Kroniek
Antwerpen. Tentoonstelling 1888. - De opening der tentoonstelling is verschoven tot Zondag 29 Juli; de intezenden voorwerpen moeten vóór den 27 Juni besteld zijn in het Paleis voor Nijverheid. Alzoo kunnen de gewrochten te Parijs of te Weenen tentoongesteld nog tijdig te Antwerpen aankomen.
Brugge. De Brugsche Kunstkring stelt zich voor alle drie jaren eene tentoonstelling van kunstwerken te openen. Te dien einde heeft hij van den Staat, de provincie en de stad een hulpgeld van 5000 fr. gevraagd. Deze som van 15000 fr. zou dienen voor het aankoopen van schilderijen, waarvan 4/5 voor de museums en 1/5 voor de tombola zouden bestemd zijn. Zaterdag laatst is het verzoekschrift van den kring door het Brugsche stadsbestuur onderzocht geworden. De commissie van Schoone Kunsten stelde voor eene toelage van 3000 fr. te verleenen en de gemeenteraad heeft ook in dien zin een besluit genomen. Er is tevens beslist, dat de groote zaal der Stadshalle zal ter beschikking van den kring gesteld worden voor de tentoonstellingen. Nu moeten nog de Staat en de Provincie beslissen; laat ons hopen dat het voorstel van den Kunstkring daar even goed zal onthaald worden.
Weenen. Bij den uitleg der stad had de Keizer, bij besluit van 19en Mei 1875, bevolen dat er op een der nieuwe pleinen een standbeeld ter eere van Maria-Theresia zou verrijzen, en dat de kosten uit den verkoop der omliggende bouwterreinen zouden bestreden worden. Professor Zumbusch werd met het beeldhouwwerk en Oberbaurath Hasenauer met het metselwerk en het architectonische gedeelte belast. Gedurende tien jaren is men aan het vervaardigen van dit standbeeld bezig geweest, waarover men zich niet zal verwonderen, als men weet dat het hier niet eenvoudig de vraag was de Keizerin weer te geven, maar den beeldhouwer de opdracht was gegeven, om evenals bij het ruiterbeeld van Frederik den Groote te Berlijn, Keizerin Maria-Theresia voor te stellen als het middelpunt van een tijdperk uit de geschiedenis, zoodat aan alle personen die zich tijdens hare regeering op het gebied van oorlog, staatkunde, binnenlandsch en buitenlandsch bestuur, rechtspleging, kunsten en wetenschappen enz. verdiensten hebben verworven, eene plaats op dit monument gegeven moest worden. Het bestaat dan ook, behalve het standbeeld der Keizerin, nog uit 4 ruiterstandbeelden en 16 staande figuren. Op het rood marmeren, van nissen voorziene en door groen marmeren kolommen geflankeerde voetstuk zit Maria-Theresia in keizerlijk ornaat. Zij is blootshoofds en houdt in de eene hand eenen schepter en eene perkamenten rol, terwijl de andere arm recht uitgestrekt is. Een wijde mantel ligt op haren schoot en bedekt het onderste deel der figuur. In houding en blik is het beeld majestueus. Aan hare voeten zijn vier allegorische figuren geplaatst, welke de rechtvaardigheid, de wijsheid, de kracht en de goedertierenheid voorstellen. Aan de vier uitspringende hoeken van het voetstuk staan meer dan levensgroote ruiterstandbeelden, namelijk van de generaals von Khevenhüller, die den Beierschen tegenkeizer Karel VII tot vrede dwong, Traun, Loudon, den
overwinnaar bij Kunersdorf, en Daun, die Frederik den Groote bij Kolin versloeg. Tusschen die vier generaals staan de standbeelden van von Swieten, den lijfarts en vertrouwde der Keizerin, die uit Leiden afkomstig en leerling van Boerhave, de stichter is der medische school te Weenen, vervolgens de ministers Kaunitz, Haugwitz en Liechtenstein. Op de vier haut reliefs, welke aan kunsten en wetenschappen, buitenlandsch en binnenlandsch bestuur, wetgeving en krijgswezen zijn gewijd, zijn de gestalten zichtbaar van Gluck, Haydn, Mozart, Pray en Eckel; Bartenstein, Stahremberg en Mercy; Sonnenfels, Bruckenthal en Grusalkovitch, en eindelijk Hardegg, Nadasdy en Sany. Men ziet uit deze opsomming dat het monument, om de regeeringsjaren van Maria-Theresia te vereeuwigen, een reusachtig stuk werk is. Evenredig aan dien omvang is dan ook de hoeveelheid verwerkte materialen. Zoo is er 44,000 kilos brons voor het gieten der figuren gebruikt, waarvan alleen voor het beeld van Maria-Theresia 23,000 kilos; het grondvlak van het monument beslaat 632 vierkante meters, de hoogte is 66 voet, terwijl de kosten 850,000 fl. hebben beloopen.