De Vlaamse Gids. Jaargang 52
(1968)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De–Kritiek met een slecht geweten maar toch kritiekIsraël vierde 2 mei de twintigste verjaardag van zijn onafhankelijkheid. De Joodse staat in Palestina werd daarmee volwassen. Zulks houdt in, dat hij nu moet opgewassen zijn tegen kritiek op zijn beleid. Die kritiek mag niet automatisch worden gelijkgeschakeld met het antisemitisme, zoals tot in het nabije verleden meer dan eens is gebeurd.Ga naar eind(1) Kortgeleden hebben we Israël bezocht en de bezette gebieden, die daar officieel de veroverde gebieden heten. Alle bezetters ter wereld zijn pacificateurs. In onze dagbladreportage hebben we vermeden ook maar een keer de traditionele zinsaanhef ‘tweeduizend jaar geleden’ te gebruiken. Even opzettelijk hebben we de bijbel geweerd, als waardeloos voor de beoordeling van wat er vandaag aan de hand is. Alleen een zionist kan een godvergeten geschiedenis als een rechtvaardiging aanwenden van standpunten en handelingen, die moeten geprojecteerd worden op het toekomstbeeld van het Midden-Oosten. Welke is dan de hedendaagse basis om een aanvaardbare verhouding tot stand te brengen tussen Israël en de Arabische landen? Er is er nog geen. Het isolement van Israël, in de eerste plaats opgelegd door de Arabische vijandigheid, in de tweede plaats het gevolg van een eigen etnologische en politieke keuze, maakt dat het land ook nu nog identificeerbaar blijft met het neokolonialisme. Laat die samenhang een historisch toeval zijn en geen eigenheid van het regiem - zoals thans ook in zeer linkse kringen te Tel Aviv wordt toegegeven - hij is er niet minder waar om. De zionistische leiders hebben zich destijds niet tot de onderdrukte Palestijnen gewend om de Joodse inwijking aanvaardbaar te maken. Zij hebben, om hun wil op te dringen in een land dat niet braak lag maar bewoond werd door een Palestijns volk, steun gezocht bij de bezettende machten, zijnde de Turkse overheersers en nadien Groot-Brittannië. Zij hebben de velden van de inlandse pachters afgekocht bij de groot-grondbezitters te Kaïro. Op basis van de ideologische overweging, dat de inwijkelingen van de vrucht van hun eigen arbeid moesten leven en geen koloniale meesters mochten worden, werden geen Arabische werkkrachten toegelaten op de Joodse nederzettingen die, ironie, kolonies genoemd werden. Wat van uit Europa bekeken een verbazend menselijk experiment was, waarvan de morele verantwoording door nagenoeg niemand werd aangevochten, was in Palestina het eerder banale verhaal van een indringing. Nochtans heeft het niet veel gescheeld of het Joodse streven naar een eigen bestaansvorm, enige ontvluchtingskans uit de Europese discriminatie, had zich zij aan zij bevonden met de eerste Arabische nationalistische bewegingen. In menig opzicht hadden beide af te rekenen met het kolonialisme van Londen en Parijs. Indien... Maar met indien komt men niet verder. Integendeel profiteerden Londen en Parijs van de Israëlische steun om in 1956 Suez te bombarderen, zonder veel profijt. Niet Nasser, symbool van de wankele Arabische eenheid, maar Anthony Eden, Guy Mollen en Ben Gourion werden blijvend ziek van die late negentiende-eeuwse oprisping. Over het wezen van het Palestijnse probleem bestaat sedertdien geen twijfel meer. De oorlog in de Sinaï heeft Israël definitief, lijkt het, in het kamp van West-Europa en de Verenigde Staten geplaatst. Niemand is vergeten hoe dankbaar de Sovjet-Unie het Egyptisch avontuur in de weegschaal van de koude oorlog heeft gelegd om de onderdrukking van de Hongaarse oktoberrevo- | |
[pagina 48]
| |
lutie te compenseren. Latere jaren hebben de blokvorming bevestigd, zodat de actiemogelijkheden van de tegenstrevers nu op twee gescheiden niveaus liggen: lijdzaam als pionnen der grote machten, opportunistisch als nationalisten die pogen het grootste aantal kastanjes te halen uit het vuur van de internationale confrontatie. Tot nog toe is Israël daar het best in geslaagd. Deze bondige ontleding, die het voordeel heeft de hypocrisie van een toestand te lichten, stemt ons onbehaaglijk. Niet alleen is het bestaan van Israël een triomf van het humanisme - met ons slecht Europees geweten voelen wij dat sterker aan dan anderen - vooral is de Israëlische realiteit, hier uitsluitend zakelijk benaderd, ook het Arabisch fanatisme dat van een staat op een volk werd overgedragen. Weliswaar heeft Nasser in zijn jongste verklaringen nadrukkelijk het onderscheid gemaakt tussen het zionisme en het Joodse volk, maar de Arabische massa kan dat niet meer na twintig jaren oorlogverhoudingen met aangepaste propaganda.Ga naar eind(2) Zo Israël nog bestaat dankt het dit aan een bestendige mobilisatie van alle fysische en geestelijke krachten, evenzeer als aan de optimale aanwending van Franse ‘Mirages’, weldra wellicht van Amerikaanse ‘Phantoms’. De relatie met de Arabische landen is dus opgesloten in een kringloop van geweld. Het land dat de meeste troeven in de hand heeft om er zich uit los te werken is Israël. Het heeft er niet één uitgespeeld. De afglijding naar rechts in de Israëlische maatschappelijke ordening is daar niet vreemd aan. Haviken zijn indrukwekkender dan duiven. Het beantwoordt beslist aan een groeiend volksgevoel dat de bezette gebieden er steeds meer als aangehechte gebieden gaan uitzien. Van maand tot maand heeft de Israëlische overheid zich duidelijker naar dat vooruitzicht gericht, alhoewel zij het tegenovergestelde beweerde. Het Arabisch geld werd uit de omloop getrokken, het toerisme werd snel en op grote schaal ingericht, geleidelijk werden Joodse handelszaken in Arabische steden gevestigd. Onderhandelingen, waarop ingewijden veel hoop hadden gekoesterd, sprongen ondertussen af. Het betreft de besprekingen die werden aangeknoopt met de Palestijnse elite van Jeruzalem met de bedoeling te onderzoeken hoe een autonome federatie zou kunnen worden in het leven geroepen, die meteen een bufferstaat voor Israël zou vormen. Een typisch psychologische aanduiding was de commentaar van Kol Israël, toen de Joodse legereenheden de Jordaan overstaken als represaille voor de aanslagen van de organisatie El Fath. De speaker meldde, dat de troepen Jordanië waren binnengerukt, alsof de bezette westelijke oever niet Jordanië ware. Weinige dagen later heeft het parlement te Jeruzalem een vijfjarenplan voor de bezette gebieden afgekondigd, wat enerzijds beantwoordt aan een noodzakelijkheid indien men de gevoelige daling van het levenspeil wil afremmen, maar wat anderzijds duidt op de wil daar een behoorlijk aantal jaren te blijven.Ga naar eind(3) In deze toestand heeft Israël alles afgestemd op bilaterale onderhandelingen die zouden leiden tot de feitelijke erkenning van zijn bestaan. Hier zou de Israëlische machtspositie een uitstekend vertrekpunt kunnen zijn op voorwaarde dat het einddoel niet een soort evenwicht in de vrees ware, maar een integratie van de Joodse staat in de economische en sociale evolutie van het Midden-Oosten. De huidige afzijdigheid zal voor de Arabische landen altijd onaanvaardbaar zijn, ook indien een vredesbestand zou kunnen afgesloten worden. Van al de naties van het Midden-Oosten is Israël immers de enige die de middelen heeft gekregen waaraan een ontwikkelingsland behoefte heeft: enorme kapitalen en meteen ook tienduizenden in Europa gevormde hersenen.Ga naar eind(4) De bestendiging van de huidige ongelijkheid in de hulp kan op termijn de kloof enkel vergroten. Maar liever dan een integratie willen de leiders in Jeruzalem een koudweg naast elkaar bestaan, ieder van zijn kant, met maximum een blik over de muur. Voorzeker is dat streven beter aangepast aan de speelruimte die de grote machten de protagonisten op het terrein gunnen. Laten wij ons voorlopig verzoenen met een dergelijke beperking der mogelijkheden, hoe ongraag wij dat ook doen. Ook dan zal de erkenning van het Israëlische feit door de Arabische landen afhankelijk zijn van de erkenning van het Arabische feit door Israël, wat hier beduidt: de erkenning van de schade die de Palestijnse vluchtelingen hebben geleden. Deze minimale diplomatieke inzet, die een humane eis is, blijft twintig jaren na de onafhankelijkheidsoorlog nog altijd de toetssteen. Een sterker geworden Israël kan die kwestie nu beter aanpakken. Indien de Joodse staat ter gelegenheid van de meerderjarigheid een initiatief zou nemen, zou dat een verheugende, emotioneel geladen gebeurtenis zijn die de vrienden van het Joodse volk een pak van het hart zou nemen.
René Adams |
|