worden. Daarenboven mogen deze nog uitleenposten oprichten. Tenslotte kunnen vrije reizende openbare bibliotheken als S.O.B. worden erkend en gesubsidieerd en het bestaande aantal kan zelfs tot 1 januari 1990 worden uitgebreid. Zelfs het advies van de Hoge Raad is voor het toepassen van bovengenoemde beschikkingen niet vereist.
Het geheel van de in het ontwerpartikel 15 voorziene maatregelen zet de deur wagenwijd open voor het blijvend bestaan van een tweede, vrije, net van erkende bibliotheken. De Bibliotheekvereniging van het Willemsfonds vindt deze optie bijzonder negatief en kan er zich geenszins mee akkoord verklaren. Deze optie zou inhouden dat afgestapt wordt van het nochtans beloofde behoud van het fundamentele basisprincipe van het bibliotheekdecreet van 1978, nl. het uitbouwen van één openbaar bibliotheeknet. De mogelijkheid tot het creëren van nieuwe vestigingsplaatsen, van nieuwe reizende bibliotheken en van een beperkt (?) aantal nieuwe erkenningen als bibliotheek van groot belang staat daarenboven haaks op de bewering dat de uitvoering van het bibliotheekdecreet onbetaalbaar zou zijn.
De Bibliotheekvereniging van het Wilemsfonds kan zich niet van de indruk ontdoen dat de aanpassing van het bibliotheekdecreet, zoals gesteld in de huidige ontwerptekst, niet zal dienen om ‘de uitvoerbaarheid ervan op alle bestuursniveaus’ mogelijk te maken, maar vooral ‘om de rol van de bestaande privaatrechterlijke bibliotheken te bestendigen’, zoals ook in het Vlaams regeerakkoord staat.
De aanpassing van het bibliotheekdecreet zal, indien deze ontwerptekst wordt behouden, o.i. twee grote gevolgen met zich brengen:
1. | de tot standkoming van een logische, duidelijke en verticale bibliotheekstructuur in gecoördineerd verband wordt quasi onmogelijk gemaakt. Integendeel: de mogelijkheid tot uitbouw van een dubbele horizontale structuur wordt voorzien. Het netwerk van verticale en horizontale initiatieven zal het bibliotheekwerk niet vereenvoudigen; |
2. | de verzuiling van het openbaar bibliotheekwerk in Vlaanderen wordt quasi onvermijdelijk én zelfs decretaal onderbouwd. |
De Bibliotheekvereniging van het Willemsfonds stelt vast dat de zogenoemde ‘onuitvoerbaarheid’ van het bibliotheekdecreet inderdaad gebruikt wordt om mede de geest en sommige basisprincipes van het decreet te veranderen en te heroriënteren in een richting die grondig afwijkt van wat tot nu toe fundamenteel werd geacht en waarover een ruime consensus was bereikt. De Bibliotheekvereniging van het Willemsfonds blijft de basisbeginselen van het bibliotheekdecreet van 1978 getrouw en kan geen fundamentele afwijkingen erop onderschrijven.
Vlaanderen zal, bij het ongewijzigd goedkeuren van dit nieuw bibliotheekdecreet, een kans laten voorbijgaan om het bibliotheekwerk te onttrekken aan een kleinschalige visie en om het toekomstgericht te maken.
Arnold Sevenoo
Secretaris Bibliotheekvereniging van het Willemsfonds