De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 13(1900)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 347] [p. 347] De Pelgrim Men noemt het leven graag een bedevaart, waarvan het doel de starrenhemel is... Wij duizlen voort door dag en duisternis en waren om door bosch en rozengaard. Wij liggen hier en daar in 't zand geschaard vóór outersteen en hooge marmernis, of treden naar den Seraphijnendisch, die nieuwe krachten met zijn tarwe baart. O Mensch, waar langs uw pad een orgel ruischt, waar in het stille dal een zanger huist, ook dáár wenkt zoete drank en milde spijs. Treed binnen, pelgrim, in zijn koele zaal. Zij is een gasthof en een kathedraal, een rustbank tusschen aarde en Paradijs. Vorige Volgende