Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 18 (1872)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 18
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 18Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 18

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.39 MB)

Scans (23.77 MB)

ebook (8.11 MB)

XML (1.09 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 18

(1872)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De schoenmaker van Messina.

In de tweede helft van de vorige eeuw, toen Sicilië als een afzonderlijk rijk aan Ferdinand IV ten deel was gevallen, en door den markies van Tanuzzi verdrukt werd, was de Siciliaansche gerechtigheid, zooals schier ten allen tijde, van dien aard, dat men de kleine dieven hing en de groote liet loopen. Dit viel den schoenmaker Felicio moeielijk te verdragen. Dag en nacht peinsde hij na, of hierin niet eenige verandering was te brengen. Eindelijk meende hij een middel gevonden te hebben. Juist was te dier dagen een arme drommel opgeknoopt, omdat hij de eer zijner zuster door eenige stevig aangebrachte dolkstooten op een markies van invloed had gewroken. Het vonnis was voltrokken en de nieuwsgierige menigte, die zonder eenig medelijden den kerel had zien opknoopen, keerde huiswaarts, toen eensklaps onze schoenmaker het voetstuk van eenen heilige beklom, en met welsprekende tong de menigte bezwoer van hare zondige loopbaan terug te keeren. Nauwelijks had men den overal bekenden schoenmaker herkend of er ontstond een luid gelach en niemand luisterde naar den gestrengen zedeprediker. Toen hij, bij eene andere gelegenheid, de geestelijke en wereldlijke machthebbenden aanviel, gaf men hem van hooger hand te kennen, dat hij zich bij zijnen leest zou houden, daar men anders zeer goed het middel kende om hennep te bekomen, waaruit men stevige strikken voor dergelijke babbelaars wist te draaien. Langs dien weg ging het dus niet.

In de hersenen van den schoenmaker giste het intuschen op eene vreeselijke wijze. Het moest anders worden; hij hield zich zelve voor den door God gezonden hervormer.

Ik wil over die goddelooze stad een vreeselijk gericht houden! dacht hij bij zich zelve.

Tegenover hem woonde een adellijk losbandig heer, dien niets heilig was; hem zou het eerst de straf des schoenmakers treffen. Met de plaatselijke gesteldheid van het huis zeer goed bekend, sloop hij onbemerkt in het slaapvertrek, doodde den ongelukige met zijnen dolk, en wist ook weder onopgemerkt in zijne woning terug te keeren.

Den volgenden morgen was geheel Messina in opschudding. Niets was gestolen, dus moest staatkunde de drijfveer van dien moord zijn geweest. De schoenmaker was echter met het gevolg van zijne eerste handeling niet tevreden. Met staatkunde wilde hij niets te doen hebben; het was hem om de zedelijkheid te doen.

Hij maakte daarop eene lijst van diegenen, welke, naar zijne overtuiging, door hun slecht gedrag den dood verdiend hadden. Dit waren lieden uit alle standen, en de hervormende schoenmaker maakte nu letterlijk jacht op hen. In donkere nachten, sloop hij, met dolken en pistolen gewapend, langs de straten, en zond zijne slachtoffers met extrapost naar de eeuwigheid: hier een omkoopbaren rechter, daar een woekeraar of een moordenaar, die voor het gerecht te hoog geplaatst was.

Op die wijze geschiedde het, dat, na verloop van eenige maanden, een aantal menschen uit alle standen, in de straten

[pagina 35]
[p. 35]

van Messina vermoord gevonden werden, zonder dat men hun het geringste had ontroofd.

Ontzaggelijke schrik maakte zich van de geheele stad meester en niemand, van wien eenige slechte daad bekend was geworden, waagde zich des avonds of des nachts op straat. Te vergeefs zond men, naar alle kanten, wachten en spionnen uit om den vermetelen moordenaar te ontdekken; zijne bedachtzaamheid, voorzichtigheid en slimheid maakten alle kunstgrepen der politie vruchteloos. Men meende met eene talrijke geheime vereeniging te doen te hebben. Het volk echter was van meening, dat bovennatuurlijke machten in het spel waren, die, bij de duisternis des nachts, over hen gerecht hielden, die op helderen dag waren ontkomen.

De wrekende schoenmaker zegevierde; het geluk dat hem, bij de uitoefening zijner moordbedrijven, begunstigde, hield hij voor den zegen des hemels, die op zijn werk met welgevallen nederzag; en niemand kwam op het denkbeeld in den stillen, ieverigen schoenmaker, dien geheimzinnigen moordenaar te zien, die geheel Messina deed beven.

Op die wijze waren langzamerhand meer dan vijftig personen, die ter slechter naam en faam stonden, vermoord gevonden, - onder hen ook de geheimschrijver en gunsteling van den regent, - en nog had niet de geringste bijzonderheid aanleiding gegeven tot de ontdekking van den dader. Toen vaardigde de regent, markies van Tanuzzi, welke zich onder die omstandigheden ook niet wel te moede gevoelde, eene proclamatie uit, waarbij een iegelijk, die den bewerker of de bewerkers dier nachtelijke moordgevallen ontdekte of hielp ontdekken, eene belooning van tienduizend kroonen werd verzekerd.

Diezelfde som en daarenboven geheele vergiffenis en straffeloosheid werd hem toegekend, die de moorddaden verricht had, zoo hij zich zelve aangaf, en de beweegredenen die hem tot het bedrijven zijner daden hadden aangezet, wilde bekennen.

De schoenmaker geraakte daardoor in een hachelijken toestand. Zijn gerechtelijke iever was reeds eenigszins bekoeld, en in weerwil van alle slimheid, kon hij er toch wel eens tegenloopen. De gelegenheid scheen thans gekomen, om het hoofd voor den strik te vrijwaren. Voorzichtigheid is echter in alle dingen zaak. - Zou het den regent met die proclamatie wel ernst zijn? Eenige dagen na die bekendmaking werd in het stadhouderlijk paleis een ongeteekend briefje gevonden, dat kortweg luidde: zoo de regent zijne belofte voor het altaar wil herhalen, en daarop het heilig Sacrament gebruiken, zoo zal hem volkomen opheldering geworden.

De stadhouder, die, tot elken prijs, het geheim wilde doorgronden, onderwierp zich hieraan. Hij begaf zich den volgenden morgen naar de hoofdkerk en herhaalde voor het altaar zijne belofte, dat hij, zonder eenig voorbehoud, nauwgezet en getrouw, in allen deele zijne proclamatie zou nakomen. Daarna ging hij te communie.

Ook de schoenmaker was in de kerk onder de toeschouwers. Nu speelde hij ten minste veilig spel.

Hij begaf zich naar het paleis, verlangde een gehoor, dat hem onmiddellijk werd toegestaan, en hij bekende den markies, die zijne belofte nogmaals herhaalde, dat hij de geheimzinnige moordenaar was.

Verbaasd en verschrikt trad de regent achteruit, ter nauwernood kunnende gelooven dat deze arbeidsman, die zulk een goedhartig voorkomen had, zulk een ontzettend koelbloedig misdadiger zijn kon. De nauwkeurige mededeelingen van den schoenmaker benamen hem weldra allen twijfel: de verschrikkelijkste man van geheel Messina stond voor den stadhouder. Deze trachtte het gevoel van ontzetting, dat zijne borst drukte, meester te blijven, en hij vroeg hem naar de beweegreden van zijn vreeselijk gerecht.

In eene lange rede verklaarde de schoenmaker dat de slechte wijze, waarop de gerechtigheid werd uitgeoefend, en zijn levendige iever voor deugd en rechtschapenheid, hem tot zulke daden hadden genoopt. Hij beweerde, dat de namen van al zijne slachtoffers berucht genoeg waren, om een gerechtelijk onderzoek noodzakelijk te achten, en hij eindigde met de overheid duchtig te laken, die de schanddaden der vermoorden kalm had aangezien, zonder tusschen beide te komen.

De regent bleef het rechte antwoord niet schuldig. Hij bewees den schoenmaker, dat, naar goddelijke en menschelijke wetten, niemand, behalve de overheid, het recht had om misdaden met den dood te straffen. Dat dus ook hij het rechterlijke ambt, indien de overheid zich niet voldoende van haar plicht kweet, in laatsten aanleg aan den rechtvaardig oordeelenden God moest overlaten, en niet in eigen vermetelheid zich zelve tot rechter opwerpen. Hij had wel zijn woord gegeven, den ongeroepen beul geen haar te zullen krenken, doch zoo hij zich, na verloop van vier-en-twintig uren, nog in Sicilië liet zien, zou hij den dood sterven.

Ontsteld vernam de schoenmaker dit, en viel vol berouw voor den regent op de knieën.

Deze bleef echter vast bij zijn besluit, en daar de schoenmaker zich niet langer veilig achtte, pakte hij zijn geld en goed bijeen, en ging onmiddellijk naar Genua scheep.

Daar leefde hij vele jaren, tot ook aan hem het oude woord vervuld werd: wie bloed vergiet, diens bloed zal ook vergoten worden. Men vond hem op zekeren dag in zijne uitgeplunderde woning door eenen dolkstoot van onbekende hand om het leven gebracht.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken