Contanten voor duizend muzikanten
Dank zij het festival van Vlaanderen in de talrijke Vlaamse steden, en de Vlaamse gemeenschap die het mogelijk maakte, hebben de volgende binnen- en buitenlandse musici aan tienduizenden, uren van heerlijke en hoogstaande ontspanning kunnen schenken.
|
Uit eigen land |
Van heinde en verre |
Toneelgroepen |
5 |
3 |
Operagroepen |
4 |
6 |
Solisten |
46 |
64 |
Opera-orkesten |
7 |
2 |
Symfonieorkesten |
10 |
10 |
Kamerorkesten |
15 |
5 |
Koren |
26 |
12 |
Dirigenten |
28 |
27 |
Balletten |
2 |
0 |
En is dat nu werkelijk de goede verhouding?
Daarover kunnen we dadelijk een debat van verschillende dagen doen losbarsten. Maar ik ben van mening, dat in de huidige omstandigheden de proportie verstandig is, want ze groeide langzaam tot wat ze nu geworden is, ze is de som van vraag en aanbod, het compromis tussen de droom van de organisator en de realiteit van het publiek.
Trouwens: Georges Maes met zijn Belgisch Kamerorkest, ontstaan uit het festival, werd voorheen uitgenodigd om driemaal op te treden, maar met twee concerten kon hij een volmaakter resultaat bereiken en daaraan gaf hij de voorkeur. De radio- en andere orkesten en koren reserveren bijna drie zomermaanden voor de overtalrijke festivalprestaties. Onze beste solisten treden tegenwoordig ook graag op in het buitenland. Ik heb, althans door de artiesten zelf, nooit over deze verhouding horen klagen.
Honderd orkest- en koorleden hebben mij, na afloop van de succesrijke concerten in bomvolle kathedralen en eeuwenoude kastelen en stadhuizen, vriendelijk gezegd dat ze zo graag naar het festival kwamen. Er is een heel speciale stemming. Een verstandig, doorgewinterd zomerpubliek. Zeer veel trouwe persrecensenten. Bijzonder talrijke hoge gasten.
De musici zijn gaan voelen, dat zij méér dan alle anderen dat festival hebben opgestuwd tot een der belangrijkste van ons continent. Ze zijn fier op hun verwezenlijking. En ze lezen hun naam en die van hun ensemble in honderdduizenden folders, van hier en elders, en ze horen hem weerklinken in honderden radio- en televisieuitzendingen. En ze lezen hem, nieuwsgierig en soms wel eens beangstigd, in de verslagen van de vakkundige, sympathiserende, maar eerlijke pers.
Zij, de muzikanten, de zangers en dirigenten en instrumentisten, van ons klein land, krijgen vooral op zo'n dagen de gelegenheid om op te treden met de allergrootsten. En ze doen hun uiterste best om de onvermijdelijke vergelijking te doorstaan. En heel dikwijls lukken ze daarin ook!
Leonce Gras presenteerde aan het Gentse zomerpubliek Vladimir Vogels ‘Wagadu's Ondergang’. Dank zij de geestdrift van dirigent en artiesten, de uitstekende samenwerking tussen eigen en buitenlandse krachten, werd het een nadrukkelijk succes.
Waarschijnlijk door de zeer vleiende pers werd de hele groep uitgenodigd op het Festival van Luzern, en oogstte daar, voor een mondain toeristisch publiek dat eerst en vóór alles grote vedetten eist, een totaal verrassend écht populair applaus. Nu zal Gras datzelfde werk dirigeren op het Holland Festival. Hij en zijn musici. Is dat geen betekenisvol resultaat?