De Vlaamse Gids. Jaargang 77

[p. 15]

Boeken over beeldende kunstenaars

Herman Muys en Monique Muylaert

De keramische sculptuur kende in ons land na WO II een merkwaardige ontwikkeling. Met kunstenaars als Olivier Strebelle, Pierre Caille, Antoine de Vinck, Octave Landuyt, Yves Rhayé, Jan Heylen, Carmen Dionyse, Achiel Pauwels en José Vermeersch bereikte zij een internationaal niveau. Vooral het grote figurale beeld betekende een unieke bijdrage tot de beeldhouwkunst en haar evolutie tijdens de jaren vijftig en zestig.

Een tweede generatie draagt nu, naast de genoemde pioniers van de vernieuwing, bij tot een nog bredere diversiteit van het medium. Herman Muys en Monique Muylaert - zij vormen een echtpaar - behoren tot hen die erin geslaagd zijn tijdens de jaren tachtig een coherent, kwalitatief hoogstaand en expressief oeuvre tot stand te brengen. Hoewel zij samen en met fraai resultaat enkele monumentale werken hebben uitgevoerd, bezit hun persoonlijk oeuvre heel specifieke en onmiskenbare eigenschappen. Zo creëert Muylaert bij voorkeur keramische taferelen, wandpanelen en reliëfs, terwijl Muys de voorkeur geeft aan uitdrukkingsvolle door fantasie, humor of tragiek gekenmerkte, ruimtelijke beelden.

In het mooi geïllustreerde kunstboek dat aan beide kunstenaars is gewijd, analyseren de critici Marcel van Jole, Jan Foncé, Berit de Beer-Sauer en Virgil Hammock, Professor of Fine Arts aan de Mount Allison University, Canada, het oeuvre, zowel vanuit zijn thematische inslag als vanuit de technische en materiële keuzen. Er zijn teksten in het Nederlands, het Frans, het Engels en het Duits.

De vele afbeeldingen en de gedegen studies stellen de kijker in staat de evolutie en de diverse facetten van het oeuvre van beide kunstenaars grondig te bestuderen. Samen en elkaar aanvullend, maken zij de publikatie tot een waardevol kunstboek.

Marcel van Jole e.a.: Herman Muys en Monique Muylaert. 29 × 25 cm, 176 blz., 200 ill. waarvan 100 in kleur. Vormgeving: Geert Verstaen. Uitgeverij Lannoo, Tielt, 1992. Prijs: 2.650 BF. ISBN: 90 209 21 38 X.

Léopold Plomteux

Naar aanleiding van zijn zeventigste verjaardag ging in oktober-november 1992 een retrospectieve tentoonstelling door van het werk van Léopold Plomteux in het Centre Wallon d'Art Contemporain ‘La Châtaigneraie’ te Flémalle. Een 199 bladzijden tellende, geïllustreerde monografie ging de expositie vooraf en informeerde over een schilder die reeds 55 jaar (1937-1992) aan het werk is en ook al die jaren over de kunst heeft nagedacht en zijn bedenkingen heeft neergeschreven. Van de laatste activiteit legt het boek op overtuigende wijze op de eerste vijftig bladzijden getuigenis af, want citaten en aforismen van de hand van de kunstenaar zijn er volgens enkele thema's gegroepeerd en tonen hem als een zich voortdurend bezinnend artiest.

Na Jo Delahaut was Léopold Plomteux één van de eerste schilders in ons land die op het einde van de jaren veertig opteerde voor de abstracte schilderkunst. Als lid van de groepen APIAW, Réalité-Cobra en Art Abstrait (1952-56) legde hij een grote activiteit aan de dag. Na een periode waarin meer geordende, geometrische en constructieve composities ontstonden, evolueerde hij naar een meer bewogen, spontane en lyrische abstracte beeldtaal. De 48 kleurillustraties van werken uit de jaren 1989-1992 tonen dat de bejaarde schilder nog niets aan dynamiek, vitaliteit, gevoel voor kleur en zin voor animatie van het vlak heeft ingeboet.

Marc Renwart: Léopold Plomteux. Cinquante-cinq ans de peinture. Cinquante-cinq ans de réflexion sur l'art (1937-1992). 21 × 21 cm., 199 blz., 48 kleurill., 1992. Editions Pierre Lesire, Liège.

Jaak Fontier