Introspectie
Kraters leven traag in dit land. Zo doven de kandelaars in de ogen. De ogen der rotsherders. Dezen glijden langs vogelwegen naar de diepte. Plots staan zij weer in lichtelaaie. Plots steken zij weer toortsen aan en stoten kreten. Plots storten de kratermuren. De rotsblokken zweven als veren door de lucht. Weg en weer, weg en weer. En dalen. Plots kan men slapen. Het leven is een poets.