Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 18 (1872)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 18
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 18Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 18

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.39 MB)

Scans (23.77 MB)

ebook (8.11 MB)

XML (1.09 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 18

(1872)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 33]
[p. 33]

Franciscus-Joannes Bouwens.

Franciscus Joannes Bouwens, geboren te Sas-van-Gent (Holland), den 4n November 1800, was de zoon van Jan Bouwens en van Maria Van Goethem. Zijn vader was in de voornoemde stad als meester timmerman gevestigd.

Franciscus verloor zijne ouders toen hij nauwelijks vijftien

illustratie

jaren oud was. Hij werd, onder de voogdij van zijnen oom, meester Van Hove, aannemer van openbare werken te Antwerpen, als leergast geplaatst bij Van Raemdonck, meester schrijnwerker te Stekene. Bij dien baas, door wien vele goede werklieden werden opgeleid, leerde hij zeer spoedig zijnen stiel. Zijn oom zond hem vervolgens naar Brussel, waar de jonge Bouwens, na omtrent twee jaren de lessen der academie gevolgd te hebben, in de werkhuizen van den heer Vandermalen aangenomen werd als teekenaar.

Later ging hij werken in de bureelen van den heer Partoes, en zulks wel toen deze bouwmeester gelast was, met de uitvoering van het groot gasthuis van Brussel.

Eenige jaren later werd hij benoemd als opzichter der stadsgebouwen van Brussel.

De menigvuldige bijzondere werken, die hij, in de hoofdstad en in de omstreken, uit te voeren had, deden hem van zijne plaats afzien.

De omwenteling van 1830 kwam voor. Het bouwen stond stil. Gedurende den tijd der beroerten, hield Bouwens zich onledig met het naschilderen van historische tafereelen. De weinige tijd, die hij hieraan wijden kon, was oorzaak dat hij geene gewrochten van eenige waarde in dit vak voortbracht.

Er werd toen een oproep aan de bouwkundigen van het land gedaan, om de plaats van stadsbouwmeester in Mechelen te bekleeden. Velen boden zich aan, en na een belangrijken wedstrijd werd Bouwens, den 7n Februari 1831, benoemd als stadsbouwmeester en leeraar van bouwkunde bij de academie aldaar.

Van dan af, begon voor Bouwens het wezenlijk kunstleven. Gedurende den tijd dat hij zijne kunde en vlijt ten dienste der stad Mechelen stelde, richtte hij aldaar vele gebouwen op, waartusschen wij, als de bijzonderste, opnoemen:

De groote kostschool of pensionnaat van den Brul; - de kapel der Clarissen; - de kapel der Zusters Apostelinnen; - de paviljoenen der Egmont-poort, gediend hebbende als bureel voor het octrooi (dit werk, in klassieken stijl, mag als zijn meesterstuk aanzien worden); - de kiosk, in ojivalen stijl, opgericht in den kruidtuin; - de paviljoenen, in klassieken stijl, aan den inkoom van den kruidtuin; - het voetstuk, in den trant der Vlaamsche kunstherbloeiing, van het beeld van Margaretha van Oostenrijk, op de Grootemarkt; - de zalen van het genootschap de Concorde; - het openbaar slachthuis, waarvan de eerste steen door koning Leopold I gelegd werd, op 3 Juli 1854; - de ijzeren sluithekken der stad; - de gemeenteschool in de Maria-Louizastraat; - de academie van teeken- en bouwkunde, aan de Oude-Halle verbonden, en in den middeleeuwschen trant gebouwd.

Van 1854 tot 1863 werkte hij aan de herstelling van Sint-Romboutstoren. Hij mat dit meesterstuk in al zijne deelen en deed hetzelve op kleine schaal uitvoeren. De achtbare familie van den overledene heeft dit werk nog in haar bezit. Ongelukkiglijk is het niet geheel voltooid.

Bouwens voerde in de stad Mechelen ook menigvuldige bijzondere gebouwen uit. Hij maakte het kwartier aan de standplaats des ijzeren-wegs, opende de schoone Egmontstraat en bouwde de fraaie huizen, staande op de Egmontplaats.

Zijne bediening als stadsbouwmeester, gaf hem ook gelegenheid, om verschillende werken uit te voeren, die eigenlijk tot het ingenieursvak behooren, zooals de brug aan de Leuvensche poort; - de Befferbrug; - de draaiende brug, gezegd kraan-

[pagina 34]
[p. 34]

brug; - verscheidene kaaimuren; - de sluizen op de waterloopen gesteld; - vele onderaardsche waterleidingen; - voetpaden in de geheele stad, enz.

Buiten deze werken maakte hij ook verscheidene buitengoederen, zooals dit van den heer Heylen, te Itegem, dit van den heer Van Doornick, op den Neckerspoel, bij Mechelen; hij bouwde ook de kostschool met klooster van Erps-Querbs, vervaardigde den predikstoel van de kerk te Stekene, de kiosk in het park te St.-Nicolaas, enz.

Bouwens heeft altijd groote ontwerpen gekoesterd; maar hij is er niet mogen in gelukken, de belangrijkste te verwezenlijken. In 1847 stichtte hij eene maatschappij en maakte al de plannen voor eene algemeene drinkwaterleiding in Holland; hij stelde aan de stad Mechelen voor, mits geldelijke voorwaarden, een nieuw stadhuis, in ojivalen stijl, op de plaats der Oude-Halle te bouwen, alsmede een nieuwen schouwburg, op de plaats van het paleis van den gewezen Grooten-Raad en een nieuw slachthuis aan de Koepoort. Dit ontwerp, evenals het eerste, mislukte door de omwentelingen van 1848.

Bouwens is de ontwerper van den ijzeren-weg van Mechelen naar Terneuzen, die onlangs ingehuldigd is. Eindelijk, gedurende vele jaren, zijne kunst om zoo te zeggen vergetende, hield hij zich onledig met het bestudeeren van een nieuw draaitoestel, op hetwelk hij de stoomspanning toepaste.

De menigvuldige proeven, door hem genomen, en de stoomtuigen, die hij deed uitvoeren, beantwoordden niet aan hetgeen hij van zijne uitvinding verwachtte.

Met ingang van 1 Januari 1865 bekwam de heer Bouwens zijn pensioen, als stadsbouwmeester van Mechelen. Hij, die gedurende eene zoo lange reeks van jaren, niets dan werken had gekend, zou dus een tijdperk van welverdiende rust mogen genieten. Zoo dacht men. Maar hij kende geen stilzitten, geen rusten: onvermoeid voltrok hij het merkwaardig werk, welk hij, eenige jaren vroeger, begonnen was, namelijk het ontwerp ter herstelling van het paleis van Margaretha van Oostenrijk, thans de rechtbank van eersten aanleg van het arrondissement Mechelen.

Nauwelijks was dit ontwerp voltrokken of hij stierf den 3n Juli 1865.

Men mag van hem zeggen, dat zijn leven welvervuld is geweest, dat zijne ledige dagen schaarsch waren. Men mag van hem ook naar waarheid getuigen, dat hij zich voor zijne medeburgers in vele opzichten verdienstelijk heeft gemaakt en dat hij, inzonderheid aan de stad Mechelen, diensten bewezen heeft, welke op hoogen prijs verdienen gesteld te worden. De naam van Franciscus Joannes Bouwens zal dan ook in eervol aandenken blijven.

Wij drukken hier de hoop uit, dat de hooger gemelde opmeting van Sint-Rombouts toren, door den zoon, des overledenen den heer E. Bouwens, stadsbouwmeester te Dendermonde, zal voltooid en uitgegeven worden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken