De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 14
(1901)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–
[pagina 1]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I.![]() ZO slaat men soms, ook zonder het er maar enigsins op toe te leggen, het record van het nieuwe, van het allernieuwste! En dit noch wel in een vak, waarvan men, vooral gedurende dit jaar, in honderden dagbladen en tijdschriften heeft kunnen lezen, dat het .....uitgediend, onweerroepelik uitgediend heeft, qu'il a fait son temps! Daar krijgen, in de goede Sinjorenstad aan de Schelde, een paar jonge rechtsgeleerden, leden van de ‘Konferensie van de jonge Balie’, de op strafrecht en wetten, proseduur en pleidooien slechts weinig betrekking hebbende inval, het aanvangend gerechtelik jaar, het nieuwe seizoen van vitten en kibbelen, verwarren en verwikkelen, haartjeplukken en woordenklieven te openen met noch iets anders dan een altijd min of meer vervelende, zogezegd ‘plechtige zitting’, namelik..... met een tentoonstelling.....! En niet met 'n tentoonstelling van rechtsgeleerde werken, codices en pandekten, geklasseerde prosessen en beschimmelde dossiers, beroemde doodvonnissen en vrijspraakbrieven uit alle tijden en alle hemelstreken, maar - menig al lang zijn otium cum dignitate genietend oud-getabberde en zeer gestrenge mag er bij gebeefd hebben! - met een van kunstvoorwerpen, m'n hemel! En - - wat voor kunstvoorwerpen dan noch! Was het de inleider van het voorstel dan ten allerminste noch te doen geweest om.... een tentoonstelling van geschilderde, getekende, gebeeldhouwde of gegraveerde beeltenissen van rechters en advokaten, of van..... artistieke scheppingen, eigenhandig door volge- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 2]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lingen van Cujacius gemaakt, of aller-állerminst dan van schuldeloze en ook wel niet-schuldeloos-bedoelde spotprenten op dezulken; maar neen! wát men op het oog had, was noch min noch meer dan een tentoonstelling van.... meestal tamelik kleine, onschuldige velletjes papier, - van prentjes, soms niet groter dan een gewoon postzegel, - van ex-librissen, grote goden! En - om op al die nieuwheid voor goed de kroon te zetten - zou deze tentoonstelling, - een ware.... première in haar biezonder soort, - gehouden worden in een paar zalen van het Gerechtshof. Geeft het niet een werkelik gunstige gedachte van de vooroordeelloosheid en de onbevangen begrippen -, van de geheel nieuwe, bepaald moderne geest van onze jongere baliehelden, dat een zo weinig rechtsgeleerd voorstel werd aangenomen? Alle gekheid op een stokje! In een tijd, waarop de pogingen, om ook aan de eenvoudigste voorwerpen van dageliks gebruik weer wat schoonheid te verlenen, in alle beschaafde landen nauweliks zijn te tellen; in een tijd, waarop het meer ontwikkeld publiek weer heeft leren beseffen, dat een werkelik esteties verzorgde boek-uitgaaf niet alleen is een ding van waarde, ook voor latere tijden, maar a thing of beauty and a joy for ever; in zulk een tijd kon het wel niet ongepast voorkomen, de boekenliefhebbers aan de éne, en de tekenaars, drukkers en uitgevers aan de andere zijde, op enigsins plechtige wijs attent te maken op dit op zich zelf wel erg onnozel blijk van liefde en eerbied voor mooie boeken, dat men een ex-libris of, met beter geschikte woorden, marque de possession, bookplate, Bücherzeichen, Bibliothekzeichen, boekmerk pleegt te noemen. Iets moois, dat men óm zijn mooi-zijn lief heeft, noemt men gaarne, vooral tegenover anderen, en luid genoeg dan opdat zij 't horen, als het zijne, en men loopt uiterst óngaarne gevaar, het te verliezen. Van daar, van in de vroegste middeleeuwen al, die jaloerse, bijna barbaarse voorzorgen van degenen, welke een van die onwaardeerbaar kostelike, met mieniaturen versierde handschriften, of, later, een eksemplaar van een van de eerste drukken van de Bijbel bezaten, en zonder zich lang te bezinnen handschrift of boek met een ijzeren keten vastlegden. Te Leuven, in de Bieblioteek van de Hogeschool, was noch rond 1880 en is, meen, ik noch tot heden toe een ‘geketende Bijbel’ voorhanden. Natuurlik overleefde deze keten de uitvinding van de drukkunst niet lang. Zelfs het met de hand uitgevoerde wapen op de binnenzijde van het kaft of op de schutbladen vóór de tietel geraakte algauw in onbruik. Boekmerken in hun tegenwoordige gedaante, d.w.z. tiepo- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *1]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Welwillend afgestaan door Alex. Koch,
‘Deutsche Kunst und Dekoration’, Darmstadt. Door Heinrich Vogeler, voor Marie Hackfeld. ![]() Welwillend afgestaan door Alex. Koch,
‘Deutsche Kunst und Dekoration’, Darmstadt. Door Heinrich Vogeler, voor Adèle Wolde. ![]() Door Henrich Vogeler, voor Hans Müller-Brauel.
![]() Welwillend afgestaan door Alex. Koch,
‘Deutsche Kunst und Dekoration’, Darmstadt. Door Heinrich Vogeler, voor Jul. A. Grober. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *3]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Welwillend afgestaan door Alex. Koch, ‘Deutsche Kunst und Dekoration’, Darmstadt.
Door Heinrich Vogeler, voor Schotteck. ![]() Welwillend afgestaan door Alex. Koch,
‘Deutsche Kunst und Dekoration’, Darmstadt. Door Heinrich Vogeler, voor hem zelf. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 3]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
grafies of xielografies verkregen, waren reeds in Duitsland van ongeveer 1450, elders van in de 16e eeuw in de mode. Het oudste van alle bekende ex-librissen schijnt dat te zijn van zekere Hans Knaupenberg. Het dagtekent van 1450. De voornaamste van alle hedendaagse verzamelaars, graaf zu Leiningen Westerburg, bezit een afdruk van het tweede oudstbekende van alle eigendoms-merken, dat van Hildebrand Brandenburg, kanunnik te Buksheim (zie het plaatje hierbij), - indien, wat mij persoonlik voorkomt geensins uitgemaakt te wezen, dit prentje wel een werkelik boekmerk is. Om zijn oudheid blijft het in elk geval merkwaardig. Het werd omstreeks 1470 gedrukt. ![]() Afgestaan door George Bell and Sons.
Ex-libris van Hildebrand Brandenburg. De oudste Franse marque de possession was waarschijnlik die van Charles Alboise, bisschop van Autun (1574). In de Nederlanden was het gebruik van boekmerken reeds in zwang in de eerste helft van de 16e eeuw. Het kon wel niet anders, of het boekmerk zou wel niet zijn wezen, maar zijn uiterlik, zijn versiering, zo gij wilt, van eeuw tot eeuw zien veranderen. Naarmate er een nieuwe ornamentstijl in zwang kwam of een nieuwe drukmetode ingevoerd werd, wijzigde zich ook - noodlottig - de uitwendige vorm van het ex-libris. Een verzameling boekmerken uit alle tijdvakken, van 1450 tot 1900, zou een overzicht geven van de gehele geschiedenis van de plastieke kunst gedurende die meer dan vier eeuwen. Evengoed als in stadhuizen en katedralen, schilderijen en beeldhouwwerken, leeft een stukje tijdgeest in elk maar enigsins artistieke bookplate na; - een stukje tijdgeest en een brokje beschavingsgeschiedenis bovendien. Of nu al die velen, - neen, die al te velen, welke sedert een | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 4]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
goede twintig jaar in West-Europa zijn gaan verzamelen, zich van deze betekenis van die eenvoudige papiertjes wel rekenschap geven? - Ik zou er erg aan twijfelen. Zeker zal het wél het geval geweest zijn met de wakkere Ier, welke reeds in 1750 de allereerste verzameling aanlegde, en even zeker is het heden het geval met een kenner als graaf zu Leiningen Westerburg, of ook met diegenen, welke niet alle boekmerktekens zonder onderscheid, maar ófwel alleen oude, ófwel alleen zulke van Antwerpse, Brusselse, Amsterdamse famielies, of ook wel oude én nieuwere, maar die dan ten minste kunstwaarde hebben, verzamelen. Dat er, sedert ongeveer tien jaar, enige verenigingen van verzamelaars gesticht werden, - de oudste, de Engelse, in 1890, de Duitse in 1891, de Franse in 1893 en de Ameriekaanse in 1896, - en dat deze verenigingen te samen zowat een paar duizend leden tellen, zij hier terloops vermeld. De-in-eer-herstelling van het ex-libris heeft, daargelaten noch de verhoogde achting voor mooie boeken, dit gelukkig gevolg gehad, dat tal van kunstenaars, op het spoor van veel groteren als Kranach, Holbein, Amman, H.S. Beham, B. Beham, Solis, Sibmacher, Zündt, Burgkmair, ja Albrecht Dürer, - deze tekende er niet minder dan 20, - en onder de lateren Chodowiecki, Ludw. Richter en zelfs GötheGa naar voetnoot(1), er zich toe hebben laten verleiden, ook in dit vak hun krachten te beproeven. Vooral in Duitsland zijn de kunstenaars talrijk, die Bücherzeichen ontwierpen. Onder hen, die er werkelik mooie maakten, verdienen Sattler, Max Klinger, Hans Thoma, Greiner, Pankok, Melchior Lechter, Heinrich Vogeler, Stassen, Barlösius, Doepler, A. Roller, de eerste -; Orlik, Paul Voigt, Hildebrandt, Rickelt, O. Eckmann, Götz, Krahl, Schulte vom Brühl, lang niet de laatste plaats. Wie geregeld ‘The Studio’ leest, zal genoegzaam bekend zijn met de namen van de meeste Engelsen, die in het vak uitmunten. Eve, Harold Nelson, C. Goldie, G.R. Halkett, J.H. Robinson, Ch. Robinson, L. Leslie Brooke, C.M. Gere, Warrington Hogg, Guthrie, Laurence Housman, Billinghurst, Nicholson, Craig, Cameron, J.D. Batten, Anning Bell, Ch. Ricketts, Ospovat, Byam Shaw, Beardsley, S. Salomon, Erat Harrison, Walter Crane, Simpson, vervaardigden er, die tot de beste behoren. Over 't algemeen steken de - overigens, lang niet zo talrijke - Franse marques de possession bij de Engelse of Duitse wat ongunstig af. Die van Bida, Robida, Réroff, Gavarni, Legros, Bracquemond, Léop. Flameng, de Belg Rops en de Hollander van Muyden zijn noch de aardigste. In België werden merkwaardige eksemplaren geleverd door de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *5]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Welwillend afgestaan door Alex. Koch,
‘Deutsche Kunst und Dekoration’, Darmstadt. Door Heinrich Vogeler, voor Johan Baron Knoop. ![]() Welwillend afgestaan door Alex Koch,
‘Deutsche Kunst und Dekoration’, Darmstadt. Door Herman Hierzel, voor Fr. Imhoof-Blümer. ![]() Welwillend afgestaan door Alex. Koch,
‘Deutsche Kunst und Dekoration’, Darmstadt. Herman Hierzel, voor hemzelf. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 5]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Luikenaars Rassenfosse, Maréchal, Donnay en Berckmans; door de Brusselaars Khnopff, van Rijsselberghe en Lemmen; door de Antwerpenaars van Offel, van Mieghem, van Neste, Pellens, en door de Gentenaars Doudelet en de Praetere. Bij dezen voegden zich, in de laatste tijd, de noch steeds onvermoeid voortwerkende en populeere, altijd jonge en goedgehumeurde Rik Schaefels, - voorts, onder de lateren, Hannotiau en Lijnen, Benjamin Linnig, Naets, J. Ratinckx, Em. van Averbeke, en de uitmuntende dichter, mijn vriend Max Elskamp, deze laatste, als advokaat én lid van de Konferensie, een van de inrichters van de hier besproken tentoonstelling en houtsnijder van talent. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II.Ofschoon de eerste in haar soort, was de tentoonstelling van boekmerken, door de Konferensie van de Jonge Balie ingericht, toch tamelik belangrijk. ![]() DALLENS
van een onbekende, voor Dallens. Een enkel buitenlands verzamelaar, de reeds meer gemelde graaf zu Leiningen, had ingezonden, terzelfder tijd als een vijftiental Belgiese, meest allen van Antwerpen, en waarvan de voornaamsten zijn mevrouw H. van de Vin en de heren Baron Raoul du Sart, goeverneur van Henegouwen, De Le Court, Voorzitter bij het Hof van Beroep, Paul Cogels, J.B. Vervliet, Benjamin Linnig, en markgraaf Ghellinck-Vaernewijk te Elsegem bij Oudenaarde. Graaf zu Leiningen, van wie de verzameling, ongetwijfeld veruit de grootste die heden bestaat, meer dan 19.720 stuks omvat, zond naar Antwerpen bij de 300 nummers, waaronder vooral 70 oude Bücherzeichen, d.w.z. van vóór 1800, de aandacht op zich trokken. Onder degenen, voor wie deze tekens vervaardigd werden, noem | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 6]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ik nochmaals Hildebrand Brandenburg, rond 1470; Sebald Millner von Zwainaden in Beieren, rond 1579; Willibald Pirckheimer, de Neurenbergse humaniest, van wie het portret, door zijn vriend Albrecht Dürer, heel wat meer beroemd is dan zijn ook door deze meester gestoken Bücherzeichen; en dan verder onder hen, die deze tekens sneden in hout of graveerden op koper, Springinklee, Anton Woensam van Worms, Wolfgang Kilian, Lukas Kranach en Dürer zelf. Van de nieuwere Duitse Bibliothekzeichen werden wel het meest opgemerkt dat van Keizer Wilhelm, door E. Doepler, d. J., ofschoon ik niet aarzel het vrij gewoon, ja vulgeer en zwaar te noemen; dat van Keizerin Frederik, door J. Sattler, een werkelik interessant bladje; die van Bismarck door Forver en door mevr. Lina Bürger; en vooral die van Geheimrath Bode en van prof. Max Klinger, beide door de schilder van Christ im Olymp; die van Hans Thoma, door hem zelf; dat van Ed. Stucken, de begaafde dichter van het belangwekkende, hier destijds met lof besprokene Oud-Noorse drama Yrsa, door Stassen; en dat van Paul Hartwig, door Otto Greiner. Zeer karakteristiek, een model in zijn soort, is dat ene van de IJzeren Kanselier, door Forver. Op een stralende dageraad lost dreigend af een stevige, zwaard-zwaaiende vuist, waaronder, naast een drietal betekenisvolle jaartallen, de naam: VON BISMARCK. Met meer dan gewone belangstelling bemerkten wij, in dezelfde in haar geheel uiterst merkwaardige zending, naast de boekmerken van Duitse beroemdheden, als ja de zoeven genoemden, de niet minder belangrijke van enkele grote Fransen, o.a. van Léon Gambetta door Legros, van F. de Lesseps door Hirsch, en van Victor Hugo door Aglaüs Bouvenne: op de voorgevel van Notre Dame het naamsijfer van de dichter en een bliksemstraal met de woorden: Ex-libris Victor Hugo. De verzameling van de heer Paul Cogels was in het Gerechtshof met 140 nummers vertegenwoordigd, nagenoeg alle van vóór 1800. Vele van deze stukken zijn herkomstig uit boekerijen van voorname Belgiese, zo Waalse als Vlaamse famielies, zoals b.v. de famielie dela Faille, de famielie d'Oultremont de Wégimont, enz.. Zeer enkele zijn het werk van bekende Vlaamse, meest Antwerpse graveerders, o.a. van Egidius Sadder, L. Fruytiers, Kasper Bouttats (geb. 1625), Fr. Harrewyn (geb. 1680), N. en F. Heylbrouck, enz.. De heer J.B. Vervliet zond niet minder dan 372 afdrukken, - meestal van oude boekmerken van allerlei herkomst, en daaronder menig eksemplaar, dat ik - zo niet artistiek schoon, dan toch zeldzaam durf noemen. Tot het puikje van deze verzameling reken ik de volgende stuks:Ga naar voetnoot(1) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *7]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() Door Alfred Roller, voor een dichter.
![]() Door Alfred Roller, voor de Oesterr. Gesellschaft für Allgemeine Geschichtsforschung.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *9]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() Door F. Stassen, voor Ed. Stucken.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 7]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
België:
![]() Van een onbekende, voor Sir Ashton Lever.
Franse:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 8]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Engelse:
onder de oude Engelse:
Andere noch:
Vooral in het dubbele opzicht van de lokale oudheidkunde en van de maatschappelike betekenis van de oorspronkelike bestellers, is de verzameling van de heer B. Linnig merkwaardig. Zij omvat een reeks boekmerken van Antwerpse famielies uit de 18e eeuw, en een werkelik rijke voorraad Franse, Duitse, Belgiese, waarop de naam prijkt van mannen, die hebben uitgeblonken in staatkunde, wetenschap en letteren. Niet zonder iets als eerbiedige belangstelling beschouwt men de boekmerken van een de Berryer, de beroemde advokaat, die onder Louis-Philippe minister was; van een Choiseul-Beaupré, de Dinantse Waal, die, als oudste bisschop van Frankrijk, in 1767 te Mende stierf; van de Engelse agronoom Artur Young; van de erentfeste Nuremberger Holzschuher, een nakomeling van degene, die door Dürer werd vereeuwigd, enz.. Dit laatste ex-libris is een 16e-eeuwse houtsnede. Van de berucht-beroemde bisschop-dieplomaat-minister Talleyrand Périgord bezit de heer Linnig twee verschillende marques, één uit 1806, toen hij grand chambellan of wellicht ook al prince de Bénévent | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *11]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door Fritz Rumpf, voor Dr Caesar Flaischlén.
![]() Door Pankok, voor Mevr. Strauss.
![]() Door Georg Barlösius, voor Dr Pertz.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 9]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
was, en één uit 1814 of zo, toen hij onder Louis XVIII minister was. Ook het ex-libris van Marguerite de Bonnemain, de tranenrijke, treurwilgachtige vriendin van l'brav' Général, stelde deze verzamelaar ten toon. In een ander opzicht zijn ook belangwekkend de marques van zeker vicomte de Bourbon: een, uit 1788, prijkt met zijn wapenschild
Van een onbekende, voor M. Mennesson.
en zijn tietel in volle letters; een ander, uit 1793, is een doodonschuldig vinjetje met enkel deze woorden: Bourbon Busset, citoyen français...., zeker wel een piekante gedaanteverwisseling en capitis diminutio! Is het voor kenners van de Nederlandse letteren... uit de laatste pruikentijd ook niet wetenswaardig, dat het boekmerkteken van de dichter-taalgeleerde P.G. Witsen-Geysbeek ook in deze zending voorhanden was? Ofschoon in het kataloog niet vermeld, is de bijdrage van de heer Julius De Le Court, Voorzitter bij het Hof van Beroep, toch een van de merkwaardigste, - wellicht wel de voornaamste na die van Graaf zu Leiningen. De verzameling van de heer De Le Court bestaat uit ongeveer 700 stuks, waaronder wederom een aanzienlik aantal Belgiese boekmerken. Slechts enige van de allerbelangrijkste eksemplaren willen wij noemen.
Belgiese:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 10]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Buitenlandse:
* * *
* * * | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *13]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() Door Georg Barlösius, voor Karl Emich, Graaf zu Leiningen Westerburg.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *15]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() Door R. Carl, voor Mevr. Zettner-Klinkhardt.
![]() Door W. Bader, voor Dr K. Bader.
![]() Boekmerk van de firma W. Drugulin.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 11]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
* * *
![]() Onbekend, voor een Muziekbiebliotheek.
De verzameling van Baron Raoul du Sart de Bouland, goeverneur van Henegouw, te Bergen, bestaat uit verscheidene duizenden eksemplaren, waaronder tot heden toe slechts een zeer klein aantal van na 1880. Tot het merkwaardigste, wat zij bevat, reken ik, in de eerste plaats, enige boekmerken van beroemde Franse graveerders uit de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 12]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
17e en 18e eeuw, bijvoorbeeld dat van Lavoisier, de in 1794 geguillotineerde geleerde, door de la Gardette; dat van Le Blanc, historigraaf in titulo van de ‘bâtiments du roy’ of koninklike gebouwen, door Cochin fils; en één, met de eenvoudige voorstelling van een bloem, door Nonot, - alle drie meesterstukjes van kunst en dan ook ten zeerste gezocht; verder, een reeksje marques in style Louis XV, zoals dat van Martin, - een kleine Amor tussen rotsen; van Lanau, door Michel; van Abbé Terray, contrôleur général des finances onder Lodewijk XV; van Théry de Gricourt (1734), door hem zelf; van van Buggenhagen, - een Amor, spelend met een adelaar, door Meil; van de Fénille, een kartoesje met leeuwen; andere in style Louis XVI, zoals dat van de Antwerpenaar van Mols, door Saint Aubain; van Chevillard, genealogiest van de koning, een zeer zuiver-gedaan en doorwrocht plaatje in sanguine, door Neveu; dat van Cuff, een urn, van een onbekend, doch talentvol meester; twee van Fauconpret de Thulus, het mooiste door Vacheron, het ander door Helman; dat van Moulinneuf, door hem zelf; dat van Mignot, abbé de Scellières, neef van Voltaire; dat van Guill. de la Leu, noch een neef van Voltaire, door de Montelay; dat van Duchier de Vancy, door Michel, enz. Ook de ex-librissen van Mollevaut, lid van de Nationale Konvensie en later van het Conseil des Cinq-Cents; van Graaf Linati, kamenier van de hertog van Parma tijdens het Konsulaat; de drie heel grote van de Belgiese edelman de Cuypers de Gottignies de Grysperre en die van de Hertog de Saint Simon, de Prins Borghèse, de Hertog de Larochefoucault, de Prins de Rubempré, de Hertog van Ursele, de Graven de Lannoy, de Graaf van Limburg Stirum, de Graaf de Linange, verdienen vermeld te worden. Een van de zeldzaamste is het, jammer genoeg, niet meer gave boekmerk van de Roore, abbé de St. Martin, te Doornik. Het vertoont het jaartal 1646. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III.Doch - genoeg, over de inzendingen in het biezonder. Werpen wij liever noch een vluchtige oogslag op de bijeengebrachte voorraad in zijn geheel, dat wil zeggen op het steeds noch aanzienlik aantal heuse boekmerken, die overblijven, als men er eerst een aantal erg twijfelachtige prentjes uit verwijderd heeft. Vooraf echter wens ik even noch vast te stellen, aan welke eisen zoniet een volmaakt boekmerk, - de volmaakte zijn al niet minder zeldzaam als les sonnets sans défaut, en zeker zouden zij, evenals elk van deze kleine gedichten een long poëme -, zo ook ‘een heel schilderij’ waard zijn; - aan welke eisen een goed boekmerk zo in het opzicht van de logica als in dat van de kunst moet beantwoorden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *17]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() Welwillend afgestaan door Alex. Koch,
‘Déutsche Kunst und Dekoration’, Darmstadt. Door Fritz Erler, voor S. Fulda, arts. ![]() Welwillend afgestaan door Alex. Koch,
‘Deutsche Kunst und Dekoration’, Darmstadt. Door Fritz Erler, voor Hugo Wolf. ![]() Welwillend afgestaan door Alex. Koch,
‘Deutsche Kunst und Dekoration’, Darmstadt. Door Melchior Lechter, voor konsul Auerbach. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 13]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
En zie, het spreekt nu als een boek, dat de rede, - zo zij alléén mag bevelen, - van een boekmerk niets anders zal vergen dan dat het, op de duidelikst mogelike wijs, naam en voornamen benevens de verblijfplaats van de bezitter, met daarbij wellicht noch het nummer, dat het boek in de bieblioteek bekleedt, vermelden zal. Zulke boekmerken zijn er overigens genoeg! ![]() Van een onbekende.
Dat van Ch. Dickens, uit 1870, was, evenals dat van Goethe vroeger, volstrekt niets anders. Het lag echter vóór de hand, dat - in een tijd, waarop men tot zelfs het geringste voorwerp van alledaags gebruik door uitwendig mooi poogde te maken tot iets, dat men gaarne zou hanteren, ook de min of meer geoefende schoonheidszin, de goede smaak, zal ik maar zeggen, een woordje mee zou spreken. Van zelfs kwam men er dan ook toe - en dit van in die eigen 15e eeuw, toen de allereerste boekmerken werden vervaardigd, - door het aanbrengen van allerlei sieraden en zelfs teksten, die op zich zelf weinig beduidende dingen waarde bij te zetten. Hieruit volgt duidelik, dat de voornaamste verdienste van de tekenaar van boekmerken hoeft gezocht te worden in de mindere of meerdere gevatheid, waarmede hij die sieraden weet te ontdekken, welke het best en innigst overeenkomen met de persoon, de naam en bezigheden van degene, voor wie het merk bestemd is. Dat ook hier, en voorál hier, de oude spreuk, est modus in rebus, de leus diende te wezen, loopt in 't oog. Langs de meest natuurlike weg van de wereld ging men er b.v. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 14]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
toe over, om naast naam en tietel van een edelman zijn wapenschild, naast naam en beroepsaanduiding van een burgersman een allegorie op die naam of een plastiese voorstelling van die beroepsbezigheden aan te brengen, en zeker kon het ook geensins ver gezocht heten, dat men de gedachte: ‘dit is mijn boek’, noch meer kracht bijzette, door er of een rijmpje of een vriendelik dreigende waarschuwing bij te voegen. Geschreven voorbeelden van dergelike waarschuwingen trof men aan in zeer vele middeleeuwse handschriften; zo - om er enkele aan te halen - de, overigens, genoeg beroemde Latijnse en Duitse Bücherfluch-formulen:
Sit maledictus per Christum
qui librum subtraxerit istum.
Mutuatur impius neque reddit!
Wer das puech stel
desselben chel
muzze sich ertoben
hoch an eim galgen oben.
Est liber ille meus, caveas deponero loco,
si me substuleris, fur tibi nomen erit.
(16e eeuw.)Ga naar voetnoot(1)
Oude, eerbiedwaardige spreuken, die noch tot heden voortbestaan in de gekende rijmpjes, waarmede onze schoolkinderen hun boekeigendom verzekeren: Dit boek is het mijn,
die het steelt moet bestolen zijn,
ofwel: Dit boek is mij lief.
Wie het steelt is een dief.Ga naar voetnoot(2)
of noch:
Sibi et amicis,
en korter: Mijn -
niet dijn!
Suum cuique,
Elk 't zijn!
Gedachten, betrekking hebbende op het stille genot, elk ernstig | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *19]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door A. van Neste, voor Herman Mulder.
![]() Door A. van Neste, voor de Nederlandse Boekhandel.
![]() Door A. van Neste. voor Pol de Mont.
![]() Door A. van Neste, voor A.E. Sobry.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *21]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door A. Donnay, voor Jetta von Winiwarter.
![]() Door A. Donnay, voor P.H.
![]() Door A. Donnay, voor Gust. Francotte.
![]() Door A. Donnay, voor Richard de Winiwarter.
![]() Door Max Elskamp, voor Ch. Dumercy.
![]() Door A. Donnay, voor Richard de Winiwarter.
![]() Door Jules de Praetere, voor Prosper Claeys.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 15]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
boeklezer beschoren, vervingen vaak - en welgepast - de waarschuwing van zoëven: en zo las men nu terecht op menig merk regelen als: In een hoeksken
niet een boeksken.
Livre d'ennui délivre.
Prend moi tel que je suis.
Al teksten, waarbij men zonder veel zoeken, tientallen andere, even mooi en zinrijk, zou kunnen voegen, zoals: Beter es Conste
dan goet ocht onste.
Old Books to read
old friends to rust.
Vita sine libris mors est.
A Book of Verses underneath the Bough.
Fructus inter folia.
For Wisdom is better than Rubies.
Non caret e nostris ullus honore liber.
Tongues in Trees,
Books in the running Brooks,
Sermons in Stones.
Verba volant,
scripta manent.
Reading makyth a full man
(Bacon)
Come and take a choice of all my Library.
(Shakespeare)
![]() Van een onbekende, voor John Hill.
As good almost kill a Man as kill a good Book.
(Milton.)
No Book is worth anything that is not worth much.
(Ruskin.)
Formosa dilexi.
A tous vents je sème.
Livres nouvaulx, livres vielz et anticques.
Non multi sed boni.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 16]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zelfs spreuken, die slechts in figuurlike zin, als allegorieën dus, op de boekenlief hebberij toepasselik zijn, mag men aanvaarden. Zulke zijn b.v. Ex pluribus mel op een bloemenvaas; Fiat lux bij een speculum-houdende genius van de heelkunde; Semper solus bij een op een hoop boeken gezeten uil. De zestiendeeuwse boeken vertonen in overgrote meerderheid niets anders dan het wapen van de bezitter; eerst werd zijn naam er met de hand bijgeschreven; van Dürer af werd hij er, met of zonder kenspreuk, onder gedrukt. (Zie het boekmerk van Hektor Pömer, naar een ons welwillend door de uitstekende firma Bell & Sons afgestaan elektro). Zeer, zeer lang bleven de wapen-boekmerken in de mode, vooral in de Duitse landen. Natuurlik wisselde de stijl, waarin zij uitgevoerd werden, van tijdvak tot tijdvak af, - zodat hij van lieverlede van de strenge zuiverheid van de vroege Renaissance overging tot al de grilligheden van het Barokko. Ook is er een onderscheid tussen de wapen-boekmerken van Duitse en die van Franse herkomst. Op de eerste is gewoonlik het schild behelmd en bemanteld, op de andere meer algemeen bekroond. Intussen, bij wapenschilden en allegorieën bleef het niet. En geen wonder! Niet de eerste de beste tekenaar is in staat, een enigsins treffend zinnebeeld te vinden op de tietelloze famielienaam van een gewoon burgersman. Als passende versieringen kon men nu noch beschouwen evenzeer de voorstelling van de woning - slot of burgershuis om 't even - van de eigenaar, als een of ander lezend of schrijvend fieguurtje, b.v. een middeleeuws ‘clerxken’ in een scriptorium, een St. Jeroen in zijn studeervertrek, een monnik gebogen over een onvoltooid handschrift, of een eenvoudige allegorie op wetenschap, letteren, kunst... Van dan af - echter - had men de helling betreden, langswaar men noodlottig komen zou tot gewone boek-illustrasie eerst, tot platte gemeenplaatsen daarna: landschappen, stadgezichten, binnengezichten van gebouwen, zelfs ook zonder de allergeringste betrekking op naam, oorsprong, verblijf van de verzamelaar. Zulke merken nu zijn - uit de aard van de zaak - van minder gehalte, en ik aarzel niet hetzelfde te zeggen van diegene, welke - ijdel genoeg! - het heuse portret van de boekeigenaar te zien geven, al ken ik er ook onder deze laatste, die in zuiver artiestiek opzicht merkwaardig zijn - vooral onder die van vóór 1800. Overigens, reeds in de 16e eeuw kwamen portret-merken voor, al | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *23]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door Fritz Schöttelndreier, voor Jan F. Verster.
![]() Door Theo Neuhuys, voor A.G. Verster-van Nieuwkuyk.
![]() Door Augustin Stalins, voor Emiel van Heurck.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *25]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door Edm. van Offel, voor Mr A. Dupont.
![]() Door A. van Neste, voor Herman Mulder.
![]() Door Edm. van Offel, voor Julius Bates.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 17]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
stelden de tekenaars niet zelden een geraamte naast het beeld van de levende mens, - stilzwijgende, doch welsprekende vingerwijzing: ecce homo.
Ex-librissen, waarop boeken afgebeeld zijn, zijn eerst uit de 18e eeuw bekend, evenzo als zulke met as-urnen, lakriemalen, grafnaalden
Van Ossivault, voor Mr du Petitbois.
en ander ultra-sentiementeel gedoe, lief en dierbaar aan de belles âmes van die erg zieke tijd. Vergeten wij echter niet op te merken, dat juist in deze 18e eeuw, altans in Frankrijk, een groot aantal mooie eksemplaren werden geleverd. De grootste graveerders van die tijd ondertekenden ze: Gravelot, Choffard, Eisen, F. Boucher, Séb. Le Clerc, Lepautre, de Marillier, Moreau le Jeune, Bernard-Picard, Sévin, enz... In Duitsland leverden Bernigeroon, J.G. von Müller, Strachowsky, en vooral de voortreffelike Chodowiecki er merkwaardige. Welnu, indien wij tans aan de hierboven vastgestelde, algemene, en naar ik vertrouw, geensins te strenge regelen, de honderden en noch honderden hier te Antwerpen tentoongestelde en de duizenden en noch | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 18]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
duizenden, in allerlei vak-werken behandelde, willen toetsen, dan kan het voor een onpartijdig beoordelaar, - voor een, die zijn verzamelaars-vooroordelen weet te doen zwijgen, - nauweliks betwijfeld worden: slechts een betrekkelik gering aantal zo oude als moderne boekmerken zijn er, die aan de tweevoudige voorwaarde, hoger gesteld, zo niet in dezelfde maat, dan toch tegelijkertijd voldoen, en die dus - ten eerste - werkelik mooi en artiestiek zijn, - ten tweede, dàt zijn, wat zij eigenlik moeten zijn: duidelik sprekende eigendomsmerken voor boeken. In slechts al te vele is de naam van hem, die een boek tegen de vurige begeerte van anderen wil beveiligen, ofwel veel te onduidelik, te klein, ofwel in een al te rebusachtig zinnebeeld, ofwel in 't geheel niet voorgesteld. In andere zijn de ornamenten - soms erg ver gezocht en ingewikkeld - zonder enige bevattelike betrekking op de persoon, de maatschappelike poziesie of de naam van de eigenaar. Intusschen, als die versiering dan noch maar een heuse indruk van schoonheid teweegbrengt; of als ze ook maar in enig opzicht kan worden opgevat als een emblema van het schone of de bezigheden van de geest, is er - zo meen ik het altans - noch geen reden, om een boekmerk als mislukt te bestempelen. Beantwoordt het echter aan geen enkele van deze beide eisen, dan ontaardt het teken in een.... prentje - zonder meer, een echte gemeenplaats, waarvoor men even goed elk wat ogelik etieketje zou kunnen aanwenden, mits er eenvoudig de naam van de bezitter in te schrijven. Noch andere, tamelik vele, eilaas! zijn - ook noch op ónze dagen - noch min noch meer dan tiepografiese drukjes, door een min of meer vindingrijk zetter uit afzonderlike blokjes samengemozaïekt. Eindelik zien vrij wat moderne tekens er uit als aanplakbrieven, heuse affiesjes, voor het biezonder boekgebruik enkel maar wat verkleind. Verscheidene Hollandse. Duitse en Belgiese zijn in dit geval. Ik geloof de bal niet erg mis te slaan, als ik - met terzijdestelling van alle valse... schaamte of... zedigheid(!) - zeg, dat onder de met meer dan 67 stuks, door de ondergetekende uit zijn verzameling gekozen, een goed aantal van de artiestiekste van de gehele tentoonstelling voorkwamen. Ik wil er maar een half dozijntje aanhalen: dat van Freiherr von Lipperheide, door Karl Rickelt, voorstellende een zestiendeeuws edelman in volle wapenrusting, houdende in de linke[r]hand de trotsbevederde helm in rust op zijn wapenschild met daarboven ergens de spreuk: Nil temere, nil timide; dat van Baron Armin von Folkersam, vertonende een karaktervolle Hermanskop tussen twee knoestige eikenstammen, door E. D(oepler) d. J.; twee van de zeven of acht van P.N. Ratajczak, beide van Paul Voigt, het een, een middeleeuws klooster-scriptorium, in een drietal tonen, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *27]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door A. Hannotiau, voor Lamertin.
![]() Door Rassenfosse, voor A. von Winiwarter.
![]() Door Fern. Khnopff, voor de Biebliotheek der Balie, Brussel.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 19]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
't ander het eenvoudig ieniesjalensijfer van de eigenaar, en beide met de spreuk: Sempre avanti; dat van Paul Voigt voor zijn eigen boekerij, en dan - lest en wellicht best van al -, een vijftal plaatjes door Heinrich Vogeler, en onder deze het allermooist die van de meester zelf en van Margareta Herwig, twee etsjes van een ongemene fijnheid en een bij uitstek dichterlike vinding, waarop ik noch verder zal terugkomen. Vermeldenswaard zijn ook noch de Bücherzeichen van Fedor von Zobeltitz door Lefcken, van Graaf zu Leiningen door E. Krahl
Van een onbekende, voor N.L.B. Wellens.
en vooral door Simpson, van de Conservator der Wartburg-bibliotheek door Max von Flotow, van Ad. Nevendorf en L. Schellenberg door Schulte vom Brühl. En maak ik mij niet schuldig aan zondige vergetelheid, als ik de boekmerken van Fern. Khnopff voor de Brusselse Balie, van Rassenfosse voor Al. von Winiwarter, van Donnay voor Rich. von Winiwarter, van Karel Doudelet en Edmond van Offel voor me zelf, van Julius de Praetere voor Oktaaf Goeminne, van reeds genoemde van Offel voor Hendrik Grell, stoutwech meereken tot de best-gedachte en artiestiekst-uitgevoerde van al de in het Gerechtshof voorhandene? Aardig gevonden zijn ook dat van Pez door B. Linnig, van Dr A. de Mets door van Offel, van Grell door Em. van Averbeke, van Mevrouw van de Vin door van Mieghem, - welke laatste, overigens, een reeks in alle opzichten belangwekkende ontwerpjes tentoonstelde. Andere Belgiese verzamelaars, waarvan verscheidene echter aan de Antwerpse tentoonstelling geen deel namen, zijn de heeren Hippert, voorzitter van de Vereniging van Belgiese Etsers, die talrijke Engelse -, graaf Th. van Limburg-Stirum, lid van de Senaat, - die vooral Belgiese boekmerken bezit; verder Dr van den Corput, Claessens, boekbinder, allen te Brussel; Mevrouw H. van de Vin, Mr. Eugeen van Kempen, Baron de Vinck van Winnezele, Emiel van Heurck, Herman Mulder, Edward Ipers, Mevr. A. van Nieuwenhuyse, allen te Antwerpen, en de heer R. von Winiwarter, te Luik. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 20]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV.Ziedaar een - naar ik meen - niet al te onvolledig overzicht van deze tentoonstelling, welke wel eens de voorbode zou kunnen worden van een gehele reeks niet minder belangrijke andere. Zeker, er ontbrak veel, en van het beste! Wat 'n goed fieguur zouden er gemaakt -, tot welk voortreffelik voorbeeld gestrekt hebben de meesterlike boekmerken, die J. Sattler uitvoerde voor het Conventus Sti Leonardi, voor Baron von Wendelstadt, Baron Eb. von Bodenhausen, Graaf zu Eulenburg, Graaf Kessler, Keizerin Frederik en Aline Roth; dat van Otto Greiner voor Willi Weigand; die van de Oostenrijker Orlik voor Dr Rosenthal en voor E. Zaufal; dat van Pankok voor Peter Franken; dat van H. Thoma voor Adolf von Gross, enz.. De merken van E.R. Weiss voor dichter O.J. Bierbaum en voor R. Knitteler, van Fr. Rumpf voor Dr C. Flaischlén, van Alms voor Graaf Buderus von Carlshausen, van B. Pankok voor hem zelf, en, in een geheel andere stijl, van W. Behrens voor Graaf von Mirbach, te Harff a Rh., had men ook wel mogen tonen. Vooral Engeland was ontoereikend vertegenwoordigd. Vergeefs zochten wij naar enige van de betere bookplates van Cyril Goldie, Charles Robinson, Billinghurst, Laurence Housman, Brickdale, de kranig-stoute houtsnijders Nicholson en Craig, enz.. Dingen als de boekmerken van Anning Bell voor Théodule, comte de Grammont, van Bencough Ricketts voor Hollingbourne, van Ospovat voor Arthur Guthrie, van Charles Ricketts voor wijlen de bestuurder van The Studio, Gleeson White, van Eve voor G.E. Cokayne en van H.P. Horne voor The Constitutional Club, misten wij er al te zeer. Enkele van de hier en hoger genoemde werken wil ik van wat nader bekijken. Het stukje, dat Sattler voor Freiherr von Wendelstadt, Schlosz Neubeuern a.d. Inn, Oberbayern, vervaardigde, is een van de voortreffelikste, die bestaan. Uitgevoerd in scherpe, vaste trekken, doet het, in de blauwgroene toon, waarin het gedrukt is, aan als een zestiendeeuwse houtsnede. Onder twee smalle, in 't zwart gedrukte lijstjes, waarop de tekst: Ex-libris Jan Freiherr von Wendelstadt, in gotiese letters uitkomt, verheft zich, op een vierkant voetstuk als van een tafelpronkstuk, geflankeerd aan de voorzij met twee zware waltorens, een rots, waarin vooraan, tussen de twee torens, een hoge poort met neergelaten ophaalbrug. Rond de rots slingert, van daar, een verschanste, hier en daar met ouderwetse gebouwen bezoomde versterkingmuur, die hoger als een kroon rond de kruin slingert, terwijl het weidse slot als een kleine middeleeuwse stad de top bekroont. Een banderol, met de woorden Nobis et amicis, is over het | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *29]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door Ed. Pellens, voor Ed. Ipers.
![]() Door C. Lemmen, voor L. Delattre.
![]() Door Max Elskamp, voor hemzelf.
![]() Door K. Doudelet, voor Pauw Buschmann jr.
![]() Door Max Elskamp, voor hem zelf.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 21]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
benedengedeelte van de rots geworpen; onder het voetstuk liggen oude zegeldragende perkamenten; links prijkt het wapen van de eigenaar. Niet minder mooi is het Bibliothekzeichen van de zefde meester voor Baron Eberhard von Bodenhausen. Het stelt voor twee mannen, in vijftiendeeuwse kleederdracht, die te lezen zitten op een bank vóór een boekenkast; onder het prentje een licht wolkje; dan, in 't rood,
Afgestaan door George Bell and Sons.
Van Albrecht Dürer, voor Hector Pomer. driemaal de halve maan; en - onder alles de tekst: ex-libris Freiherr Eberhard von Bodenhausen. Ook het ex-libris van Sattler voor de Oostenrijkse fabriekeigenaar Ad. Bachofen von Echt te Wien-Nussdorf, in zogenaamde Bunt-druck onberispelik uitgevoerd, en dat voor de uitgever Fritz Schlesier, te Straatsburg, zijn een biezondere vermelding overwaard. Stassen vervaardigde er geen, dat vergeleken kan worden met dat van Edward Stucken. Tussen twee reusachtige chimeren, die haar reusachtige pauwenvleugelen als tot een hemel boven haar uitbreiden, zetelt, op een logge, assuriese troon, keurig uitkomend op een zwarte, besterrende achtergrond, een geheimzinnig, misties voorwefieguur, hiëraties streng, een soort van godin of priesteres van alle menselike wijsheid, kunst en liefde. Drie naakte chariten knielen, liggen of zitten op een bed van tulpen vóór de voeten van deze verschijning. Uit een brandbekken slingeren de wierookwalmen links en rechts omhoog. Enigsins log en stijf, is hiermee vergeleken, het ex-libris van dezelfde voor het Muzeum te Maagdenburg: twee vrouwen, wetenschap en kunst, links en rechts van een overgrote Zeuskop. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 22]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van Melchior Lechter ken ik geen volmaakter, dan dat van Dr Leopold Levy te Inowrazlaw. Het vertoont een soort van zegel: in een eenvoudige ronde, met naam en verblijfplaats van de eigenaar erin, twee fieguren, een rechtstaand man en een zittende vrouw, naast een pas in aanbouw zijnde muur. De man, een bouwmeester, houdt de vrouw bij de hand, en deze spreidt op haar knieën een bouwplan open. Achter beide een lage, sirkelvormige muur. Boven beide, in stijlvolle karakters: Wahrheit foerdert, en beneden, op een soort bord, tussen twee rechtoprijzende lijnen: Und manches Haus giebt es noch zu bauen. Alles uitgevoerd in krachtige, zeer eenvoudige lijnen op een pikzwart effen grond. Ook de twee voor de boekverzameling van Konsul Auerbach, te Berlijn, en voor Carl von Groszheim, zijn noemenswaard. Eigenaardig van vinding zijn verscheidene ex-librissen van Hans Thoma. Dat voor Adolf von Gross toont, te midden van bloemen, een krokodilachtige vleugeldraak, gevoerd door een jongeling, die op de rug van het monster staat, met de zon, heel groot, boven hem. Dat voor zijn eigen boekerij geeft, op zwarte fon, een dekoratiefgestieliezeerde kraanvogel te zien, vechtend tegen een slang. Ook dat voor August Rasor is de moeite waard en niets minder dat voor Martin Flersheim. Vogeler's boekmerken, meest keuriggedane etsjes, staan wellicht niet altijd in zeer nauwe betrekking tot de persoon van de besteller; zo stelt dat van dichter Alfred Heymel een parkgezicht voor: vooraan vier slanke, sterkuitkomende boomgestallen, waarachter, heel wit op een bos-achtergrond, een fonteinbekken met twee beelden; onderaan, naast het opschrift, een faun en een nimf; dat van de dichter R.A. Schroeder vertoont een vaas, waarin heel grote, mooie witte rozen. Meer ad hominem zijn die van Theodor Bienert, Mülenbesitzer: op een rond schijf, een molensteen; daarop bijen en een wapenschild; onder het schijf een dorpsgezicht; links en rechts twee korenhalmen met volle aren; dat van de Nedersaksiese Letterkundige Müller-Brauel, te Zeven in Hannover: de buste van de eigenaar zelf, met daarachter een in brede trekken geschetst hunnebed en, links, een Saksiese hoeve; dat van Pflueger, met een stijlvol ploegend fieguur; dat van Margareta Herwig, - een juweel van kunst: links een ge helmde wikingerkop omringd van ornamenten in Oudnoorse stijl, en daarnaast in een wijd vlak landschap een rivier met een wikingerschip; daaronder een lijstje heel fijne bloemen. Dit laatste, in een ouderwetse geelrode toon op Japans papier, is een waar meesterstukje. Ook het boekmerk, dat Vogeler voor zich zelf tekende, is weergaloos mooi: in een fijn getoetst landschapje een lezend meisje, waarachter een Saksies huis; daarboven de naam: Barkenhoff, de ver- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *31]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Welwillend afgestaan door George Bell & Sons.
Door Warrington Hogg, voor hemzelf. ![]() Welwillend afgestaan door George Bell & Sons.
Door J. Forbes Nixon, voor the Rev. Huyshe Wolcott Yeatman. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 23]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
blijfplaats van de meester te Worpswede, en dan rechts en onderaan wat ornamenten. Enkele andere van dezelfde, voor Marie Hakfeld, J.A. Grober en Ed. Vogeler vermelden wij slechts. Het ex-libris van Graaf zu Leiningen, door Barlösius, is, ofschoon wellicht wat overladen, merkwaardig. Het kranige ridderfieguur in zijn gotiese nis tussen de op blauwe grond witachtig aflossende gebouwen, het stamslot en de villa van de eigenaar, is voortreffelik. Pankok vervaardigde een in alle opzichten keurig Bibliothekzeichen
Van W. Schulte vom Brühl, voor hem zelf.
voor Peter Franken, medebezitter van de gunstig gekende uitgevers- en drukkersfirma L. Schwann, te Düsseldorf. Het hoofdmotief stelt voor een epiezode uit de strijd van de Helleense Olumpus-goden tegen de gieganten; dit gedeelte gedrukt in drie tonen, wit, blauw en bruin. Daaronder ziet men - als tweede motief - een zestiendeeuwse drukkerij, getrokken in zwart op wit; het geheel in een dekoratieve omlijsting. E. Doepler d. J. is de auteur van het stijlvol Bücherzeichen van het Königl. Gewerbe-Musaeum te Berlijn en van een vijftal kleine, bestemd voor de heer Ad. Bachofen von Echt en zijn vier kinderen. Dat van eerstgenoemde werd op koper gegraveerd door C.L. Becker, en stelt voor een adellike dame in zestiendeeuwse kleederdracht, staande, onder een krans van twee samengevlochten boomtakken, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 24]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tussen de wapenschilden van de eigenaar en zijn echtgenote - tussen haakjes gezegd, een meesterstukje van gravuur van een uiterst fijne toon. Die van de kinderen zijn in Bunt-druck en enigsins ongelijk van waarde. Het mooiste van de vier is dat van Ad. Bachofen v. E. d. J.: een middeleeuws schutter, latende de linke hand rusten op de helm van het famieliewapen, onder een banderol met de leus: Respice finem. Twee van de keurigste Duitse boekmerken ondertekende Alfred Roller, lid van de Secession te Wenen. Het ene, voor de Gesellschaft für allgem. Geschichtsforschung, is weinig minder dan geniaal van vinding. Een boek met zeven zegels, waarop de tekst: Die Zeiten der Vergangenheit, stelt de geschiedenis voor; daarboven een machtige hand, waaruit de bliksem neerhaakt op het kaft, de zegels, die de wonderen van het verleden verborgen houden, met plotselinge opvlam éen vóór éen losmakend. Het andere, voor een dichter bestemd, toont ons een karaktervol jongelingsfieguur, bekijkend, in half gebogen houding, door de snaren van een machtige lier, een weids wolken- en landpanorama. Als tekst: Ich betrachte die Welt durch die Saiten meiner Leier. Van de vele Engelse bookplates, die door artistiek gehalte uitmunten, kan ik, kortheidshalve, slechts weinige beschrijven, en bij voorkeur kies ik daartoe enkele van R. Anning Bell en van Gordon Craig. De eerste, - die het vak van de boekversiering met ware genialieteit beoefent, - tekent bij voorkeur vrouwelike fieguurtjes, meestal lezend, soms zingend of dansend voorgesteld. Lezende vrouwen toont hij in de ex-librissen van Johanna Birkenruth, Herbert Lyndon, Walter Raleigh; twee dansende in dat van Philip H. Rathbone, boekmerken, die, hoe keurig ook, noch ver overtroffen werden door dat van Sir Frederic Leighton, de niet lang geleden overleden schilder. In een allerliefste omlijsting van loofwerk, waarin drie kleine fieguurtjes boeken ophouden met de opschriften: Lettres, Histoire, Science, zitten onder een vreemdsoortige boom, rond de benedenste takken waarvan een slang kronkelt, een mijmerende vrouw en een op de dubbelfluit spelende faun. Als tekening zijn deze dingen onverbeterlik; alles eenvoudig, eerlik, trefzeker gedaan; knap opgehoogd met hier en daar wat zwarte vlakken. Gordon Craig - een van de beste houtsnijders van Engeland - hij leverde niet minder dan 45 bookplates van allerlei grootte, die hij in een paar fraaie boekjes verzamelde en verkrijgbaar stelde, - tekende uitsluitend op hout. Meer dan eens bepaalde hij zich tot een bloemtuil, een plant of zelfs een enkele bloem, met daarnaast de famielienaam of ook enkel de voornaam van de besteller; soms neemt hij als motief een of ander dier - een kat, een hond, een schildpad, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *33]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door H. Böttinger.
![]() Door J. Benes.
![]() Door A. Boudová.
![]() Door J. Benes.
![]() Door J. Benes.
![]() Door J. Benes.
Ze, Boekmerken van het Praags Muzeum van Kunstnijverheid (Met welwillende toestemming van de uitgevers van Volné Smêry, Praag.) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *35]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door Gordon Craig, voor James Pryde.
![]() Door Gordon Craig, voor Oliver Bath.
![]() Welwillend afgestaan door George Bell & Sons.
Door W. Crane, voor Alex. H. Turnbull. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 25]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
een kippetje, een zeerat, een haan, een haas; een andermaal het eerste het beste schip of huis of een vrouwefieguurtje. En verbazend is het, met welke handigheid hij deze onnozele dingen - die wel degelik erg luttel te doen hebben met naam en beroep van de lieden - reliëf weet te geven. Zijn mooiste werken zijn echter die, welke wél een allegoriese betekenis hebben, o.a. dat van Roche: - de zon, duizend stralen uitwerpend achter een met een slot bekroonde rots; dat van
Van W. Schulte vom Brühl, voor hem zelf.
Katie Black, wat groter, doch van dezelfde opvatting; dat van Ellen Terry, met een platte grond van Winchelsea. Verscheidene van deze houtsneden zijn gekleurd. De merken, door onze landgenoten getekend, hebben meestal deze hoedanigheid - dat zij - op het eerste gezicht verstaanbaar zijn. Dit is het geval evenzeer met de als allegorieën gedachte en biezonder mooie van Rassenfosse en Donnay als met de meer uitsluitend dekoratieve van E. van Offel en A. van Neste (o.a. dat met de liebaard en de leus Vlaenderen die Leu). Ook de betekenis van de Praetere's boekmerk voor Oct. Goeminne (goede of trouwe minne) ligt vóór de hand. De marques de possession van Rassenfosse zijn alle, - op één na, - geëtst. Een vrouwtje, naakt. op een reusachtig boek gezeten en lezend - zijn eigen ex-libris; de Waarheid uit haar put gestegen, - dat van | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 26]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Marie Rassenfosse; een naakt fieguurtje, een priemietieve lier bespelend - dat van dichter A. Mokel; een chimera op een boek door de ruimte vliegend, - dat van Alb. Neuville; een vrouw, nedergehurkt in een tuil loof en bloemen, met spreuk: Inter folia fructus, dat van Al. Lavachery. Het zijn evenvele fijne kunstwerkjes. Wellicht komt Doudelet's nieuwste schepping wat ingewikkelder voor. Om deze reden wil ik ze hier in korte woorden verklaren. De Wereld-es, Ygdrasil, waarvan de Edda ons de heimelikheid der heimelikheden bericht, reikt met zijn takken tot in de hemelen, waar de Azen wonen, met zijn wortels tot in Nevelheim, waar de donkeralven hun verblijf hebben. Zon en sterren schijnen door zijn kruin. De Nornen of Schikgodinnen Urd, Werdand en Skuld, zitten, in 't eindeloze, in de takken van de wonderbare boom en spinnen de noodlotsdraden van al wat was, is en wezen zal. Twee dingen zijn er, zonder welke Midgaard, onze aarde, onbewoonbaar zou wezen: Schoonheid en Liefde; daarnaar had al wat is honger en dorst van in de verste oer-tijd; daarnaar dorst en hongert alles heden; daarnaar zal hongeren en dorsten al wat zijn zal in alle eeuwigheid. Dit bevestigt het in Middelnederlands gestelde priamel:
Aen allen dinghen
van inden beghinne,
vroude bringhen
Scoenhede ende Minne.
Soe langhen daer hoghe sterren driven,
Scoenhede ende Minne selen bliven.
Met welk talent de tekenaar uit dit niet alledaagse, hem daarenboven noch voorgeschreven onderwerp heeft partij getrokken, zal wel ieder kenner opvallen. Buiten het pasbeschreven werk van Doudelet zijn mij vooral twee ex-librissen bekend, die de Wereldes Ygdrasil voorstellen. Een daarvan, door wijlen Warrington Hogg voor zijn eigen biebliotheek, vindt de lezer in dit opstel afgedrukt. Egerton Castle, in zijn English Book-plates, London, Bell & Sons, beschrijft het als volgt: ‘In the artist's own plate the mystic tree ‘Igdrasil’, symbolical, as we know, of literature, rises from the hill of difficulty at the foot. The pen in the ink-horn points to the quotation from Chaucer, inscribed on the heart. The heart, aflame with desire for learning, mounts up to the book on the summit of the tree; the birds, taking their flight from the topmost boughs, typify the soaring thoughts born of books.’ Het andere, vervaardigd voor wijlen Gleeson White door niemand minder dan Charles Riketts, - zoals men weet een van de voortreffelikste dekorateurs en tekenaars van onze en ook wel van alle tijden, - werd, door de eigenaar zelf, en wel in zijn voor het winternummer | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *37]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door K. Doudelet, voor Pol de Mont.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 27]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van The Studio (98-99) bestemd opstel over Engelse bookplates, geprezen als ‘the finest symbolical design of modern ex-libris’. Dat het een houtsnede is van allereerste gehalte, even aantrekkelik door de hoogst eigenaardige, ofschoon wel wat ingewikkelde opvatting, als door de meesterlike uitvoering, valt niet te loochenen. De kunstenaar zelf gaf Egerton Castle, ten behoeve van zijn al hoger genoemd hoek, de volgende verklaring ervan: ‘The tree of Creation springs from a swirl of water and flame which breaks into little gems; the flame, continuing, flows through the trunk of the tree, which branches on each side into composite boughs suggesting the different plant kingdoms. This central flame envelopes the figure of man, placed in the midst of the tree in the act of awakening. The fruit on the eastern end of each bough represents in embryo the fish and water fowl, the reptile and creeping insects, the larger animals, and finally the creatures with wings. The rainbow shooting through the centre composition signifies the atmosphere; the two figures under one cloak in the lower part of the design represent night and day, i.e., the planets.’ En Gleeson White voegde er zelf noch bij: ‘The tree, whether under this particular shape of Igdrasil in Scandinavian mythology, or under that of the Tree of knowledge in the Mosaic tradition, has always been a favorite symbol of Literature. It is therefore a felicitous choice as an emblem of knowledge, eternal, yet needing daily nourishment and always growing. In fact, the various interpretations of this mystical tree are as all-embracing as literature self,’ wat echter niet wechneemt, dat de schrijver van English Book-plates er met een skepties glimlachje het vers uit Les Plaideurs bij te pas bracht: ‘Avant donc
La naissance du monde et sa création!...’
De Vlaamse School aanziet het als een buitengewoon voorrecht, haar lezers, in dit nummer, een gehele voorraad van de beste boekmerken, en daaronder meer dan één, dat werk van allereerste gehalte is, te kunnen aanbieden. Ongetwijfeld zullen zij het naar waarde weten te schatten, niet alleen, dat wij hun een welgeslaagde reproduksie voorleggen van enige voortreffelike stukken als dat van Stassen voor de dichter Stucken; dat van Barlösius voor Graaf zu Leiningen; die van Heinrich Vogeler voor Pflueger, Schotteck, Adele Wolde, Müller-Brauel, Baron Knoop, H. Vogeler zelf; de twee van A. Roller; het ene van Lechter; die van Hirzel en Erler; dat van Hannotiau voor de uitgever Lamertin; dat van Donnay voor Jetta von Winiwarter; dat van F. Khnopff voor de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 28]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bieblioteek van de Brusselse balie; dat van Rassenfosse voor Al. von Winiwarter, om niet te spreken van verscheidene andere; maar dat wij hun daarenboven de primeur gunnen van verscheidene, nu voor het allereerst gedrukt, o.a. van enige boekmerken van Doudelet, van Neste, van Offel, en zelfs van enige buitenlandse artiesten. Een paar woorden noch. Ik doelde zoëven op mogelike latere tentoonstellingen. Hoe belangwekkend zou 't b.v. niet zijn, de heren verzamelaars van oude heiligen-prentjes, vulgo sanctjes, eens uit te nodigen, elk enige honderden of ten minste dozijnen uit hun voorraad ergens uit te stallen? Denkt men er wel genoeg aan, niet alleen dat - in de sanctjes-nijverheid van de 16e, 17e en 18e eeuw, noch iets voortleeft - wat de kolorasie aangaat - van de manier van de oude handschrifverluchters, en wat tekening en gravuur betreft, van de grote scholen van de 16e en de 17e eeuw? Zijn er wel velen, die weten, dat een zeer groot aantal van die prentjes, welke de heren pastoors de kleinen, die de katechismusles volgden, tot beloning ter hand stelden, gegraveerd werden door mannen als de Boudt, Galle, Fruytiers, Voet, ja, G. Edelinck zelf?Ga naar voetnoot(1) Ook een tentoonstelling van boekdrukkersmerken, of een van geïllustreerde zestiende- en zeventiendeeuwse boeken, - het geïllustreerde, recht artiestieke schoolboek van die tijden niet te vergeten, - of waarom niet een van artiestieke oude en moderne speelkaarten, - vooral onder de vooreeuwse zijn er hoogst werkwaardige -, of van vooreeuwse nieuwjaarsprenten, kon wel eens de moeite waard wezen! Komaan! Zouden de leden van de Vlaamse, of - zo dézen zich onthouden - van de Franse Konferensie van onze Balie daar niet eens willen over binnengaan? Wij beloven gaarne - dat De Vlaamse School zal meedoen.Ga naar voetnoot(2)
Pol de Mont. ![]() | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *39]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() Welwillend afgestaan door George Bell & Sons.
Door Charles Holme, voor hem zelf. ![]() Welwillend afgestaan door George Bell & Sons.
Door J.D. Batten, voor Henry J. Tait. ![]() Welwillend afgestaan door George Bell & Sons.
Door L. Leslie Brooke, voor Henry Fischer Cox. ![]() Welwillend afgestaan door George Bell & Sons.
Door G.R. Halkett, voor J.M. Gray. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 29]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BiebliografieOngetwijfeld zal het velen van onze lezers, en heel zeker allen, die er zelf een verzameling van boekmerken op nahouden, niet onwelkom wezen, hier een korte biebliografiese aantekening te vinden over de voornaamste uitgaven van uiteenlopende aard, waarin zij over de ex-librissen van alle landen en tijdvakken nadere en meestal volkomen vertrouwbare inlichtingen kunnen aantreffen. In de allereerste plaats dient hier melding gemaakt te worden van een gehele reeks Engelse boeken, waarvan het oudste, Guide to the Study of Book-plates, door The Hon. J. Leicester Warren, M.A., een mooi 8o-deeltje met platen, in 1880 bij John Pearson te Londen het licht zag en voor elk verzamelaar onontbeerlik mag genoemd worden. Niet zo gewichtig, zeker, doch daarom niet minder belangrijk, is het tot heden alleen verschenen nr 1 van een reeks Notes on Book-Plates, van Augustus W. Franks, F.R.S., V.P.S.A., gedrukt in 1887, doch niet in de handel. Dit 8o-brosjuurtje van 32 bl. behandelt boekmerken van 1574 tot 1800. Tot een meer beperkte kring van personen wendt zich, in een andere uitgaaf, die ook niet in de handel is, J. Paul Ryland, F.S.A.. Zijn te Liverpool in 1889 gedrukte Notes on Book-plates houden zich meer biezonder bezig met eksemplaren van boekenvrienden uit Lancashire en Cheshire. Van belang is echter voor allen de daarin voorgestelde ‘Nomenclature for the shapes of shields’. Een uiterst nuttig werkje is A Bibliography of Book-plates, 24 bl. 8o, Plymouth, 1892, door H.W. Fincham en Brown, F.R.G.S.. Ongelukkiglik, evenals de twee vorige, ‘printed for private distribution’. Juist om deze reden, dat zovele van deze werken en werkjes slechts voor een zeer klein aantal lieden verkrijgbaar zijn, was het opzet van de firma G. Bell & Sons, een serie werken over dit biezonder vak uit te geven, zo uitermate prijsbaar. Opvolgenlik zagen daarin het licht: Castle, M.A., F.S.A. (Egerton). English Book-plates, ancient and modern, imp. 16o, 1892; Hamilton (Walter). French Book-plates, imp. 16o, 1892; Charles Dexter Allen. American Book-plates, imp. 16o, 1893; drie werken, verrijkt met een groot aantal reproduksies, 150 à 200 in elk, en sedert hun eerste verschijnen het ene twee, het andere drie maal herdrukt. De bij uitstek simpatieke eigenaar van de firma Bell veroorloofde ons, met zijn gewone bereidwilligheid, een twaalftal platen uit het boek van Egerton Castle in dit nummer op te nemen. Voortreffelike raadpleegboeken zijn ook: Arthur Vicars, Book-plates, eigenlik herdrukken van opstellen, eerst opgenomen in The Journal of the Ex-libris Society, en bestaande uit drie reeksen: I, Library Interior Book-plates; II, Literary Book-plates; III, Book-pile Ex-libris; - gedrukt in 1892, bij W.J. Westcott (Franckfort Press), en W.J. Hardy, F.S.A., Book-plates, 1893, 8o, London, Kegan Paul, Trench, Trübner & Co. Enige werken van W. Griggs, vooral te beschouwen als albums, een zeker aantal ‘examples’ van meer dan gewoon belang bevattend; verder van Miss N. Labouchère, namelik over Ladies' Book-plates of dames-boekmerken (Bell & Sons); van Walter Hamilton over English dated Book-plates, gedateerde -, en zelfs een over The Market Value of Book-plates, de handelswaarde van boekmerken, noem ik enkel terloops. Een werk van waarde is Fincham's Monumental Artists and Engravers of | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 30]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
British Book-plates, en zeker zal ook het op dit oogenblik bij Bell & Sons ter pers gelegde German Book-plates, door Graaf zu Leiningen-Westerburg, vertaald door G.R. Dennis, een nuttige en leerrijke bijdrage wezen. Intusschen zagen ook in Duitsland, voornamelik bij de beroemde firma J.A. Stargardt, 2, Dessauer Strasse, Berlijn, S.W., verscheidene werken het licht, die wij alle vrienden van boekmerken durven aanbevelen. Daaronder noemen wij: 1. Die deutschen Bücherzeichen von ihrem Ursprunge bis zur Gegenwart, door wijlen F. Warnecke, - met vele tekstill en 26 tafelen in fotolietografie; 225 bl., 1890, - 30 Mrk.; 2. Bücherzeichen des xv. & xvi. Jahrhunderts von Dürer, Burgmaier, Beham, Virgil Solis, Jost Amman d. A., - door wijlen F. Warnecke, klein-4o, 1894, - 28 Mrk.; 3. Die Ex-libris-Sammlung der herzogl. Bibliothek zu Wolfenbüttel, 140 uitgekozen merken uit de jaren 1400 tot 1900, met inleiding van Dr. O. von Heinemann, 34 bl. met 160 tafelen, 4o, 1895, - 40 Mrk.; 4. Das Mecklenburgische Wappen von Lucas Cranach d. Ae., die Bücherzeichen des Herzogs Ulrich zu Mecklenburg und Anderes, door C. Teske, met 22 platen, klein-in-folio, 1897, - 6 Mrk; 5. Ill. Handbuch der Ex-libris-Kunde, door G.A. Seyler, 8o, viii + 88 bl. met 60 afbeeld in de tekst, 1895, - 2 Mark. Te vermelden zijn verder het buitengewoon winternummer van 1898-1899 van The Studio, getieteld: Modern Book-plates and their Designers. Met ongeveer 150 meest keurig gekozen en goed weergegeven reproduksies versierd, bevat dit nummer bijdragen over nieuwere Engelse boekmerken door wijlen Gleeson White, over Franse door O. Uzanne, over Ameriekaanse door J. Carré, over Duitse door H.W. Singer, over Oostenrijkse door W. Schölermann, over Belgiese door F. Khnopff; een niet uitvoerig stukje, Etwas über Ex-Libris, van Graaf zu Leiningen in aflev. 1, 1897, van de Zeitschrift für Bücherfreunde, - Velhagen & Klasing, Leipzig; Ueber Ex-Libris, door Peter Jessen, in aflev. 4, I, 95-96, van het nu niet meer verschijnende, prachtige tijdschrift Pan; en een groot aantal langere en kortere opstellen, verschenen, van 1822 tot nu toe, in allerlei Engelse tijdschriften als Antiquarian Magazine and Bibliographer, Western Antiquary, Notes and Queries, The Gentleman's Magazine, enz.. Terloops stippen wij ook aan, dat sedert een tiental jaren verscheidene tijdschriften worden uitgegeven, die uitsluitend aan de studie van de boekmerken gewijd zijn. Alle, of bijna alle, doen zij dienst als ambtelik orgaan van een van de bestaande verenigingen van ex-librissen-verzamelaars. Zo is de redakteur van het tijdschrift van de te Berlijn op 14 Mei 1891 gestichte Ex-libris-Verein Dr Brendicke, Frobenstrasse, 31, aldaar. Eindelik verdienen noch aangehaald; Deutsche Kleinkunst in 42 Bücherzeichen, door J. Sattler, - 50 heraldische Bücherzeichen, door Prof. A.M. Hildebrandt, - 25 Bücherzeichen door Cl. Kissel en 20 Bücherzeichen door G. Otto, - alle uitgegeven door J.A. Stargardt, te Berlijn; de beide albums, elk van 20 Ex-librisse, uitgegeven door de tekenaar-dichter-romanschrijver-journaliest Schulte vom Brühl, te Wiesbaden; en Bookplates, a set of 45 Ex-libris, designed and engraved by E.G. Craig, Hacbridge, Surrey.
Redaksie en uitgever beschouwen het als een plicht, al diegenen, welke tot de illustrasie van voorgaande opstel bijdroegen, met een enkel, hartelik gemeend woord te danken. Deze plicht vervullen zij in de eerste plaats tegenover de heren Ed Stucken, dichter, te Berlijn; Karel Doudelet, kunstschilder, te Gent; Alfried van Neste, kunst- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *41]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Welwillend afgestaan door George Bell & Sons.
Door T. Erat Harrison, voor M.R. Corbet. ![]() Welwillend afgestaan door George Bell & Sons.
Door J.D. Batten, voor Money Coutts. ![]() Welwillend afgestaan door George Bell & Sons.
Door Robinson, voor J.E. Cussans, Esq. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 31]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
schilder, te Antwerpen; Alfred Roller, te Wenen, die oorspronkelike tekeningen voor boekmerken -; en niet minder gaarne tegenover de verzamelaars, de heren Graaf zu Leiningen-Westerburg, te Munchen; de heer Verster, te Amsterdam; het bestuur van de bieblioteek van de Balie te Brussel; de heren R. en A. von Winniwarter te Luik; het Bestuur van het Stedelik Muzeum te Maagdenburg; de uitgeversfirma George Bell & Sons, te Londen; Alexander Koch, Verlag der Deutschen Kunst & Dekoration, te Darmstadt; de uitgever-stichter van The Page, de houtplaatsnijder Gordon Craig, te Hackbridge, Surrey; de heren kunsttekenaars Rassenfosse en Donnay te Luik, F. Khnopff, Alex. Hannotiau en Lemmen te Brussel, H. Vogeler te Worpswede; de uitgever Lamertin, te Brussel; de heer Schulte vom Brühl te Wiesbaden; de heer Hans Müller-Brauel te Zeven; de heer Pr. Claeys advokaat, te Gent; de dichter Dr Flaischlén te Berlijn; de heer Dr. Pertz, te Freiburg i. Br.; de heer Dr. Bader, te Darmstadt; de heer Drugulin, drukker, te Leipzig; de heer W. van den Arent, kunstschilder, te Dusseldorf; Mevr. Strauss, te Maagdenburg; de heer H. Mulder, de dichter-foklorist-houtsnijder Max Elskamp, en andere boekenvrienden, te Antwerpen, die alle of één enkel of verscheidene kliesjees voor boekmerken tot beschikking stelden van ons tijdschrift. ![]() |
|