grepige voetmaat, zoodat vādĕr=´lānd, in tweegrepige voeten, vādĕrlan̆d wordt in de driegrepigen, b.v. Het vādĕrlan̄d zal zegepralen, en: Het vāder̆lan̆d jubelt en dankt. Wanneer men van de Jambische in de Trochaïsche maat, in één couplet, overgaat, behoort de voorafgaande Jambische regel slepend, en dus met een Trochaïsch eindslot te zijn: b.v. Als̆ on̄ze dappren zegeprālen̆, Juīchen̆ wij met blijden mond. Daarentegen, gaat men van de Trochaïsche in de Jambische maat over, dan zal best de voorafgaande Trochaïsche regel staande, en dus met een Jambisch eindslot zijn: b.v. Vluḡtĕn wij! de dondĕr rōlt Ver̆vāarlijk door de lucht. Wanneer terentius, in zijne Blijspelen, van Jambische tot Trochaïsche verzen overgaat, of omgekeerd, neemt hij die harmonische opvolging doorgaans, zoo niet altijd, in acht. Aldus ook zingt horatius: Non̄ ĕbur neque aurĕum̄ Mĕā renidet in domo lacunar. Echter: geen regel zonder uitzondering!

Het vers van den Heer thomson is eene waardige hulde aan van speyk. Eenige hardheden in de versificatie, vooral met die dubbele t t, zal men hem wel vergeven. Hij zij echter keuriger in het vervolg!

Ook de andere hier aangekondigde gedichten hebben, bij eenige gebreken, toch veel goeds.

voetnoot(*)
Één couplet, bij den greep, (men kan hier niet mistasten) ter proeve:
 
Men weet, wat in 't Zuiden, dat broeinest van kwaad,
 
Studenten voor wetenschap leeren:
 
Zij smaden den Vorst en beroeren den Staat,
 
Gehoorzamen niet - maar regeren.
 
Wij, wars van verraad en oproerig geweld,
 
Bestrijden die leer in de school en in 't veld.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Vaderlandsche letteroefeningen


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Hendrik Tollens

  • over Marten Westerman

  • over Jan van Speijk

  • over Lambrecht van den Broek

  • over Fredericus Christianus de Greuve

  • over A.W. Engelen

  • over Jan van Harderwijk Rzn.

  • over Vincent Lz. Herdingh

  • over P.J.K. Thomson