Als vlinders getint
Verlieten ze de doolhof der riolen,
de melaatse steenhopen, de vermolmde krotten,
bewogen door het zinderend magnetisme
Hun kleding is veelkleurig en bont
van slangenvel tot schapenvacht,
met leeuwenmanen en de schrille tijgerhuid,
vluchten ze het koudbeton van ijzeren geraamten.
De wind zwerft met zijn vochtige mond
langs hun versierde gezichten, hun wenkende gebaren,
hun zachte stengelvingers, hun bloeiende leden
ze zijn gelukkiger dan ooit voordien.
De gevaarlijke, stalen vogels vluchten voor hun voeten
graven zich in drassige gronden en in brandland
de minnaars zijn vuriger dan ooit voordien
als vlinders getint onder het grote oog van de zon.
Bert Verm
Bert VERM (1941), publiceerde ‘Nauwelijks een stem’ (1964), ‘Ergens het verhaal’ (1966), ‘Een Gezicht’ (1967), ‘Vlaamse toneelschrijvers van vandaag’ (1967). Vertalingen van Rupaire, Majakovski, Liliane Atlan, Genet. Uitgever van een reeks ondergrondse literatuur.