Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vlaamsche Arbeid. Jaargang 13 (1923)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vlaamsche Arbeid. Jaargang 13
Afbeelding van Vlaamsche Arbeid. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van Vlaamsche Arbeid. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.66 MB)

ebook (4.72 MB)

XML (1.21 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vlaamsche Arbeid. Jaargang 13

(1923)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bibliographie

Ierland en het Iersche volk, door Pater L.J. Callewaert, dominikaan. S.V. De Vlaamsche Boekenhalle. 1923. VII, 700 bldz.

De populaire studentenvriend heeft een omvangrijk boek gewijd aan het Ierland van gister en dat van heden. Het was er noodig: zoo verward is voor een gewoon mensch het kluwen der Iersche politiek dat het heel wat tijd en moeite kost om er den draad van te vinden in het gebrekkige en partijdige materiaal dat hem zijn krant levert. Dat heeft Pater Callewaert in zijn lijvig boek gedaan op een volledige en eerlijke manier. Na een te vlugge en nogal slordig geschreven schets der Iersche geschiedenis, beschouwt hij beurtelings de sociale toestand van Ierland, het onderwijs en de opvoeding aldaar. Een zeer belangrijk kapittel is gewijd aan de psychologie van land en volk: het blijft echter te zeer bij de oppervlakte. Het heeft soms wat weg van een thematisch heiligenleven: te weinig teekenend. Om de psychologie van een volk vast te leggen is heel wat scherpte van opmerking en veel synthetisch vermogen noodig. Daaraan schiet dit hoofdstuk werkelijk te kort. Het is zoo gevaarlijk te zeggen: de Vlaming is een drinker, de Walen vloeken veel, enz. De twee laatste hoofdstukken zijn het meest actueel. Het zijn volledige en voortreffelijke verhandelingen over het godsdienstig standpunt in de huidige Iersche politiek en over het Sinn Feinisme in het algemeen. Daar leeft het boek werkelijk van actualiteit en Pater Callewaert zet er wat meer vaart in zijn proza.

We vinden in dit werk een nergens te vinden overzicht op een zeer ingewikkeld probleem. En al lijkt de Vlaamsche strijd wel wat klein nevens de ontroerende grootheid van het Iersche drama, toch is er voor ons veel te leeren uit dit eeuwenlang en droevig avontuur. ‘Ik ben er mijzelf van bewust dat mijn boek in onpartijdige wetenschappelijkheid werd begonnen en dat het in geestdriftige bewondering eindigt’, zegt P. Callewaert in de Inleiding. Zeer juist, maar er had beter gestaan: in wetenschappelijke onpartijdigheid, want van het wetenschappelijk appareil zelf mist het heelemaal de kenmerken. De bibliographische opgave vooraan mist de noodige nauwkeurigheid, de werken werden opgegeven zonder vermelding van datum of plaats der uitgave. Dit is een kleinigheid wellicht, maar van belang voor een boek waar geen enkele voetnota, den tekst komt bewijzen. Pater Callewaert heeft dit werk voor ons volk bestemd en niemand zal hem

[pagina 158]
[p. 158]

dat euvel nemen, maar hij laat zich te makkelijk meeslepen op een schoone phrase en zijn boek is er te oratorisch door geworden. We waardeeren zijn taalkundige vondsten ten zeerste, maar het kan soms toch niet door den beugel; zoo: voorwerpmatiger, onttodderd, monk, enz., enz., zijn woorden die we niet begrijpen of niet aanvaarden, al zijn we dan niet van Achter-Oolen of uit het hooge Noorden.

G.

Dr. M. Sabbe: Jan Moretus I als Nederlandsch letterkundige. (K. Vl. Academie: Verslagen en mededeelingen, Juni 1922). Gent, 1922.

Dr. Sabbe vraagt hier aandacht voor het literair werk van den onmiddellijke opvolger van Plantijn die benevens zijn omvangrijk werk van zakenman een paar dagen besteedde aan het vertalen van enkele boeken in het nederlandsch. Men kent de eigenaardige lieve rijmen van Plantijn, Moretus bracht het niet tot origineele uitingen, tenzij in zijn los-geschreven en goed typeerende brieven. De voornaamste prikkel tot het vertalen was hem het handelsbelang zijner zaak. Zoo verscheen van zijn hand de vertaling van Lipsius: ‘De Constantia’, waarover de schrijver zelf uiterst tevreden bleek. Meer literair werk leverde Moretus echter in het overbrengen in rijm en maat van ‘Den Eersten Dag’, van de ‘Première Semaine de la Création du Monde’ van G. du Bartas. Dr. Sabbe laat die vertaling in Annexe volgen; ze heeft onbetwistbare kwaliteiten die toelaten Moretus te rangschikken bij hen die naar het woord van Coornhert ‘tot optimmeringhe vant Nederlantsche welsprekendheids tempelken (te) mogen eenighe hantreykinghe helpen doen’.

Enkele origineele gelegenheidsgedichten sluiten deze studie. Historisch is de ontleding van het incident rond Lipsius' ‘Constantia’ van belang.

G.

Erasmus, a lecture delivered for the Genootschap Nederland-Engeland, and for the English Association in Holland, and in the library of the department of education at the University of Liverpool, by P.S. Allen, 1922.

Dit is een vlugge en kenschetsende voordracht door den grooten Erasmus-kenner, den bibliothecaris van Merton College te Oxford, gegeven over den grooten philoloog Erasmus. Wel wordt er meer over den mensch en de beteekenis naar buiten van zijn gedacht gezeid dan over het studiewerk van Erasmus zelf, maar dat ligt aan den aard van het onderwerp. De spreker vraagt zich af: waarom is Erasmus' naam nog op onze dagen zoo beroemd en gekend zelfs door minder ontwikkelden? Hij beantwoordt die vraag door het nagaan der gedachten en invloeden die van Erasmus uitgegaan zijn: Is zijn philologenwerk ver vergeten, toch blijft hij het symbool van een levensbeschouwing die P.S. Allen met zorgvuldige charme weet voor te stellen. Het is hier de plaats niet om het debat over Erasmus te openen. We mochten dan wellicht heel de geschiedenis der XVIe eeuw herhalen. Erasmus is de man die geestelijk zeer vermetel, van harte zeer klein, alles heeft los-

[pagina 159]
[p. 159]

gedraaid wat in de wrakke en vormelijke maatschappij van zijn tijd nog vast stond. Toen is hij lachend heengegaan, maar achter hem kwam de geweldige donderwolk van het Lutheranisme op. Dat hij dat onweer heeft bespoedigd of veroorzaakt dat vergeeft hem geen katholiek, al is de spot en de geestigheid nog zoo'n verlijdelijk wapen.

G.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken