Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamse Gids. Jaargang 32 (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamse Gids. Jaargang 32
Afbeelding van De Vlaamse Gids. Jaargang 32Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamse Gids. Jaargang 32

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.35 MB)

ebook (4.13 MB)

XML (2.14 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamse Gids. Jaargang 32

(1948)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 318]
[p. 318]

Van de hak op de tak

Foto's bekijken

Tot de zeer te appreciëren ‘genoegens des burgerlijken levens’ behoort het individuele en het familiale bekijken en bespreken van fotoalbums. Men bestudeert en ondervraagt de gebakkebaarde opa's en de gepijpmutste grootmoeders, men beknibbelt of bewondert de door kunstlicht beschenen gebreken en deugden van menig familielid en als hedendaags toeschouwer voelt men zich veilig achter schot en als men dan eindelijk zo een album weer dichtslaat, alsof het een poort ware waarachter men het Verleden grendelt, heeft men weinig lust om een ode aan zijn voorgeslacht te dichten of om zijn jeugdherinneringen te schrijven. De meeste foto's hebben bij de toeschouwer allerlei mooie illusies ontnomen: de natuurlijke bewegingen ontaardden in stijve poses en de vele spontane gelaatsuitdrukkingen verstarden tot comisch of tragisch aandoende maskergrimassen. Geen mensengalerij, maar een poppenkast. Wie het bekijken van dergelijke albums niet zo ernstig opvat, maar ze beschouwt als ‘Camerae Obscurae’, om er zijn spot- en plaaglust in bot te vieren, sluit ze gewoonlijk minder zwaarmoedig.

Dol zijn we allen op mooie foto's en meer voldoening schenken ons thans de filmbeelden, de geïllustreerde kunsttijdschriften, de fotoreportages, vooral als zij het werk zijn van één en dezelfde fotograaf. Een bizonder pluimpje verdienen bijv. E. van Moerkerken's ‘Reportages in Licht en Schaduw’ (Uitg. G.A. van Oorschot, Amsterdam).

Van Moerkerken (ik vermoed dat hij de zoon is van de Hollandse romancier P.H. van M.), is vakman én kunstenaar, technieker én fijnzinnige geest. In de 106 meesterlijke snapshots, die hij ons hier aanbiedt, gunt hij de mens de eresplaats, alhoewel de gans eerste plaats toekomt aan de hond Eddeck. En om ons een beeld van de hedendaagse mens te geven, richt hij zijn ‘alziend oog’ niet zozeer op de ‘arbeider’, die in zovele gelijkaardige politiek of sociaal getinte albums (men denke maar aan de talloze propagandabrochures uit Soviet-Rusland, Duitsland en Italië) de overwegende rol speelde of moest spelen; van Moerkerken hoeft het bij hoger mensentypes gezocht en gevonden, bij schrijvers en kunstenaars, bij de geestes-élite. Zo toont hij ons in een prachtige galerij de auteur P.H. van Moerkerken, de handen gevouwen en rustig in en buiten zichzelf schouwend; Edo du Perron, schrijvend in het Multatulimuseum; ter Braak, in gesprek met zijn poes; Vestdijk, met analytische bril en ruisende sigaret; André Gide, met dezelfde pose maar in gekromder houding; Léautaud met een oudappeltjesgelaat; Montherlant bewust van zijn superioriteit; Van Deyssel heroïsch en burgerlijk zoals alle revolutionairen die zichzelf overleefden; Prof. Brouwer met een netwerk van rimpels vóór zijn wiskundig denken; van Vriesland die weet dat ook dichters vorstelijk kunnen drinken; A. Roland Holst mijmerend voor zich uitstarend; J. de Kadt monkellachend; G.A. van Oorschot met een brede open lach die de grens bijna bereikt van het geeuwen; Carmiggelt schuin de wereld

[pagina 319]
[p. 319]

overschouwend; en verder Helman, Brassaï, Willink, Ivens, Andriessen, Greshoff, van der Veen, Lehmann, van Baaren, Morriën, van Hattum, van Braambeek, van Lier.

Dan volgt een even indrukwekkende rij dames en jonge vrouwen, op een paar na zonder naam en zonder leeftijd: even expressief en op een gunstig moment gekiekt, een moment van harmonie tussen tijd en eeuwigheid. Dichterlijke en psychologische kwaliteiten bezit van Moerkerken in hoge mate. Dat hij er ook compositorische in zijn mars heeft, bewijst de tweede reeks opnamen. Na de mens als afzonderlijk geheel, komt thans de ‘wereld’ aan de beurt: landschap, stilleven, reisherinnering, anecdote, humoreske. Hier verrast hij als het ware de door ons meestal banaal geheten werkelijkheid, door er juist déze momenten uit op te vangen, die buiten-gewoon of buitenissig zijn. En aldus verrijkt de fotograaf onze visie op het leven van de ‘werkelijkheid’. Dat hij in die jacht op gelukkige momenten op en top een kind van zijn tijd blijft, maakt zijn reportages zo aantrekkelijk en actueel. Sociale critiek wisselt af met politieke; dichterlijke momenten worden geaccentueerd door humoristische. En het moet ons dan ook niet verwonderen dat de sociale humorist S. Carmiggelt deze fotobundel met een zinrijk opstel heeft willen inleiden. Sommige ‘stillevens’ zijn verrukkelijk, heel wat toneeltjes vertonen een gelukkige mengeling van Hollandse humor en Franse geest: de in de eerste reeks ‘en vedette’ gestelde kunstenaars en schrijvers bleken goede schutsgeesten te zijn.

Als wij na lang genieten en aandachtig bekijken het album sluiten, ziet op de laatste foto de poes Doesja als een sfinx ons aan. Wij hebben begrepen: E. van Moerkerken heeft de zin van het leven in al zijn aspecten willen achterhalen, is daarin geslaagd; maar hij heeft tevens het schone mysterie van dit leven intact willen laten. Hij was én critisch oog én mild hart. Lagere en hogere werkelijkheid, deze hond en kat, heeft hij met elkaar weten te verzoenen. Men scheidt, tijdelijk, van dit boek met een gevoel van bevrediging, wat niet altijd het geval is met familiealbums: maar het zijn niet allen van Moerkerken's die onze albums van foto's voorzien. Loven we de jonge cineast en fotograaf om ‘onze tijd’ zo goed in beeld te hebben gebracht. En niet alleen voor deze tijd, doch ook voor onzo Nederlandse letteren blijft dit Reportageboek een document van betekenis. - Js.

Klein verzenboek

Voor de reeks Bongerd-boekjes van J.B. Walters' Uitg. Mij, Groningen, stelden dr. J.C. Brandt Oorstius en dr. G. Stuiveling een ‘Klein Verzenboek’ samen. De klassieke indeling in epiek en lyriek werd vervangen door een meer genuanceerde, die rekening houdt met de jongste opvattingen in zake stilistiek. Zo worden de behandelde gedichten hier gerangschikt in verhalende, beeldende en stemmingsgedichten. Bij een vierde reeks, getiteld ‘Verschillende Gedichten’, zorgden de samenstellers voor tekstcritische vragenlijsten, die bij de leraars zeer welkom zullen zijn. Volgende Vlaamse auteurs zijn vertegenwoor-

[pagina 320]
[p. 320]

digd met een gedicht: Guido Gezelle, Virginie Loveling, Pol de Mont, Omer de Laey, Paul van Ostaijen, A.W. Grauls, Alice Nahon en Jan Vercammen. Oude bekende stukjes, die men reeds in tal van bloemlezingen aantrcf, tegrcet men ook hier met vreugde, zooals Speenhoff's ‘Scheepje’, Adama van Scheltema's ‘Wilgen’, P.N van Eyck's ‘Tuinman’, Jacques Perk's ‘Dorpsdans’, Beets' ‘Moerbeitoppen’, van Ostaijen's ‘Marc groet’, Nahon's ‘Avondliedeke’, Loveling's ‘Buitenmeisje’ en van der Leeuw's ‘Dieren’. - Js.

De lotgevallen van schilderijen

- Niet alleen mensen en dieren beleven avonturen, Winderyckx, ook de voorwerpen, een stoel, een vijffrankstuk, een bank, een hoed, een pop kunnen een hoofdrol spelen in een of ander verhaal of het onderwerp zijn van een boek of een opstel.

- Zeker, Hinderyckx, zo heeft elk kunstwerk zijn geschiedenis, even goed als de vijf stuivers van Lavarède of als Pinocchio.

- Zo herinner ik me bijzonder levendig, hoe Fierens-Gevaert in ‘Les Primitifs Flamands’ de romantische tribulatiën van Van Eyck's ‘Lam Gods’ verhaalde tot in het jaar 1912, en hoeveel inkt er al gevloeid is om de avonturen en metamorfoses van Rembrandt's ‘Nachtwacht’ te verhalen.

- En Vinci's ‘Mona Lisa’, Watteau's ‘Indifférent’, over elk beroemd schilderij zou er bijna een spannende detective story kunnen geschreven worden.

- Sinds 1912 is er weer heel wat met het Gentse Retabel gebeurd en werden er nog tal van bladzijden aan gewijd. In zijn studie ‘Wat verbeeldt het Lam Gods’ (Uitg. Standoard-Boekhandel, Antwerpen), onderzoekt kan. Lemaire het voorgestelde onderwerp zélf. Hij ontleedt eerst wat men op het schilderij ziet, bestrijdt dan de interpretaties van pastoor Aerts, kanunnik Van den Gheyn en dr. Olysters, om ten slotte de zijne ten beste en ter overweging te geven: de Gentse Tryptiek is een Allerheiligenstuk.

- De Leuvense en de Gentse kanunniken zijn het dus niet eens met elkaar; hun uiteenzettingen boeien me ten zeerste; maar al zal het allen allicht spijten dat het meesterstuk zélf zijn geheim bewaart, het verheugt elkeen te zien dat het zijn eeuwige schoonheid behoudt. Schone schilderijen zijn als mooie vTcuwen, Hinderyckx, ze verouderen niet, althans niet in onze ogen, hoe ze ook gereinigd, verdoekt, verminkt en geschminkt worden.

- En Remhrandt's ‘Nachtwacht’ of ‘Schuttersoptocht’, Wynderickx, heeft al zoveel stof doen opwaaien als Van Eyck's meesterwerk. Ton Koot vertelt ons in ‘Rembrandt's Nachtwacht in nieuwen Luister’ (Uitg. J. Meulenhoff, Amsterdam) over Amsterdam, over Rembrandt's leven, over het ontstaan, de lotgevallen en de reiniging van het thans opgefriste schilderij. De nacht is dag geworden; maar de pracht blijft.

- Rembrandt en Banning Cocq verschijnen thans in hun ware licht.

- Ik ga morgen naar Gent, naar St. Baafskerk, Winderyckx.

- Ik ga overmorgen naar Amsterdam, naar het Rijksmuseum, Hinderyckx.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken