De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 13(1900)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 348] [p. 348] Uw Fantazij De wondervogels van uw lustprieelen ópfladdren uit hun palmen en hun pijnen. Zij vliegen door het huis met volle kelen en schaatren in de mazen der gordijnen. Ik hoor ze 's morgens om mijn sponde kweelen en goochlen met hun perels en robijnen. Zij komen 's avonds om mijn lokken spelen met wieken, zacht als die der Seraphijnen. Gij jaagt ze fladrend uit uw gulden snaren en toovert duizend rijmpjes in hun bekken, alsof het jonge minnezangers waren. Dank, dank, mijn blonde fee!... En laat hun fluiten, als ik geen lid, geen vinger meer kan rekken, mijn oogen in hun schoonste droomen sluiten. Vorige Volgende