Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 22 (1876)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 22
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 22Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 22

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.16 MB)

Scans (449.23 MB)

ebook (9.72 MB)

XML (1.20 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 22

(1876)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 25]
[p. 25]

Kunstnijverheid.

De hier afgebeelde heilige Franciscus van Assisi is een meesterstuk van Alonzo Cano, welk

illustratie

beeld naar alonzo cano.


bewaard wordt in de schatkamer der hoofdkerk van Toledo. Het is in den handel gebracht door het huis Christofle en Cie, van Parijs, dat voor België te Brussel vertegenwoordigd wordt door den heer Moles-Puyredon. Het oorspronkelijke beeld is gecopieerd ter plaatse door een uitmuntenden hedendaagschen Franschen kunstbeoefenaar, de heer Zacharie Astruc, die het voor de eerste maal zag in December 1846, toen hij te Madrid de feesten was gaan bijwonen, gegeven ter gelegenheid van het huwelijk van koningin Isabella en dat harer zuster met den hertog van Montpensier. Voorzien van aanbevelingsbrieven, nam hij deze gelegenheid te baat om Spanje te doorreizen en de kunstwerken te bestudeeren, welke daar, zoo het schijnt, niet zoo bereidwillig vertoond worden als in alle andere landen het geval is. Zes jaren later keerde de heer Zacharie Astruc terug. Na vele hinderpalen te boven gekomen te zijn, mocht het hem gelukken het beeld na te maken. 't Schijnt een der schoonste beeldhouwwerken te zijn die Spanje ooit heeft opgeleverd. Het huis Christofle heeft de kunst en de kunstbeoefenaren een wezenlijken dienst bewezen met dit beeld zoo overheerlijk na te bootsen. Er kan geen beter bewijs geleverd worden van den vooruitgang dien de nijverheid heeft gemaakt in hare toepassing op de kunst. De door het huis Christofle geleverde exemplaren van het beeld, in hout gesteken en gekleurd juist gelijk het oorspronkelijke, kosten 2000 fr.; in gegalvaniseerd koper, insgelijks gekleurd, 800 fr.; in wit marmer met zwart marmeren voetstuk, 3000 fr. De plaat hier medegedeeld maakt het overbodig, dat wij de schoone en eigenaardige hoedanigheden van het beeld doen uitschijnen; er mag van gezegd worden, dat de natuur nooit beter doorgrond werd. Hoe geheel verslonden in bespiegeling en gebed is ons Franciscus niet voorgesteld! Hoeveel eenvoud, onderwerping en godsvrucht nemen wij niet bij hem waar! Inderdaad, dit beeld mag een weergaloos kunstgewrocht worden genoemd. Het verrechtvaardigt den bijnaam van Spaanschen Michel-Angelo die aan Alonzo Cano is gegeven.

In 1867 hebben wij op blz. 85, 87 en 118 verschillende opstellen medegedeeld nopens de Vertakkingen van het Seraphijnsche Franciskanerorder enz.; daarbij gaven wij, op blz. 85, drie verschillende afbeeldingen der kleedij nog in zwang bij de Minderbroeders-Kapucijnen, Minderbroeders-Conventualen, en Minderbroeders-Recollecten. Ten behoeve van kunstschilders en beeldhouwers doen wij hier opmerken, dat de eerstgenoemde kloosterlingen hunne kap vast aan het habijt dragen en de koord rechts, terwijl de laatste eene losse kap hebben in den aard zooals ze hier is afgebeeld, maar deze dragen de koord links en zijn baardeloos. Alleen de novicen dragen bij de Minderbroeders-Kapucijnen de kaproen of kap los.

Het portret van den uitstekenden beeldhouwer, die tevens schilder en bouwmeester was, werd geschilderd door Velasquez. Hij zag het licht den 19n Maart 1601 te Grenade. Zijn vader, Miguel Cano, was beeldhouwer en bouwmeester, Hij muntte vooral uit in het maken van houten altaarbladen(retables). Zijne moeder heette Maria de Almansa. Op aanraden van den befaamden schilder Juan del Castillo, die ook de meester van Murillo geweest was en van wien de jonge Cano lessen ontvangen had, kwam het huisgezin zich te Sevilla vestigen. Daar wedervoer Alonzo het geluk aangenomen te worden in het werkhuis van Juan Martinez Montanes, die hem opleidde in de beeldhouwkunst. In de schilderkunst ontving hij ook lessen van Pacheco, wiens roem slechts overschaduwd werd door dien van zijnen leerling Velasquez, die in den echt trad met Pacheco's dochter. Alonzo Cano verwierf zich in Sevilla al spoedig zeer veel naam door ettelijke stukken die hij voor kerken vervaardigde, waaronder drie altaarbla-

[pagina 26]
[p. 26]

den voor het Sint-Pauloklooster en twee voor het Albertuscollege. In 1628 was aan zijnen vader de vervaardiging opgedragen van een groot altaarblad voor de hoofdkerk van Lebrixa. De gestelde prijs was 3000 dukaten. Vermoedelijk belette de dood den ouden Miguel Cano het werk te voltooien. In alle geval was 't zijn zoon, die, in 1636, het altaarblad voltrok en afleverde. Hij bedong echter een hoogeren prijs dan 3000 dukaten, in welken eisch het kerkbestuur echter niet bewilligde. Overeenkomstig het oordeel, uitgebracht door Montanes en Geronimo Velasquez, stond het kerkbestuur eindelijk 250 dukaten meer toe. Bedoeld altaarblad wordt als een meesterstuk geroemd.

Volgens wij uit levensberichten over Alonzo Cano kunnen opmaken, verwierf hij zich, tijdens zijn leven, minder roem dan hem welverdiend toekwam. Stoffelijke voorspoed was zelfs niet altijd zijn deel, ofschoon het hem niet aan liefde voor den arbeid ontbrak. Cean Bermudez, die Cano's levensgeschiedenis schreef, vult negen bladzijden druks met de opsomming van de beeldhouwwerken (waaronder ettelijke standbeelden) en schilderijen, door den meester vervaardigd,

Alonzo Cano overleed te Grenade op 5 October 1667 en werd begraven in het pantheon der proveniers van de stedelijke hoofdkerk.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken