Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamse Gids. Jaargang 32 (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamse Gids. Jaargang 32
Afbeelding van De Vlaamse Gids. Jaargang 32Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamse Gids. Jaargang 32

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.35 MB)

ebook (4.13 MB)

XML (2.14 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamse Gids. Jaargang 32

(1948)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 638]
[p. 638]

Van de hak op de tak

Geschiedenisjes die uitlopen op een verloving

Klassieke tragediën eindigen op een fatale ontknoping, burgerdrama's sluiten met hartstochtverdoving, de romans voor tien cent vragen een happy end en bakvisjesboeken eindigen daar waar een serieuze liefdesgeschiedenis begint, met een verloving.

Een partijtje boeken van die soort, ons door de Uitg. en Drukkerij Hollandia, uit Baarn, gestuurd, hebben we aan ‘oudere meisjes’, voor wie ze bestemd zijn, te lezen gegeven. En allen hebben ons gezegd, dat al deze boeken op dezelfde wijze naar de zee van het Geluk lopen langs de stroom van verloving en liefde. Zij hebben er misschien minder van genoten dan Cissy van Marxveldt en stonden er veel critischer tegenover; maar zo is nu eenmaal de jeugd. Laat ze zelf maar eens later kwebbelhoeken schrijven, dan zullen ze ook wel zo buitengewoon, zo reuzezalig van dergelijke sociaal noodzakelijke, maar litterair onzalige babbelhistorietjes houden en genieten.

Daar hebt ge ten eerste de vier verpleegsterboeken van Helen Dore Boylston, bewerkt door Fenna de Meyier: liefde tot de uitverkoren man en liefde voor het uitverkoren beroep kunnen nog niet zo vlug één stroom vormen en verspreiden zich over deze vier boeken als over een deltamonding, alvorens de ‘zee van het geluk’ kan worden bereikt. Suze Barton, het heldinnetje, moet eerst door de vier stadia heen, eer ze mrs. Barry kan en wil worden. Eerst ‘Leerling-Verpleegster’, dan ‘Verpleegster’, daarna ‘Wijkverpleegster’ en tenslotte ‘Plattelandsverpleegster’. Dan is voor Helen Dore Boylston het studieterrein volkomen geprospecteerd en kan Suze's eigenlijke roman beginnen. Maar eer ze zover geraakt, zegden me de ‘oudere meisjes’-lezeressen, moet Suze Barton eerst een lastige Italiaanse patiënte leren temmen, daarna ‘haar muts verdienen’, nachtdienst doen, stiekum naar de bioscoop gaan en langs het venster weer binnen klauteren, een blindedarmontsteking krijgen en met succes geopereerd worden, een andere verpleegster redden en een Spaanse gekkin verhinderen zelfmoord te plegen.

Dat volstaat voor het eerste deel, vond bakvisje nr. 1, maar er moeten nu nog drie andere delen gevuld worden, voegde ze er gewichtig aan toe.

- En waarmee vult Helen Dore Boylston het tweede? vroeg ik.

En daarop kreeg ik als antwoord:

- Het tweede wordt volgepropt met een derde verpleegstersjaar, met een proefleerlingetje, met zuster Martel, met dr. Berry's sympathie, met operaties, met de lastige dokter Rees, die achteraf niet lastig schijnt te lijn, met dr. Barry's verzoek aan Suze om met hem te trouwen, met Suze's voorlopige weigering, en met valse praatjes over dr. Barry...

- Ze mogen mekaar nog niet krijgen, zei bakvisje nr. 2 me, want anders zouden het derde en het vierde deel geen meisjesboeken meer zijn.

[pagina 639]
[p. 639]

- Heel juist, en wat vertelt ons het derde deel: Wijkverpleegster?

- Dat Suze en haar vriendin Kit te New York een spookhuis betrekken en dat het ‘spook’ Marianne heet...

- Dat vernemen we maar als we al een hoop bladzijden hebben gelezen, onderbrak bakvisje nr. 3.

- En dat Marianna het ontspookte huis netjes in orde houdt en dat dr. Barry nogmaals bij Suze aandringt, en dat Suze uit liefde voor haar beroep zijn liefde niet wil beantwoorden en zelfs de verloving verbreekt; maar Marianne, dat spook, stuurt een telegram naar dr. Barry over Suze's gezondheidstoestand; en Barry denkt dat ze op sterven ligt en komt per vliegtuig aangesneld om te constateren dat Suze slechts verkouden... en nog altijd verliefd op hem is.

- Mooi, zei bakvisje nr. 4.

- Om je krom te lachen, dacht ik.

- En in het vierde deel heeft dadelijk het verlovingsfeest plaats...

- Nu loopt het snel naar zijn einde, oordeelde bakvis nr. 5.

- O, zo'n vaart neemt het niet, meende bakvisje nr. 3; want Suze verliest haar verlovingsring en dr. Barry's vader sterft en zo moeten Will en Suze alleszins nog een tijdje wachten.

- En daarmee kan het vierde deel worden gerekt, grinnikte ik; maar waarmee?

- Wel, antwoordde bakvisje nr. 5, met een typhusepidemie, met het aftakelen en daarna met het in eer herstellen van dr. Barry als vermeende ‘bacillendrager’, met een storm waarin Suze en Will zich onderscheiden, en tenslotte met de dokter aan het hoofd van een ziekenhuis en met Suze als leidster van een verpleegsterschool.

- Nu is het hoogste geluk bereikt, zuchtte zalig bakvisje nr. 2.

En 't is uit, besloot nr. 1, in wier ogen ik kon lezen dat ze ook zo'n verpleegster zou willen worden.

En bakvis nr. 2 zei het luidop, om uiting te geven aan de zalige opgewondenheid, waarin Helen Dore Boylston's verhalen haar hadden gebracht.

Maar nr. 5 bleef sceptisch.

- Wel, vervolgde ik, misschien verkies je de boeken van Freddy Stroh. Als je geen verpleegster wilt worden, hou je misschien meer van ‘Twaalf Ambachten, één Geluk’.

- Ja, wat gebeurt er zoal niet met Marjan Dumont, die zo graag toneelspeelster zou zijn, niet mag van haar Oom Frederic en dan maar het leven als een lang toneelstuk beschouwt en acteert; en in elk ‘bedrijf’ speelt ze een ander rolletje.

- Ze verandert van beroep zoals van humeur, zei bakvis nr. 2 smalend.

- Interessant, weerlegde nr. 5. Kijk es, hoe grondig ze de samenleving leert kennen. Privésecretaresse van een deurwaarder, journaliste, huishoudster bij tante Juul,-‘glimwormpje’....

- Wat is dat? vroeg bakvis nr. 3.

[pagina 640]
[p. 640]

- Juffrouw die in een bioscoop met een lampje de mensen naar hun plaats moet brengen, verklaarde nr. 4.

En dan zette bakvis nr. 5 haar vertelling voort:

- Daarna wordt Marjan assistente bij een tandarts, kort daarop kinderjuffer, daarna tramconductrice en tenslotte typiste bij de directeur van de trammaatschappij...

- En hoe eindigt deze geschiedenis, trouwt ze met de directeur?

- Nee. Marians broer kan minder goed sturen dan zijn zus en heeft een boereknaap omvergereden en om broerlief uit de gevangenis te helpen, heeft Oom Frederic al het geld van de familie verbruikt, dus ook het hare, en dat is zeer jammer; maar Marjan trouwt met de zoon van de tramdirecteur, en die zoon houdt ook van toneel; en zo rijden ze samen het Geluk te gemoet; en dat is fijn!

- Hoe vind je dan eindelijk dit laatste meisjesboek van Freddy Stroh: ‘En waarom ben ik anders?’

- Ik hou er minder van, zei bakvis nr. 1.

- Maar het slot is dan toch weer héél mooi, zuchtte nr. 2.

- Weer het klassieke happy end zeker? informeerde nr. 5.

- Natùùùrlijk, beklemtoonde nr. 4.

- Zeg, wat een gekke kweekschool in dit boek, waarin de hoogste klas de ‘Engelenbak’ wordt genoemd.

- Hoe onwaarschijnlijker, hoe romanesker, hoe beter!

- En romanesk is die Li, met haar dromerig karakter en haar amandelvormige ogen.

- Er worden fuifjes en lessen gegeven, tenniswedstrijden gespeold en roeipartijtjes ingericht; en tenslotte gaat Li naar Indië, waar ze een oude jeugdvriend terugziet met wie ze zich verlooft.

- En er wordt vooral veel in gepraat, merkte nr. 5 op.

En alvorens afscheid te nemen, zeiden er mij een paar van hen, dat zij liever de boeken uit de tijd van hun moeder lazen, Suze Andriessen en Tine van Berken, Top Naeff, Miss Cummins, e.a. - Js.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken