Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

Informatie terzijde

Titelpagina van
Afbeelding van Toon afbeelding van titelpagina van

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave





© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

––rechtenstatus Auteursrechtvrij

Laatmiddeleeuwse vagebondteksten


Vorige Volgende
[p. 38]

De dieventaal

Adon - God
Alchen - lopen
Avelcoert - een beurs of een buidel
Blicslaghere - iemand die berooid langs de wegen zwerft
Baey - wijn
Breehaert - een weg of straat
Bossaert oft creu - vlees
Besaffot - een brief
Botten - eten
Busen - drinken
Blanckaert - melk
Bucht - geld
Cuysen - slaan
Cout oft sax - een mes
Casse - een huis
Casement - de gevangenis
Claffot - een mantel
Cristiaen - een pelgrim
Caval - een paard
Creu - vlees
Coxe - een kip
Calaensche mosse - een mooi vrouwtje
Dolman oft greyse - de galg
Dosch - kleren
Dallinger - een beul
Diftel oft clusement - de kerk
Dille - een meisje
Deystere - een dobbelsteen
Erlat - een baas
Erlatinne - een bazin
Foncke - vuur
[p. 39]
Flossaert - water
Flosselic - vis
Flossen - pissen
Fonckelen - braden of koken
Flader - een badhuis
Fluchaert - een hoen
Flick - knecht
Fiel - makker of schavuit
Glathaert - een maaltijd
Gripelic - een vinger
Genffen - stelen
Glisbout - een kind
Glyde - een hoer
Goute - een lichte vrouw
Glidenbosch - bordeel
Gauhaert - de duivel
Griexse - luis
Galle - een priester
Gallenbosch - een pastorie
Gitselijn - een stuk brood
Glesterick - glas
Gogelfrentse - een non
Grimhaert - een beest dat bijt
Greise - de galg
Horselen - kijven
Hovele - een hond
Hemelstijch - een paternoster
Houts - een boer
Houtse - een boerin
Horenbock - een koe
Horencreu - rundvlees
Hans walter oft een griexse - een luis
Har - een vlo
Heghijs oft Spijc - een gasthuis
[p. 40]
Hans van gheldere - roggebrood
Hoef - brood
Hasperlinck - garen
Jonen - bedriegen
Joner - een bedrieger
Kamesierer - een geleerde bedelaar
Kroener - een man
Kronie oft cronerinne - een vrouw
Krax - een klooster
Klems - een gevangenis
Klicsteen - een veldwachter of verrader
Klinghe - een lier
Krakelinck - een noot
Kabbas - een korf
Knaghelinck - een rat
Laert - spek
Lijms - een hemd
Loerman - kaas
Leuselinck - een oor
Laus - een ei
Laurette - een rat of een kletskous
Morf - mond
Monye oft Bucht - geld
Menge - een ketelsmid
Molsamere - een verrader
Meepsen rosch - licht bier
Meuse - een kat
Mijnen - stelen
Neeringhe doen - op de loer liggen of eten zoeken
Poderlijstere - een haan of een hen
Platscheerdere - een bedelmonnik
Priemcatere - een pastoor
Pflueger - iemand die in de kerk met de offerschaal rondgaat
Quien oft Hovel - een hond
[p. 41]
Quien goffere - een hondenslager
Quinckere - een oog
Quisten - spreken
Ruyschaert - een strozak
Rippaert - een zak
Rotbosch - een bedelaars-nachtverblijf
Regenworm - een worst
Ryelinck - zout
Ree - ernstige ziekte
Runtsen - bedriegen, oplichten
Rouwelic - een jong kind
Rompelinck - mosterd
Robbelic - soep
Smickse - boter
Schocken - eten en drinken
Schockervetser - een waard
Spranckaert - zout
Screilinc - een kind
Sonnenbosch - bordeel
Sefelbosch - een privaat
Soens - een edelman
Soensinne - een edelvrouw
Stuppaert - meel
Spitlinc - haver
Smalkagel - overspelige
Screns - een badhuis
Snateren - kletsen
Stolffen oft harderick - gevangenis
Stabulier - iemand die brood inzamelt
Stroboerer oft platvoet - een gans
Scoerbrant oft rosch - bier
Strikelinck - een paar kousen
Swensen - langs de wegens zwerven
Snuterick - een neus
[p. 42]
Therick - land
Trewael - een schoen
Voppen - liegen
Verlunschen - begrijpen
Vermonen - bedriegen
Verkimmeren - verkopen
Versencken - verkopen
Vosch - een gouden penning
Vyle - een stad
Wederhaen - een hoed
Wintfanck - een mantel
Winnenberch - een mooie vrouw
Zwirlic oft quincker - een oog
Zickusz - een blinde
Zwicker - een hangdief
Zwengeric - een vest
Zoevele - een hoofd

De auteur van dit boek wijst u nog op enige woorden, die in dit boek verder niet gebruikt worden:

De crommen - een rechter
Een boexer - een gerechtsdienaar of iemand die opdracht heeft om een persoon te arresteren
Dossement - kleren
Eenen dos - een overkleed
Per .p. - een vest
Een lems - een hemd
Treckers, aentreckers - kousen
Trewael - schoenen
Een decker - een hoofddeksel
Een totric - een kapmantel van vrouw of man
Floy - water
Floybac - een schip
[p. 43]
Stubbelen - vechten
Een sancke - een kerk
Ghesanct - verbannen
Sancken - getrouwd
Ghestoupt - gegeseld
Een casse - een huis
Een casement - een gevangenis
Rijster - stro
Muylfaceler - een barbier
Een bult - een bed
Slumerix, oft spederix - slaaplakens
Leepeneute - een boosaardige vrouw
Een priemer - een priester
Prepesen - boeken
Swems - vis
Flaccaert - een toorts of kaars
Smixe - boter
Suye - een beurs
Scuppe - beslapen
Fouckaert - een kreupele
Fonc - vuur
Verbost - kijven
Vestieren - zij loopt
Verhaert - het is gepakt
Mockegout - ze stinkt
Plenium palium - gevangen vis of bewaarde vis

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken