Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
West-Vlaanderen. Jaargang 5 (1956)

Informatie terzijde

Titelpagina van West-Vlaanderen. Jaargang 5
Afbeelding van West-Vlaanderen. Jaargang 5Toon afbeelding van titelpagina van West-Vlaanderen. Jaargang 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (27.48 MB)

Scans (180.20 MB)

ebook (32.10 MB)

XML (1.83 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/kunstgeschiedenis
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

West-Vlaanderen. Jaargang 5

(1956)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 280]
[p. 280]

[Kunstleven]

Poëtisch bericht

Het bloeiend water
 
Het bloeiend water draagt mijn trage schuit
 
naar de overkant. Een klare vogel zingt.
 
De zomernacht onthult in kuis geluid
 
de duizend dingen en een ster verspringt,
 
 
 
Zij valt verloren in het riet. Nu slapen
 
de huizen en het licht, ik zie de dag
 
terug, het raderwerk, een kudde schapen,
 
de vogels, mensen en een kinderlach.
 
 
 
Ik heb mijn kind de hazelaar getoond,
 
de witte wolken en het eksternest.
 
Een rijp geluk heeft pozend mij bewoond
 
als ging ik door een ongekend gewest.
 
 
 
Heel even maar, zoals de hommel aan
 
de honigbloemen proeft, heb ik gesmaakt
 
hoe 't kind met overvloed, in een spontaan
 
gebaar, mijn vaderhart heeft aangeraakt.
 
 
 
Fernand Florizoone

*

Nieuwe bloesems
 
Toen zij als kind vaak schreide van de pijn,
 
voor ieder man die haar tot vrouw ontstak,
 
leefde de Heer verborgen in het Zijn,
 
en wist wat aan haar vurig hart ontbrak.
 
 
 
En toen de Heer tot vele mensen sprak,
 
en zij te luist'ren stond naar ieder Woord,
 
wist zij nog niet wat aan haar hart ontbrak.
 
Zij hief bevreesd het hoofd en werd verhoord.
 
 
 
Dit was dan in de tijd van Jaïrus' kind,
 
en van haar zelf toen zij de woorden sprak:
 
Als ik Zijn mantel raak en hem bemind
 
zal hebben die ik haat. ben ik Zijn tak.
 
 
 
En uit die wond're tak ontsproot een loot,
 
die in mijn huis haar nieuwe bloesems draagt.
 
En de oude angst voor leven en voor dood,
 
die ieder vreugd en leed ontneemt, vervaagt.
 
 
 
Gust. Vermeille

*

De nacht
 
Wanneer de schoorstenen
 
op de huizen staan
 
als een haveloze wacht,
 
en oude mensen wenen
 
tussen avond en nacht
 
om het heengaan van licht
 
en groen en lentelucht,
 
dan hoor ik het gekreun
 
van de vallende nacht;
 
- in het dorre hout,
 
in de plaatijzeren daken
 
die krimpen van schrik, vertrouwd
 
als zij waren met de zon;
 
en op de zon werd niets
 
gewonnen en geoogst
 
dan het akelig kraken
 
van de plaatijzeren daken.
 
 
 
En ik die dacht
 
dat de nacht
 
met zijn stilte
 
verlossing bracht.
 
 
 
Arthur Verthé

*

Ik wacht
 
Het is acht uur.
 
De wind zit noord.
 
De zon zinkt achter de poort
 
van een oude dag
 
en dooft het vuur
 
van mijn lach
 
op die dag.
 
Tussen U en mij
 
ligt het duister
 
van mijn angst
 
en uw luister
 
waaraan geen macht ik meet
 
omdat ik weet
 
wat Kristus zei.
 
Gij tilt mij van de tin
 
en laat mij spartelen
 
op de hete as
 
waarin de lijven schroeien
 
van mijn moeder en mijn, vader.
 
Gij laat mij spartelen
 
op de hete as
 
en praamt mijn boeien
 
stadig nader.
 
Gij haalt uw netten in
 
en ik glim koud
 
in uwe hand.
 
Uw beeld weerkaatct in duizend schubben
 
als in duizend dagen die mij resten.
 
- Over duizend dagen dubben
 
Duizend keer de zon zien onder gaan
 
en voor een jonge dag in 't oosten staan. -
 
Of is 't alleen
 
nog één;
 
of nog die éne nacht?
 
Ik weet dat Gij zult komen
 
- Hij zei:
 
Gelijk een dief te nacht! -
 
om mij.
 
Ik wik en weeg
 
en weeg en wik
 
en wacht.
 
 
 
Albert Vermeire

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Fernand Florizoone

  • Gust Vermeille

  • Albert Vermeire

  • Arthur Verthé