Het uitbouwen van de dieptefunctie
1. Bij de samenstelling van de adviescommissie kan de soepelheid die nu inzake gebruikersvertegenwoordiging nog mogelijk is ten volle benut worden. Dat kan door zoveel mogelijk mensen aan te trekken die niet alleen vanuit hun ideologische of filosofische overtuiging maar vooral vanuit hun interesse voor de POB willen deelnemen.
Reeds in de fase van de oprichting, wanneer de bestuurs- en adviescommissies worden samengesteld, moet hiervoor aandacht zijn. Doorgaans is slechts een kleine kring van ingewijden op de hoogte van de plannen voor de oprichting van een POB. Aan die oprichting gaat zelden of nooit een ruime bekendmaking, laat staan een brede consultatie van de bevolking, vooraf. De Gemeenteraad beslist over de samenstelling van de beheers- en adviescommissies; hij duidt de strekkingen aan die zullen vertegenwoordigd worden. De politieke strekkingen zitten met hun neus bovenop de oprichting en kunnen tijdig afgevaardigden aanduiden. De gebruikers hebben veel minder kansen om hun vertegenwoordiging veilig te stellen.
2. Een open werking, openbare vergaderingen en spreekrecht
Voordat mensen zich kunnen interesseren voor inspraak moeten zij weten welke de mogelijkheden terzake zijn. Informatie over en openbaarheid van de werking van de vaste commissie van advies zijn van levensbelang voor de diepterelatie. De adviescommissie moet zichzelf en haar werking op een actieve manier bekend maken door bijvoorbeeld:
- Aan alle (nieuwe) leners een folder te geven waarin de vaste commissie van advies zichzelf voorstelt en uitlegt hoe het beleid van de POB gemaakt wordt. Het is belangrijk om daarin aan te geven hoe de lener daar zelf een stem in kan hebben.
- De vergaderingen openbaar te maken.
- De verslagen van de vergaderingen van de adviescommissie op verschillende manieren te verspreiden: via de lokale pers, een advertentiehoek in een reclameblad, het gemeentelijk informatieblad, het ter inzage te leggen in de POB, op de cultuurdienst,...
Hetzelfde kan gebeuren met het jaarverslag, met adviezen die uitgewerkt werden, met de beleidsnota en met de verslagen van werkgroepen.
- Regelmatig een eigen publicatie te verspreiden. Dat kan bijvoorbeeld een krantje zijn over het reilen en zeilen van de POB waarin een vaste rubriek over de adviescommissie wordt opgenomen (adviezen waaraan gewerkt wordt, en dergelijke). In plaats van een eigen publicatie kan de vaste commissie van advies ook een eigen rubriek verzorgen in het gemeentelijk informatieblad.
- Spreekrecht te organiseren.
Spreekrecht op de Gemeenteraad is geen zeldzaamheid meer. Burgers krijgen daarbij de kans voor, tijdens of na de zitting een inbreng te doen. Spreekrecht kan gebruikt worden om problemen te signaleren, om suggesties te doen, om vragen te stellen of om een mening te formuleren over een agendapunt. Spreekrecht kan ook georganiseerd worden voor de vergaderingen van de beheers- of adviesorganen van de POB.
Een reglement is noodzakelijk. Daarin wordt onder andere het tijdstip, de duur en de manier van aanvragen van de inbreng geregeld. Het verbiedt ook schelden en verwijten aan personen.
In de beheers- en adviesorganen van de POB zou spreekrecht meer de vorm kunnen aannemen van een gesprek. Deze vergaderingen hebben immers op zich reeds een collegialer karakter dan een Gemeenteraad met z'n scherpe scheiding tussen meerderheid en oppositie. Het onderwerp - beleid van de POB - is ook beperkter dan het gamma van onderwerpen dat op de Gemeenteraad moet behandeld worden.
Openbaar vergaderen noch spreekrecht zullen een stormloop van publiek veroorzaken. Het zijn inspraakvormen die nog niet ingeburgerd zijn. Spreken op een officiële vergadering schrikt veel mensen af. In de praktijk blijken vooral de lokale pers en het bibliotheekpersoneel hierop af te komen.
Het inspraakgehalte van deze inspraakvormen mag niet overschat worden. Wanneer een punt op de agenda van het beheers- of adviesorgaan staat is het reeds aan een beslissing toe en zijn de beïnvloedingskansen zeer klein geworden. Voor het signaleren van noden en wensen of voor suggesties met betrekking tot het bibliotheekbeleid is spreekrecht uiteraard wel een bruikbaar instrument.
3. Het werken met werkgroepen binnen of vanuit de vaste commissie van advies creëert kansen om met geïnte-