Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 25 (1879)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 25
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 25Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 25

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.29 MB)

Scans (455.19 MB)

ebook (8.11 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 25

(1879)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Tentoonstelling van schoone kunsten.
Vervolg van blz. 135.

De jonge valk, een keurig en zorgvuldig geschilderd tafereel van J. Antony (zie blz. 118), is verkocht aan den heer Dautricourt-Woets, burgemeester van Dixmude.

C. Meunier (Brussel) koos reeds in 1878 de volgende episode uit Conscience's Boerenkrijg van 1797 in de Brabantsche Kempen tot onderwerp van eene groote schilderij ‘De ongelukkige vluchtelingen zagen in de verte, ter plaatse waar hun nederig dorpje rees, dikke rookwolken ten hemel stijgen.’ Thans stelde hij ten toon eene tweede bewerking, op verkleinde schaal, van ongeveer hetzelfde onderwerp. Zijne schilderij is zoo verdienstelijk uitgevoerd als indrukwekkend door wat zij voorstelt. Des schilders Zaaier beviel ons minder. Zijn portret van mej. G. Platteau (toebehoorende aan den heer J. Van Hal) is een goed gewrocht.

A. Monchablon (Parijs) maalde met veel kracht van uitdrukking en ernstig gevoel Napoleon te St.-Helena. Dit grootsch opgevat tafereel is een der uitmuntendste stukken van de tentoonstelling.

H. Otto (Leuven): zijn Italiaansche houthakker is goed geschilderd; slechts schijnt de achtergrond van het stuk wat te zwart. Niet onverdienstelijk is deszelfden schilders Streng gevang (een heerschap dat te huis zit met een ziek been, een weinig beduidend onderwerp).

E.J. Boks' Verraderlijk bouquet voert ons in eene gezellige huiskamer, waar zich vader, moeder en dochter vereenigd bevinden, op het oogenblik dat de dienstmeid eenen knecht heeft laten binnentreden die voor de juffrouw eenen bloementuil aanbrengt, wat de ouders, den vader vooral die bij eene tafel zijne

[pagina 142]
[p. 142]

pijp zat te rooken, verbaasd doet opkijken. De figuren zijn zeer goed getroffen en het stuk is over zijn geheel met groot talent bewerkt. Het werd aangekocht door den heer W.H. Glenny, van Buffalo in Amerika.

B. Budde (Dusseldorp) zag zijne Dame in middeleeuwsche kleedij, een ernstig kunstwerk, aankoopen voor de verloting.

H.J. Burgers' Na het vertrek en De pui dragen beide den eigenaardigen stempel van dezen bekwamen schilder. Wij veroorloven ons nochtans het eerstgenoemde stuk, eene Hollandsche visschersvrouw met haar kind aan het strand, dat zeer goed van opvatting is, niet aangenaam van kleur te vinden.

J.A. Canta (Rotterdam), De gelukkige moeder en Spelende kinderen met duifjes behooren tot de zeer zorgvuldig geschilderde stukken in dit vak.

Th. Ceriez (IJperen) vergast de bezoekers der tentoonstelling op een Nagerecht van uit den tijd van Lodewijk XV welk vele kunstliefhebbers zal doen watertanden: het is een puik tafereeltje. Des schilders Lezer kenmerkt zich door even degelijke hoedanigheden. Laatstgenoemd stuk is verkocht.

J. Leisten (Dusseldorp): een lief stukje, tintelend van rein gevoel, getiteld: De verjaardag van grootmoeder.

A. Ludwig (Parijs): Eene lastige taak (een scholier en eene scholierster die met zichtbare inspanning op eene schalie sommen maken of schrijven); een zeer goed behandeld eenvoudig onderwerp.

L. Tydgadt zond twee verdienstelijke stukken: De repetitie en De Montenegrijnsche vrouwen tijdens den oorlog; het laatste is door Z.M. den koning aangekocht; het scheen ons wat zwart van kleur; er zijn vrouwen op afgebeeld die gekwetsten verzorgen.

E. Manet (Parijs). Dezen schilder kan geen talent ontzegd worden; maar volgens ons is het talent dat hij bezit of wel slechts eenzijdig ontwikkeld of wel stelselmatig onvolkomen aangewend. Aan de kunst van een tafereel samen te stellen, het in te deelen, er behoorlijk licht en donker in te brengen en personen af te malen die goed zitten en staan en uit wier gelaatstrekken die aandoeningen en gevoelens spreken welke bij de rol passen die zij hebben te vervullen, - aan deze kunst, en zij is voorzeker niet gering, verstaat Manet zich tot een zeker punt. Daarentegen behoort de manier waarop hij schildert tot de verkeerde wereld. Het is geene schildering die hij levert, wanneer men ten minste aan dit woord de beteekenis verbindt welke wij gewoon zijn daaraan te geven en daarbij denken aan de werken onzer groote meesters; Manets stukken schijnen gewreven, geverfd, ja zelfs bepleisterd of gekaleid te zijn. Desniettemin is er werking in zijne stukken, wanneer zij gezien worden van op eenigen afstand. Aldus is op deze tentoonstelling het geval met Een hoekje van een café-concert en In het koffiehuis.

H. Redigs Huwelijksaanvraag, een bevallig genretafereel, is door de commissie voor de verloting aangekocht, wat velen met ons een waar genoegen zal zijn. In verlof, van denzelfden schilder, is ook een goed en aangenaam stuk.

E. Richter (Parijs). Twee uitstekende stukken, vooral wegens hunne kleur: Jonge dochter met eene Turksche pijp en De danseres, welke laatste voorde verloting is aangekocht.

W. Angus zond eene goed opgevat schilderijtje, een fraai kabinetstukje, getiteld: Het gebed.

L.J. Anthonissen (Parijs): De gebroken pot en De liefhebsters van oudheden, ofschoon conventioneel behandeld, zijn verdienstelijke stukken, ook om de met zorg uitgevoerde bijhoorigheden.

W.F. Barber: De lezer is een onbeduidend stukje.

N. Baudin: een niet onverdienstelijk stuk, dat wij verleden jaar te Brussel zagen en thans getiteld is: Van Assommoir tot Assommoir.

Johan Berg (Amsterdam) schilderde in een aantrekkelijk stuk, met zijn eigenaardigen toets, twee Vijanden van het gedrang, namelijk een paar bedaagde mannen, onder eene kermistent, waarvan de eene zijne pijp rookt terwijl de andere zijn glaasje drinkt.

R. Bisschops Och hoe sprekend! vermeldden wij ter gelegenheid der Rotterdamsche tentoonstelling (zie blz. 99).

C. De Bruycker (Gent): De dorpssmidse, eene goed geteekende schilderij, die echter onnatuurlijk van kleur is.

F. De Bruycker: een stuk getiteld Fopperij, waarop eene kaartzienster is voorgesteld; aangekocht door den gekenden kunstliefhebber den heer Muscar.

E. Delpérée: een zeer verdienstelijk uitgevoerd onbeduidend onderwerp: In de voorkamer.

J. Delvin (Gent): Bergbewoners een lijk overdragende, een groot en breed behandeld stuk dat echter te schraal van kleur is; voorts een goede Studiekop en een verdienstelijk afgebeelde Slaaf.

A. De Meester (Brussel): Bij den liefhebber is eene met talent bewerkte ofschoon onbeduidende voorstelling, namelijk twee mannen die eene Chineesche pop bezichtigen; de kleur van het stuk is zeer goed.

A. Plasson (Parijs): De brief is een bij uitstek wel verzorgd fraai stukje; De muil beviel ons veel minder.

P. Preyer (Dusseldorp). Dezes schilders Quatur van snaartuigen noemen wij een meesterstuk, al is de kleur ook tamelijk schraal; samenstelling, teekening en uitdrukking zijn uitmuntend.

H. Platner (Dusseldorp); Op een slechten weg betrapt, een goed opgevat onderwerp, is zorgvuldig uitgevoerd. Het stelt voor een pastoor die waarschijnlijk de ouders komt verwittigen over het gevaar dat hun zoon loopt. Ontdekking van eenen nest kiekens is mede hoogst verdienstelijk. Het eerste stuk is voor de verloting aangekocht.

G. Portielje. Daags na den veldslag, een zeer aangenaam genrestuk, was aangekocht voor de verloting, maar is herverkocht.

A. De Berg. Vertrek naar de stad is een goed behandeld onderwerp, maar het rechtergedeelte van de schilderij rammelt als kleur. Verkocht aan den heer Lion-Deleval.

A. De Wilde, de bestuurder der academie van Sint Nicolaas, zond een vrij eigenaardig stukje, getiteld Vrij onderwijs, welk zich gunstig onderscheidt door zijne kleur.

[pagina 143]
[p. 143]

F. De Wilde's Liefhebber van huisdieren halen wij als verdienstelijk aan; maar het stuk is over zijn geheel te glanzend geschilderd: de hond schijnt wel van porselein te zijn.

H. Ewers (Dusseldorp): Kunstschildersgezin in eene werkplaats der xviie eeuw, eene sierlijke samenstelling.

H. Fantin-Latour (Parijs): een fraai portretstuk, waarop twee juffrouwen teekenend en schilderend zijn afgebeeld.

K.F. Felu: een zeer verdienstelijk portret, door dezen schilder, die geene armen heeft, met de voeten gepenseeld.

H. Fimmers zond een zeer keurig stukje, getiteld: Laatste verbetering. Waarschijnlijk is de afgemaalde persoon een toondichter.

V. Flamache's Morgenwandeling mag een lief stukje worden genoemd.

Fanny Geefs' Grootmoeder maakt hier even als verleden jaar te Brussel een zeer goed figuur; ook haar stuk getiteld Carmen (eene zangeres) is zeer verdienstelijk.

K. Giron (Parijs): De opvoeding van Bacchus is eene in vele deelen zeer schoone, ja uitmuntende schilderij. Des schilders zeer fraai portret, door hem zelf uitgevoerd, werd (zonderling genoeg) voor de verloting aangekocht.

J. Gyselinckx' Lomperik (een jongen die zijn broertje moest wiegen en die de wieg omgetrokken heeft, door te schrikken voor een grooten hond) is beter van gedacht dan van uitvoering.

Hirth du Frênes (Amsterdam): Een centje, als je blieft (een zeer klein tafereeltje, waarop een bedeljongen met eenen aap) is een juweeltje in den vollen zin des woords. In zijn klein bestek geeft het een diepen blik op gansch een maatschappelijken toestand; de teekening is uitmuntend verzorgd, de kleur puik en krachtig en de voorstelling geheel waarheid. Deszelfden schilders Strandlooper mag insgelijks aanspraak maken op onverdeelden lof.

H. Leineweber (Dusseldorp): De morgen in 't huis van den boschwachter en Poging tot verzoening, twee goed getroffene en bijna onberispelijk geteekende tafereelen, die ons echter voorkwamen wat rosachtig van toon en kleur te zijn, zooals de meeste der Dusseldorpsche school.

A. Asselbergs (Brussel). Een uitstekend stuk is zijn Waterpoel in de Kempen; in de Waterpoel van Bellecroix schaadt de al te blauwe lucht, terwijl de voorgrond ons overdreven zwart voorkwam; de schildering van het stuk Decembermorgen in de Kempen scheen ons te hard. Het eerste werd voor het Antwerpsch museum aangekocht.

Mej. E. Beernaert: twee zeer fraaie stukken, Moeras te Hoogstraeten en een Zicht uit de duinen van Oostkapelle; aan beide leggen wij evenwel ten laste, dat de boomen met tak en blad niet genoeg geteekend zijn. Bij Ruysdael en Meindert Hobbema zou de schilderes met vrucht kunnen te rade gaan.

C. Bernier (Parijs). De verlatene dreef van dezen meester is eene uitstekend schoone schilderij, een kapitaal kunstgewrocht, zooals de pronkzaal er niet veel rijk is, een uitzonderlijk sieraad voor de hedendaagsche Fransche school. Jammer dat het zoo slecht geplaatst werd.

L. Derickx: Op den Beukenberg, welk wij reeds verleden jaar te Brussel zagen, is thans aangekocht voor de verloting. Wandeling onder de wilde kastanjeboomen, met een gezicht op de stad Tongeren in het verschiet, overtreft eerstgenoemd stuk, ook aan kracht van kleur, en vormt eene zeer aangename schilderij.

A. De Lathouwer stelde twee verdienstelijke landschappen ten toon: De morgen, verkocht aan den reeds vroeger vermelden heer W.H. Glenny, en Einde van den herfst.

A. De Keyzer: een goed uitgevoerd Gezicht van Antwerpen aan de Schelde en een verdienstelijk stuk, getiteld: Na den regen.

J. Janssens, L. Pulinckx en F. Matthaei verdienen allen veel aanmoediging.

K. Pauli (Gent): twee fraaie en zeer aangename landschappen: een woudgezicht in den herfst en Eene beek in het bosch; het laatste is aangekocht voor de verloting.

J. Rosseels stelt drie landschappen ten toon: Heide, In de maand Juni en De morgen; zij zijn, volgens een stelsel waaraan wij onze goedkeuring onthouden, zeer grof geschilderd, en maken, vooral als men ze van eenigszins nabij beschouwt, eenen indruk die alles behalve aangenaam is.

A.J. Heymans is in hetzelfde spoor als de heer J. Rosseels. Zijn Weg der oude berken is aangekocht door den heer E. Picard-Olin. Buitendien stelt hij ten toon: Een lentemorgen en Het dorp mijner moeder. De eerste indruk echter welken deze stukken op den toeschouwer maken, vooral wanneer zij van op zekeren afstand worden gezien, is anders vol waarheid.

Op mev. Mesdag van Houten ('s-Gravenhage), Morgen in de heide en Stilleven, is nagenoeg van toepassing wat wij schreven over de heeren Rosseels en Heymans. Deze schilderes schijnt meer met het paletmes dan met het penseel te werken.

G. Vogels (Brussel): In het bosch en Boomgaard. Idem.

J. Vola: Gezicht op de boorden der Lesse en Watermolen in de omstreken van Parijs; te zwaar geschilderd en zwart van kleur.

P.J. Gabriel (Schaerbeek): zijn voortreffelijk Hollandsch landschap, Gezicht uit de omstreken van Abcoude, op een schoonen zomermiddag gezien, is gekocht voor de verloting. Deze schilder zond bovendien twee verdienstelijke gezichten uit de Hollandsche turflanden.

L. Delehaye: een Romeinsch binnenhof, welk van veel aanleg blijk draagt, al wettigt het ook de vraag of het geschilderd is naar de natuur.

De Dusseldorpsche school zond een goed getal fraaie landschappen en watervallen, waartusschen wij vooral aanteekenen die van W. Bode, H. Brinckmann, R. Burnier, J. Büttler, J. Duntze, F.W. Fabarius, C.L. Fahrbach, A. Flamm, W. Genschow, O. Jernberg, C. Jungheim, A. Kessler, W. Klein, A. Leu.

Tusschen de Brusselsche landschapschilders bekleeden in deze tentoonstelling eene goede plaats L. Carpin, K. Cavens, A. Dautrelande, V. Evrard, A. De Biseau, F. Delgouffre, M. en M. Gardner, E. Huberti, F. Keelhoff, H.B. Koekoek, A. Le Mayeur. De volgende Antwerpsche liefhebbers-landschapschilders zonden zeer verdienstelijke stukken: F. Isenbaert, H.D. Hooge, A.M. Oomen en H. Parein.

[pagina 144]
[p. 144]

E. Legendre (Brugge): een fraai stadsgezicht op de Kaai van den Rozenkrans te Brugge.

A. Numans: een verdienstelijk doch tamelijk schraal geschilderd Gezicht op de brug van Bercy te Parijs.

A. Pecquereau (Brussel): Markt te Heilbronn en twee Brusselsche stadsgezichten, drie verdienstelijke stukken.

F. Marinus, nog een pilaar der Antwerpsche school, geboren in 1808, thans bestuurder der academie te Namen, leverde een hem waardig landschap, getiteld de Morgen in de omstreken van Namen.

F.A. Ortmans (Fontainebleau): Haan in het woud van Fontainebleau en Weide te Mortfontaine, twee uitstekende landschappen, beide verkocht, het eerste voor de verloting.

Van A. Normann (Dusseldorp) werd het schoone Landschap van Noorwegen voor de verloting aangekocht. Des schilders Kust van Noorwegen is met veel waarheid teruggegeven.

F. De Baerdemaecker (zie 1878, blz. 204: Gezicht der Maas bij Hermeton, een bekoorlijk stuk.

X. De Cock (Deurle). Zijn Voetpad in een bosch mag een goed geschilderd landschap heeten.

L. Bullerkotten heeft veel voortgang gemaakt, ofschoon zijn Morgen op de boorden van de Our wat hard van schildering is; zijne Herinnering der Ardennen is in dit opzicht beter uitgevallen.

F. Beerts: Wederkomst uit de kerk, een net gezichtje uit de Ardennen, maar niet genoeg afgewerkt.

J. Delehaye: eene veel belovende studie, Gezicht bij Deurne.

A. Verwee (Brussel): In West-Vlaanderen, zeer schoone schilderij met keurig geteekende dieren; zijn stuk Omstreken van Oostende is aangekocht voor de verloting.

F. Backvis (St.-Joost-ten-Noode): Twee koeien in de weide en Een met paarden bespannen wagen door wolven overvallen zijn zeer verdienstelijke stukken.

K. Boland, belooft vooral met De zeven hoofdzonden (eene hondenvoorstelling), een goed dierenschilder te zullen worden. Minder dan het voornoemde beviel ons zijn Postbureel in de lucht, ofschoon het zeer goede hoedanigheden ook als kleur bevat. Des schilders portret, uitgevoerd door Ed. De Jans, primus van Rome, in een stuk getiteld: In nadenken en waarop een hond en bijhoorigheden door Boland zelf zijn geschilderd, is zeer goed uitgevallen. Van De Jans, thans te Parijs, zagen wij een goeden studiekop.

F. Bonheur, de broeder der beroemde schilderes, zond twee belangrijke schilderijen, Binnen het woud en De bergengte van Cabria, puik met dieren gestoffeerd.

R. Ceramano (Seine-et-Marne): eene goede schilderij, welke verkocht is, voorstellende eenen herdershond die zich vlijtig weert om de aan zijne hoede toevertrouwde schaapskudde bijeen te houden; is getiteld: Pas op. Van denzelfde een fraai Voorhof met zwijnen.

C. Cunaeus (Amsterdam): een uitmuntend tafereel met honden, getiteld: Trouwe wachten.

K. Damerau (Parijs): Terugkeer der kudde, allerbest afgemaald; de schilderij geeft een treffenden indruk van den vallenden avond; des schilders Kleine os is voor de verloting aangekocht.

F. De Beul: Koeien op den boord der Schelde onderscheiden zich door goede teekening.

C.F. De ker (Dusseldorp): Afgejaagd hert en windhonden en Groot wild, twee belangrijke doeken, goed voorgestelde figuren, doch wij vinden de schildering te hard en droog.

E. De Pratere (Brussel): goed geteekende Honden.

E. Eisman-Semenowsky (Parijs): een verdienstelijk schilderijtje, getiteld: Rozen voor de zwijnen, dat echter nog al eenige gelijkenis heeft met het stuk welk Jan Van Beers in 1878 onder denzelfden titel te Antwerpen tentoonstelde (zie onzen jaargg. 1878, blz. 170). Het tafereeltje is verkocht.

H. Jochams (Brussel): Vee in de duinen, met veel waarheid, frisch en krachtig afgemaald.

E. Joors: een uitstekend geschilderde jongen met eenen hond en het portret van eenen hond dat aan den heer G.E. toebehoort en op 15 Juni in het Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen door ons gezien werd.

Van Ch. Mali (Munchen) werd voor de verloting aangekocht de Wederkomst der kudde schapen, eene zeer keurige schilderij.

A. Mauve ('s-Gravenhage). Ook de Kudde schapen van dezen schilder mag geteld worden bij de beste dierenstukken welke de tentoonstelling heeft aan te wijzen.

J.L. Moerman: een goed portret van den jachthond des heeren Flor. Grégoire. Het afgebeelde schepsel moge geen tweevoeter zijn, de schildering is er niet minder zeer verdienstelijk om.

J. Stobbaerts heeft zich ditmaal overtroffen; door kracht en waarheid van kleur is zijn Koestal eene der merkwaardigste schilderijen van de tentoonstelling; het stuk vindt dan ook zeer grooten bijval. Zijn Haan, hinnen en eenden zijn ook zeer fraai.

Van A. Plumot vermeldden wij De uitgang eener pachthoeve in onzen vorigen jaargang, blz. 192, ter gelegenheid van de tentoonstelling te Brussel; zijne Gevaarlijke brug is zeer zorgvuldig geschilderd, maar al te porseleinachtig; zulks belet niet dat het stuk schoon te noemen is.

L. Munthe (Dusseldorp): twee Wintergezichten die, als naar gewoonte, uitmuntend waar zijn.

Water- en zeegezichten zijn er een aantal geschilderde, geplamuurde en ik geloof zelfs gemetselde; wij bepalen ons slechts van de geschilderde te spreken want vele hadden zonder schade voor de tentoonstelling mogen afgewezen worden; teekenen wij dus diegene aan, welke zich door hunne verdienste in meerdere of mindere mate onderscheiden:

Jacob Jacobs. De zeewind op de kusten van Finland en de Monding der haven van Portel, twee verdienstelijke gewrochten die dezen talentvollen schilder tot eere verstrekken en zijne gevestigde en welverdiende faam op waardige wijze gestand doen.

E. Bodom (overleden): Kusten van Noorwegen.

E. Bolsius, een liefhebber die toont dat hij voortgang maakt met zijne Boorden der Schelde.

A. Bouvier (Brussel): Lage tij, Te Tholen en Holle zee.

E. Bracht (Carlsruhe): In de duinen.

[pagina 145]
[p. 145]

A. Calame (Geneve). Gezicht van het oud slot van Hendaye aan de monding van den Bidassoa. Voortreffelijke schilderij.

L. Chabry (Bordeaux). De kusten van Saintonge (aangekocht voor de verloting).

L. Barnaba (Brussel): Visscherschuit bij Boulogne aan zee (de schildering der zee laat als voorstelling van water te wenschen).

L. De Burbure (Schaerbeek), De reede van Antwerpen, niet geheel naar waarheid voorgesteld; vooral de groote toren is niet ernstig geteekend.

H. Le Grand: Schemerlicht na onweder, Normandische kusten bij laag getij.

G. Denduyts (Gent). Het opkomen der maan.

E.F. Leemans, de uitstekende schilder van maanlichten, maakt nog voortdurend vorderingen in het vak waaraan hij zich heeft gewijd. Bewijzen hiervoor leveren zijn Zomeravond te Anseremme en zijn voor de verloting aangekochte Avond aan de Lye te Gent.

M. Lindström (Zweden): een met treffende waarheid en dichterlijk weergegeven Opgang der maan.

Ed. Moerenhouts fraaie Vervallen molen, bij maneschijn gezien, is verkocht.

R. Mongomery: Westerkusten van Ierland en Kusten van het (Schotsche) eiland Arrau vormen twee uitnemende gewrochten, al blijken zij bij lange of herhaalde beschouwing ook tamelijk eentonig. Laatstgenoemde schilderij is aangekocht door den heer E. Van Put.

F. Cogen (Brussel): De wederkomst der visschersschuiten, eene verdienstvolle samenstelling, en de Oude visscher, een uit het leven gegrepen beeld; beide goed geschilderd.

A. Musins Hollandsche visscherschuiten in de Noordzee hebben wij, toen dit tafereel ons voor het eerst onder de oogen kwam, met een hartelijk bravo begroet. Dit zeestuk, welk den blik streelt door eene rijke verscheidenheid, is een van de allerschoonste kunstwerken die de pronkzaal bevat.

Ook F. Musin schittert op deze tentoonstelling met eene zeer schoone schilderij, welke ons De reede van Oostende te zien geeft terwijl zij door eenen rukwind wordt gezweept. Het stuk is verkocht.

L.A. Neetesonne zond een verdienstelijk riviergezicht: de Schelde bij stil weder. Het is zeer te bejammeren dat het in de tentoonstelling niet op eene betere plaats gehangen werd.

L. Schaefels, leeraar bij de Antwerpsche academie, spant op deze tentoonstelling inderdaad de kroon in het vak van schildering van stillevens en bloemen; zijn Wild en vruchten is meesterlijk naar de natuur geschilderd en zijne Bloemen en vruchten vormen eene recht kapitale schilderij die aangekocht is voor de verloting. Beide schilderijen kunnen naast de beste soortgelijke stukken ook van de oudere meesters gesteld worden. Ofschoon het bloemenstuk zeer groot is zal het toch overal welkom zijn, als een waar sieraad voor elke woning.

J. Capeinick (Gent): een breed behandeld Stilleven en een fraai bloemenstuk, beide met veel getrouwheid naar de natuur geschilderd.

J.H. Claes (St.-Gillis-Brussel) verdient voor zijne bloemen en toebehooren denzelfden lof.

D. De Kegel (Gent). Uitmuntend geschilderde bloemen in een koperen bak en een keurig uitgevoerde huwelijkstuil, in eene kristallen vaas, waarin de oranjebloesem eene gansch bijzondere melding verdient, even als de bloemen, welke rond het bord zijn geschikt.

A. De Mersseman (Antwerpen) stelde in een klein stukje voortreffelijk afgemaalde Schelpen ten toon.

Ch. De Naeyer (Brussel). Twee zeer lieve stukjes, Rozen en druiven en, belangrijker als onderwerp, Lentemorgen te Peuthy.

L. De Rest (Oostende). Zijn stuk, waarop is afgebeeld een Eendvogel, getuigt van talent en ernstige studie.

J.B. Eggericx (Brussel). Een bloemen- en een fruitstukje, die hoezeer zij dan ook als zeer verdienstelijk werk mogen geprezen worden, ons meer zouden bevallen, als de schildering wat breeder was en niet van eene zoo overdrevene zorg blijken droeg.

F. Geerts' flink behandelde vruchten en groenten zouden wij malscher van toon hebben gewild. Zijn tweede stuk, getiteld: Het verslag, hebben wij niet aangetroffen.

Ed. Huberti's bloemen, goed van kleur, zijn niet juist genoeg geteekend. Stilstaande molen en een Windruk, van denzelfden schilder, zijn onvoldoende afgewerki.

Mej. P. Jamar (Luik) brengen wij ons welgemeend compliment over hare uitmuntende Veld- en Lentebloemen.

J. Lemmens zond drie bloemen- en fruitstukken welke ons versterkt hebben in het vertrouwen welk de aanleg van dezen jongen schilder ons inboezemt. Met genoegen hebben wij gezien dat zijn grootste stuk aangekocht is voor de verloting.

J. Nauwens, aan zijne goede gewoonte getrouw, stelt twee zorgvuldig naar de natuur geschilderde stukken ten toon. Zijne Vruchten en bijhoorigheden werden aangekocht voor de verloting en wij wenschen al bij voorbaat den winner van dit puike stuk geluk. Des schilders Beker voor den eerewijn is insgelijks keurig uitgevoerd; groot waren nochtans de moeielijkheden die het penseel hier moest te boven geraken, door de velerlei afwisseling en tegenstellingen welke in het stuk voorkomen; de heer Nauwens wist zich daarbij glansrijk uit den slag te trekken en zijn talent van eene nieuwe zijde te vertoonen. Het stuk is tot in de minste bijzonderheden voortreffelijk afgewerkt, zoowel wat schildering als teekening betreft.

P.E. Nicolié: Vruchten, bloemen en moeskruiden, welke niet alle met gelijke waarheid zijn geschilderd. Als te wenschen latende in dit opzicht wijzen wij namelijk de asperges aan.

E. Quitton munt met zijne doode vogelen uit; hij schildert die meesterlijk. Twee zijner stukjes werden gekocht door den heer A. De Pret-Roose van Calesberg.

Als zeer verdienstelijke stillevens vermelden wij nog die van J. Dierckx, Rijssens-De Lauw (Antwerpen), H. Bellis (Brussel), Dauriac (Arlon), mej. W. Booms ('s-Gravenhage), Ida en Maria Molijn (Rotterdam).

(Wordt voortgezet).

Gestreelde hoogmoed wordt bitter bedrogen.
J.J. Cremer.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken