Toonkunde
Voor eene stampvolle zaal kwam op 30en April Jan Blockx' Milenka en Hector Berlioz' Lelio ten gehoore. De Cercle Artistique gaf zijn laatste concert en het werd met eere gegeven. De Milenka heb ik reeds in de tweede aflevering der Vlaamsche School besproken, en bepaal mij dezen keer bij de opmerking dat het nieuwste werk van den heer Blockx, met geestdrift te Antwerpen is ontvangen. Te Brussel wist men echter dit kleurrijke, geestige toonwerk nog meer te waardeeren.
Gerrit. A.A. Wagner.
Concert der leerlingen van Jan Blockx. Op Donderdag 26en April ll., zijn wij in de groote zaal van den Cercle Artistique, op eene wezentlijk gelukkige nieuwigheid vergast geworden. De leerlingen van Jan Blockx, leeraar van harmonie en compositie bij onze Muziekschool, hadden het publiek op een proefje van hunne kunst uitgenoodigd. Ieder dezer jeugdige kunstenaars bestuurde zelf de uitvoering van zijn werk, en werd dan ook door de toehoorders voor zijne kloeke en veelal belovende poging warm toegejuicht.
Het lied van den heer Edmond le Moine: Nederlandsch bloed, woorden van V. Dela Montagne, bezit al de hoedanigheden om een volkslied te worden. Buiten eene romance, getrokken uit De Geyter's Keizer Karel, liet de heer Albert de Vleeshouwer zijn Kermisavond, symphonisch poëma met groot orkest opvoeren. Hij toonde daarin een zeer eigenaardig, ja zelfs uitbundig talent, dat met klanken en instrumenten weet om te gaan, om gloed en coloriet in de uitdrukking zijner gedachten te leggen. De heer Emiel Ergo bestuurde een deel van eene symphonie die zeer veel bijval genoot, vooral de Scherzo, met zijn medesleepend rythmus. G. Wagner leverde een klein oratorio De gevangenschap te Babylon, dat niet alleen van veel kennis en talent maar ook van veel vindingskracht getuigt. In de keuze en de koppeling der instrumenten wist de schrijver eene ongemeene behendigheid aan den dag te leggen, bij het vertolken der dramatische toestanden.
Het lied der Dennen, voor kooren en orkest, van den heer L. Mortelmans, is rijk aan melodiën en bevat menig opgeruimd en meesleepend motief, vol verrassende afwisseling in de beschrijving van het landschap.
Zonder eene vergelijking tusschen het gewrocht van Mortelmans en dit van Wagner te willen maken, kan men zeggen dat, wanneer deze uitmunt door diepte en ingetogenheid, gene gemakkelijker in het gemoed van den toehoorder dringt.
Die tentoonstelling van werken onzer jonge componisten, zooniet alle onberispelijke meesterstukken, dan toch onder vele opzichten zeer verdienstelijke gewrochten, leverde het bewijs, dat Jan Blockx aan zijne leerlingen de volkomenste vrijheid in opvatting en uitdrukking laat, en hun alleen als gids en leidsman ter zijde staat.
Het welslagen der onderneming zal den heilzaamsten invloed uitoefenen op de ontwikkeling onzer jonge school, en de muziek bij het publiek op gelijken voet stellen met de andere kunsten. Schilders, letterkundigen, beeldhouwers en bouwmeesters kunnen over hun werk oordeelen van het oogenblik dat het voltooid is, en zijn meestal in de gelegenheid gesteld er de kenners en liefhebbers te laten over oordeelen, hetzij in eene tentoonstelling, bij den boekhandelaar of in eene voordracht. Toondichters daarentegen moeten hunne toevlucht nemen tot de medehulp van