In memoriam Prof. Dr. Leo Coetsier
Nog geen zestig jaar oud overleed op 31 maart l.l. Dr. Leo Coetsier, gewoon hoogleraar bij de Faculteit van de Letteren en Wijsbegeerte te Gent.
De Vlaamse Gids heeft eraan gehouden hulde te brengen aan zijn nagedachtenis omwille van het pionierswerk dat de overledene gepresteerd heeft op het gebied van de wetenschappelijk-statistische benadering van de onderwijsproblemen in België, inzonderheid wat het Vlaamse landsgedeelte betreft.
De naam van wijlen Prof. Coetsier geraakte inderdaad een tiental jaren geleden in bredere kringen buiten de universiteit bekend door publicaties, radio- en televisieuitzendingen, voordrachten, die alle betrekking hadden op problemen in verband met de deelneming van de Vlaamse jeugd aan het secundair en hoger onderwijs en i.v.m. de behoeften van de Belgische arbeidsmarkt aan universitair gediplomeerden.
Men mag gerust zeggen dat Coetsier één van de eersten is geweest die voor de openbare opinie het belang van deze vraagstukken heeft in het licht gesteld.
Omstreeks het tijdstip immers waarop hij zijn eerste publicaties hierover in het licht zond, namelijk in 1958-1959, was de grote bevolkingsexplosie in ons secundair onderwijs, gevolg van de nataliteits-‘boom’ in de eerste jaren na de tweede wereldoorlog en van een toenemende democratisering van het onderwijs, juist begonnen en kon men de eerste resultaten ervan statistisch meten.
Tegelijk kon men toen voor de volgende jaren de geweldige bevolkingsaangroei in het hoger onderwijs voorzien, die zich thans voordoet.
Het is de grote verdienste van Coetsier geweest reeds onmiddellijk van bij het begin van deze belangrijke ontwikkeling te hebben gewezen op de specifieke aspecten ervan voor het Vlaamse landsgedeelte.
In één van de eerste nummers van de ‘Mededelingen van het Laboratorium voor Toegepaste Psychologie en de Dienst voor Studie-Advies bij de Rijksuniversiteit te Gent’, gepubliceerd met de steun van het Rectoraat der Universiteit, onder het rectoraat van Prof. Dr. P. Lambrechts die het grote belang van de studies van Coetsier en zijn medewerkers inzag, verscheen in 1958 een studie over ‘De Betekenis van de Rijksuniversiteit te Gent in de opleiding van burgerlijke ingenieurs’.
Coetsier en zijn medewerkers wezen hierin op het tekort aan Vlaamse ingenieurs op een ogenblik dat de industrialisatie van het Vlaamse landsgedeelte, dank zij o.m. het in werking treden van de Euromarkt en van een belangrijke industriële expansiewetgeving, tastbare vormen begon aan te nemen.
Dit was slechts één aspect van de problemen gesteld door de nieuwe economische ontwikkeling van het Vlaamse landsgedeelte. Onmiddellijk hierbij aansluitend liet prof. Coetsier dan ook in 1959 een meer algemene, statistisch rijk gestoffeerde studie verschijnen over de ‘Problemen gesteld door de bevolking van universitair en middelbaar onderwijs’ (eveneens in de hierboven genoemde reeks ‘Mededelingen... enz.’).
PROF. DR. LEO COETSIER
Hierin toonde hij de gevaarlijke kringloop aan waarin de Vlaamse gewesten gevangen zaten: wegens tekort aan industriële uitbouw blijven zij ten achter inzake welvaart en sociale vooruitgang, waaruit een beperking voortvloeit inzake de middelen om de jeugd te laten verder studeren; hierdoor ontstaat er een tekort aan