Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 16 (1870)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 16
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 16Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 16

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.68 MB)

Scans (16.17 MB)

ebook (9.61 MB)

XML (1.09 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 16

(1870)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Petrus-Josephus de Wit, sieraadschilder.

Geboren te Antwerpen op 11 Maart 1816, was zoon van Daniel De Wit. meester draaier, en Maria-Josepha-Elizabeth Dieltjens, wonende in de voornoemde stad op de Minderbroedersrui, nr, 2938, thans nr 5. Hij volgde de lessen aan de Antwerpsche academie; in 1829 en in 1830 was hij leerling der boetseerklasse, waarschijnlijk om zich te bekwamen in eene kunst die hij voor het vak zijns vaders kon benuttigen; hij behaalde in 1829 en 1830 iedermaal de derde plaats in de boetseering van kleine en groote sieraden. In 1831 en 1832 behaalde hij ook eervolle plaatsen in de omtrekteeken- kunde, in 1835, in de doorzichtkunde en in 1836 was hij primus in de klasse van teekening naar de antieke beelden.

Een zijner eerste werken in het door hem gekozene vak van sieraadschilder, was een prachtig rustaltaar, dat vroeger de Koepoortbrug versierde, ter gelegenheid der jaarlijksche geestelijke processie van St-Antoniuskerk, de H. Kerk voorstellende.

Later ging hij zich in het vak van decoratie- of sieraadschildering bekwamen te Brussel, Parijs, Berlijn en Londen. Na menigvuldige wederwaardigheden, onder andere eene doodelijke ziekte die hij in Engeland deed, keerde hij in zijne moederstad terug, waar hij, om zoo te zeggen, eene gansche hervorming in het vak van decoratieschildering teweegbracht en dan ook weldra eene groote en welverdiende befaamdheid genoot.

Gedurende eene lange reeks van jaren werd het talent van P. De Wit schier aanhoudend ingeroepen, zoowel voor de openbare versieringen, ter gelegenheid van publieke feesten, vorstelijke bezoeken enz., als voor het versieren van voorname woningen, societeitszalen en dergelijke lokalen. Onder andere verleende hij aldus zijne hoog gewaardeerde medewerking voor de versiering der O.-L.-Vrouwekerk; der feesten in de zalen van de maatschappij Guillaume Tell; der nieuwe zaal van het Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen; voor Sint-Joriskerk, enz.

Gezamenlijk met de heeren bouwmeesters en ingenieurs F.-J. Stoop, J-P. Bosschaerts, F. Durlet, J. Schadde, P. Dens en Th. Van Bever arbeidde De Wit opvolgenlijk aan het tot stand brengen van groote straat- en gebouwversieringen, aangebracht onder andere bij de volgende gelegenheden.

1842 Hij schilderde Durlet's eerste prachtig ontwerp van het onuitgevoerd gebleven portaal der hoofdkerk van Antwerpen;
1843 De versieringen van het bezoek van koningin Victoria van Engeland; de inhuldiging van den Rijnspoorweg;
1849 Versiering en verlichting der zalen van het museum voor het feestmaal, Z.M. den koning en de koninklijke familie door het gemeentebestuur aangeboden;
Versiering van het lokaal der Variétés voor het feestmaal, den officieren van het leger door die der burgerwacht aangeboden op 30 December.
1850 Versiering der O.-L.-Vrouwekerk voor de uitvaart van H.M. koningin Louiza-Maria (zie de Vlaamsche School, 1868, bladzijde 145);
1851 Ontwerp van koffiehuis in Oosterschen stijl voor den Antwerpschen dierentuin;
1853 Jubilé van O.-L.-Vrouwlof, 15-22 Augustus, en op 8 September daaraanvolgende het bezoek van HH. KK. HH. de hertog en de hertogin van Brabant ter gelegenheid hunner huwelijksreis (zie jaargang 1868, bladz. 157 en 177);
1854 Derde eeuwfeest van de instelling der dekens van Sint-Lucasgilde;
1855 Verlichtingen ter gelegenheid der uitroeping van 't geloofstuk der Onbevlekte-Ontvangenis, 5 Maart;
1856 Jubelfeest van het eerste koningdom, 18-20 Augustus;
1860 Feest door de Antwerpsche burgerwacht aan koning Leopold 1 aangeboden;
1861 Groote kunstfeesten (zie de Vlaamsche School van dit jaar bladz. 146);
1863 Feesten ter gelegenheid van de afschaffing van den Scheldetol (zie jaargang 1863, bladzijde 112);
1864 Tweede eeuwfeest van de stichting der koninklijke academie (zie de Vlaamsche School, 1868, blz. 146 en 149);
1869 Inhuldiging van de verbinding der Antwerpsche dokken in de maand October.

Vooral met F. Durlet voerde De Wit groote werken uit te Brussel, Namen, Luik en in andere steden van België en Holland.Ga naar voetnoot1 In de laatste jaren vereenigde hij zich met de heeren Jos. De Roy, M. Bellemans en H. Verdonck, waar het de uitvoering gold van buitengewone groote versieringswerken.

Wij laten hier een van voormelde werken volgen, welk in 1864 het Kasteelplein te Antwerpen versierde. Onze plaat is geteekend en gesneden naar eene lichtteekening.

De Wit stichtte den schildersbond, eene nuttige instelling, waarvan hij gedurende verscheidene jaren voorzitter en, op den dag zijns overlijdens, eerevoorzitter was. Hij was ook lid van den goedemannenraad; in deze hoedanigheid bewees hij, dank aan zijn goed oordeel en helder doorzicht, vele diensten.

[pagina 151]
[p. 151]
Het staatsbestuur vereerde hem het eermetaal van burgerlijke verdienste, voor de zelfverloochening, door De Wit aan

illustratie
eereboog geplaatst aan den inkoom der landbouwtentoonstelling op het kasteelplein te antwerpen, 1864.


den dag gelegd in het helpen zijner lijdende medemenschen, gedurende het heerschen der cholera te Antwerpen in 1866.

Lijdende aan zware aamborstigheid, bezweek hij aan deze slepende ziekte op 13 November 1870, ten 2 ure namiddag.

De Wit laat uit zijn huwelijk met vrouwe Laenen eenen zoon en eene dochter na.

Hij werd den 16n November ter aarde besteld, op het Leikerkhof, onder een grooten toeloop van volk. De lijkdienst had plaats ten 10 ure in de Leikerk. De doodkist werd gedragen door schildersgasten. De hoeken van het baarkleed werden gehouden door de heeren Jos. Delin, voorzitter der afdeeling van beeldende kunsten van het Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen (De Wit was lid van deze afdeeling); J. Lefever, voorzitter en J. Hendrickx, lid van den goedemannenraad; Ch. Van der Essen, voorzitter en J. De Schutter en F.-G. Heyens, secretaris sen van den schildersbond.

Ten verzoeke der familie, werden geene grafredenen uitgesproken.

voetnoot1
Zie de Vlaamsche School, 1868, bladzijde 145.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken