Carlos Backers: een ontgoochelende ontmaskering
Het prozadebuut van Carlos Backers Soep. Opera der impotenten is het nietszeggend relaas van de onbeduidende revolutionaire strijd door al even onbeduidende marginalen in 's werelds uithoek Rocaljès. In de roman laat Backers de pseudo-revolutionair Chèv - gevraagd om een boek te schrijven over de roemruchte bommengooier Luis - zijn herinneringen aan deze boezemvriend en al even ‘pseudo’ activistenleider, oprakelen. Het resultaat: een ontluisterend beeld van de opkomst en ondergang van een revolutionaire beweging; het verhaal van het in de modder der marginaliteit rondploeteren van een handvol onzaligen.
Het milieu dat Backers in zijn roman tracht te schetsen - een milieu van illegaliteit en marginaliteit, van prostitutie, drughandel, schrijnende armoede, moord en opstandigheid - leeft niet, zelfs niet in zijn miserabiliteit. Zijn milieutekening mist de sfeervolle geladenheid, noodzakelijk om het gevoel van levensechtheid te evoceren. De beschrijving van personen en gebeurtenissen is koud en futloos, de dialogen - de innerlijke dialogen van de hoofdfiguur Chèv niet in het minst - zijn soms verfrissend, veelal echter eentonig en larmoyant. We vinden weinig of geen echte karaktertekeningen, de hoofdpersonages krijgen geen eigen gezicht en de rest is figurantenbehang. De helden van de revolutie komen - conform de ondertitel van het boek - daadwerkelijk over als ‘impotenten’, als geestelijk onbekwamen, als kleine misdadigers en leeghangers. De revolutionaire uitbarsting die zij bewerken werd gezocht noch verwacht. Niet de wraakroepende klasseverschillen, niet de uitbuiting en verdrukking liggen aan de basis van hun opstandigheid, maar alleen het feit dat zij onder het heersende bewind niet langer hun lucratieve bezigheden in de drughandel kunnen voortzetten. De omschrijving van het verhaal op de achterflap van het boek als ‘De odyssee van Chèv, de eenzame, de deugdzame, op zoek naar gerechtigheid’ lijkt in dit perspectief, indien al niet ironisch bedoeld, bijzonder ver gezocht. Voor Chèv en de zijnen komt de revolutie neer op doelloze herrieschopperij als manier om de leegheid, de verveling van een uitzichtloos bestaan te doorbreken: revolutie als tijdvulling.
Valt het levensverhaal van de hoofdpersonages op zich nog te genieten storend en nodeloos complicerend, is de opbouw ervan in een proloog, vijf scènes en een epiloog. De functie van deze structurering - indien er al van structurering kan worden gesproken - ontgaat mij volledig; ze bewerkt m.i. enkel een vrij verwarrende opsplitsing van het gebeuren in episodes die chronologisch vaak moeilijk kunnen worden geplaatst. Alles samen een vrij ontgoochelend debuut.
Peter Pelckmans
Carlos Backers: Soep. Opera der impotenten, Baarn, De Prom, 1987, 152 p.