Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856 (1856)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.28 MB)

XML (3.71 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856

(1856)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 92]
[p. 92]

De gang van den Oosterschen(?) Oorlog, en de togt naar de Krim. Opgedragen aan het Keizerlijk Bewind van Z.M. Napoleon III. Door een Opperbevelhebber van het leger aldaar. Naar het Fransch. Te Vianen, bij G.S.A. Stuart. 1855. In gr. 8vo. 57 bl. f :-50.

Hoewel, sedert den val van Sebastopol, de belangstelling in, en de geestdrift voor den oorlog in 't Oosten aanmerkelijk is verflaauwd, zal toch dit werkje nog met genoegen gelezen worden. Na eene beschouwing van de aanleidende oorzaken des oorlogs en de daarmede in verband staande diplomatieke handelingen, volgt in beknopte en algemeene trekken een verhaal van den gang der zaken, sedert den aanvang der expeditie tot 6 November 1854, en eindigend met de uiting van het gevoelen: ‘dat de togt naar de Krim eene dwaasheid is’, en ‘dat het hoog tijd is voor de gealliëerden tot den terugtogt over te gaan’. Ofschoon die meening door de gebeurtenissen is gelogenstraft, kan men haar wel toegeven aan den Schrijver, die in al de wederwaardigheden, ontberingen en gevaren dezer expeditie schijnt te hebben gedeeld. Maar dat die Schrijver ‘een Opperbevelhebber’ van het Krim-leger wordt genoemd, is hoogst waarschijnlijk eene bluf of eene vertaalfout; hij zal een hoofdofficier (officier supérieur) of onderbevelhebber zijn, vermoedelijk van nog jeugdigen leeftijd. Dit laatste is merkbaar aan zijne oordeelvellingen over de opperbevelhebbers en ondergeschikte generaals, die hij nog al over den hekel haalt; en vooral daaraan, dat Lord raglan, naar zijne meening, veel te oud was om een goed hoofdbevelhebber te kunnen zijn. Jongelieden gispen gaarne, en vallen bij voorkeur aan wat boven hen is en hunne vooruitzigten in den weg staat, en inzonderheid wat oud is. Hoe dit zij, het boekjen is lezenswaard. Het is, hoewel slordig, vrij vlot vertaald; sommige zinsneden en benamingen evenwel doen zien dat de Vertaler geen kenner is van krijgszaken, en enkele der met verschillende spelling meermalen voorkomende namen van bevelhebbers getuigen dat hij ook niet vertrouwd is met die namen, of achteloos gewerkt heeft. Eene zorgvuldige vertaling is het geenszins: b.v. ‘Oostersche oorlog’ en ‘Westmogendheden’ zijn oneigenaardige en inconsequente vreemd-

[pagina 93]
[p. 93]

heden; immers de oorlog is niet Oostersch, en de verbonden mogendheden, daarentegen, zijn wel degelijk Westersch.

Een paar staaltjes mogen van den inhoud - die bij uitstek Franschgezind, doch weinig Napoleontisch is - eenig denkbeeld geven. Bl. 47: ‘Het magtwoord van canrobert is: “men kan niet alles te gelijk doen”. Daarmede eindigt hij gewoonlijk zijne weigering. In het veld moet men alles te gelijk doen, en dat strijdt geheel en al met den bekrompen en tragen aard van den generaal.’ - Bl. 48: ‘Wij zullen alle uitwij(ei)ding vermijden die op de Engelsche generaals betrekking heeft; en alleen zeggen, dat wij het bejammeren dat dappere en moedige officieren als brown, cathcart, lac-evans (elders: lacy, evans) en zelfs de jeugdige hertog van cambridge(?!), niet een bekwamer, vlugger opperhoofd hebben, dat niet zoo oud is.’ - Bl. 50: ‘Daarna zagen wij met verbazing en ontzetting de Engelsche kavallerie als de bliksem op de vijandelijke drommen inrennen. Zij brak door de Russische gelederen heen en kwam bij hun achterste eskadrons niet dan ten koste van menig leven. Maar toen zag zij zich van alle zijden ingesloten, en in een musket(-) (geweer-) en schrootvuur, dat, van zeer nabij(,) alles wegmaaide als een maaijer op een korenveld. - Bosquet ijlde naar de opper-generaals (lees: opperbevelhebbers) om bevel te vragen een aanval te doen, of ten minste die onvertsaagde ruiterij te hulpe te snellen. Canrobert antwoordde dat dit te vergeefsch en te laat was. Lord raglan verroerde zich niet; met schijnbare onverschilligheid zag hij de vernieling zijner ligte kavallerie aan’, enz.

Dit zij genoeg om te doen zien dat het werkjen in een levendigen stijl en trant is geschreven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken