Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 19 (1970)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 19
Afbeelding van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 19Toon afbeelding van titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 19

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (19.54 MB)

Scans (709.31 MB)

XML (2.30 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/kunstgeschiedenis
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 19

(1970)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 113]
[p. 113]

vlaanderen
Kunst en geest

Noodzaak van een nieuwe visie zicht op nieuwe perspectieven

Met een benauwd hart schaatsten we midden maart over beijzelde wegen naar Düsseldorf en Keulen, om er kennis te maken met Hedendaagse Kunst uit Zweden en de groots opgezette manifestatie ‘Jetzt’, Künste in Deutschland heute. Zou het de moeite lonen zijn leven te wagen?

Natuurlijk vallen de extreme dingen het meest op. Bernd Lohaus heeft in de tentoonstelling Jetzt een afgeschermde zaalruimte gekregen om er houten balken te stapelen en dit kunstwerk heet ‘Hölzer in einem Raumen von 4,60 × 8 m’. Igmar Polke houdt er de gek mee: op een stuk gelijnd papier, uit een schrijfboek gescheurd, heeft hij wat letters en tekens gekrabbeld en dit meesterwerk heet ‘pappologie’. Diter Rot plaatst op een voetstuk een oude kachel met verroest nikkel, kapotte deuren en een massa gesmolten chocolade op de kookplaat. Reiner Ruthenbeck spant een rood laken in de vorm van een hangmat en noemt dit kunstwerk ook hangmat. Een hoop asse en gruis en er boven op verwrongen ijzerdraad heet doodeenvoudig Aschenhaufen IV. Krethenbeck heeft natuurlijk reeds vele hopen vuilnis en afval bij elkaar geborsteld en in luxueuse musea of galeries tentoongesteld. De meest eenvoudige kunstenaar is echter Timm Ulrichs, die enkele ‘Wand-Bilder’ exposeert d.w.z. hij krast op de muur van het museum de omtreklijnen van een vierkant of met een potloodlijn tekent hij een vierkant of een andere vorm op de mooie muren. Eenvoudiger kan het niet, want in vergelijking hiermee is de Talens-verfdoos, die op een stuk unalit is gespijkerd heel wat. Het unalit werd ten minste glanzend geschilderd en het geheel werd gesigneerd. De handtekening is van belang, want men kent de simpele stelling: kunst is wat door een kunstenaar tot kunst verheven of tot kunst bestempeld wordt. Dat kan evengoed een naakte vrouw zijn als een schilderij, een oude fiets, afval, een boomstronk (en noem maar op).

Het is gemakkelijk met dergelijke dingen de draak te steken en alles met een misprijzend schouderophalen te negeren. Men moet het in zijn geheel zien en dan blijkt dat deze buitenissige dingen een onderdeel vormen van de grote verandering, die zich in de hedendaagse kunst voltrekt. Daarom dringen ze overal door, te Amsterdam, Stockholm, Keulen, New York, Basel. Niet alleen de Avant-garde galeries, maar ook eerbiedwaardige musea openen hun deuren voor iets wat de doorsnee burger belachelijk vindt. Toen we in de maartse winteravond huiswaarts reden of gleden, hebben we iets menen te begrijpen van dat belachelijke, want de tentoonstelling Jetzt had bij ieder van ons een nieuw gevoelen gewekt.

De tentoonstelling Licht, Objekt, Beweging, Ruimte; Hedendaagse Kunst uit Zweden was een prima inleiding geweest. Misschien was de eerste kennismaking in de Kunsthalle te Düsseldorf een kleine ontgoocheling. Wat hadden we eigenlijk verwacht? Wat men van ieder tentoonstelling verwacht: beeldende kunsten. Wellicht nog schilderijen, tekeningen, assemblages, pop of noem maar op. Nu vielen we meteen in een donkere zaal met spots, en ‘volumen’ o.a. een soort kangoeroe-springballen, afgeschermde zetels, futuristische meubels (?) in opblaasbare plastics. In de hall zelf is een ganse ruimte gebouwd, een soort blokhut met binnenin optische zinsbegoochelingen vol klanken van onuitgesproken geluiden. Meer dan environment. Met aan de buitenwand veel uitleg en commentaar, die men meteen vergeet. Behalve misschien een aanhaling van Gunnar Ekelöf ‘Lass mich meine Welt behalten, meine pränatale Welt’.

De Zweedse kunst brengt verder experimenten. Reuterswärd toont tekeningen met de ‘laserstraal’ gemaakt. Wonderbare dingen, die men nooit zag. Maar is Reuterswärd een kunstenaar zoals we ons een kunstenaar voorstellen? Hij werkt in nauwe samenwerking met het Instituut voor Physika van de Uppsala-Universiteit en gaat voorjaar 1970 naar de U.S.A., waar hij in het Scientific Center van Los Angeles gaat experimenteren. Eric Olson is de uitvinder van opto-chromi. Hij maakt optische objecten, bekomen door de primaire eigenschappen van het licht, waardoor het zelfs mogelijk is kleurvolumes en kleurmengelingen in glazen vormen te verkrijgen, alhoewel Olson nooit kleurstof gebruikt. Interessant om zien. We hebben met vier personen een discussie op dreef gehouden ‘hoe doet de kerel het?’ Niemand van ons dacht nog aan kunst, alhoewel de kleurrijke perspectieven van Olson in de musea tentoon staan (New York, Wenen, Dresden, Londen, Stockholm, enz.). Met Fahlström kwamen we een beetje terug in de kunst, in de kinderachtige kunst, in de wereld van de tekenverhalen en van de science fiction. Figuurtjes die kinderen (en ook volwassenen) boeien. Een grote wereld vol kleine figuurtjes, bont gekleurd. Meer fantasie dan kunst? Ultvedt noemt zijn inzending ‘Werk & Werkzeug’. Ingewikkelde machines, die nutteloos zijn: monumenten van economische onzin. Ze bewegen, maken geluid, maar dienen tot niets. De toeschouwer mag op knopjes duwen en de machinerie in gang zetten. Dat wordt gretig gedaan, op geen ogenblik staat de zaak stil. ‘Precies alsof we in een speelgoedafdeling van een groot-warenhuis zijn’, meent iemand. Hij heeft gelijk: er heerst eenzelfde geest. Ultvedt schrijft trouwens zijn geloofsbelijdenis in grote letters in de katalogus ‘Für mich ist Kunst trotz alledem Lust’. Daarmee heeft hij ons het sleutelwoord bezorgd tot de nieuwe visie op de kunst. In Keulen zouden we er ons van bewust worden.

Niet alleen de tentoonstellingszaal van het Kunstverein, maar alle zalen van de Kunsthalle zijn ter beschikking gesteld voor de grote tentoonstelling ‘Jetzt’ die drie maanden lang (tot 18 mei) wordt open gehouden. Toen we in Keulen arriveerden, had het opgehouden met sneeuwen en scheen de zon. De zalen waren vol. Vol met bezoekers en met geluid van stemmen. Vol met geluiden van mechanische dingen en demonstraties. Geen museumatmosfeer zoals we in België kennen. Veel meer een ontwijding. Een plezierig geval waarin ook kinderen rondtollen, waarin men luidop zijn bedenkingen maakt en waar heel wat te zien en te beleven valt. Naast de buitenissige kunstwerken, bij de aanvang van dit artikel aangehaald, bewondert men de pop-achtige kunst van Nagel, de haast fotografische landschappen van Richter (momenteel ook te Brussel), de geometrische vormen van Wintersberger, de ademobjecten van Weseler, de wonderbaar bewegende dingen van Graevenitz (wordt dit gerealiseerd met magnetische velden?), de nagelklopperij van Uecker, de fascinerende ruimte van Mack: een kale ruimte met 16 lampen en middenin een oude schoen, de monochrome acryl's van Gurke en Geiger, 4,60 × 8 m., gescheurd en gefronst linnen van Buthe, het pop-surrealisme van Asmus, enz. enz. En op het einde

[pagina 114]
[p. 114]

van een zaal de zaal (10 × 6 × 4 m) van Wolf Vostell, verdeeld in drie gangen, gescheiden door prikkeldraad, op de vloer een enorme hoeveelheid lepels en vorken. Men mag er op lopen; dat lopen maakt kletterend lawaai, maar het is plezieriger wanneer men een valies met ingebouwde micro en luidspreker meeneemt. Nog plezieriger wanneer men kauwgom neemt en een zendkap op het hoofd zet. Kauwend en wandelend produceert men een wereld van ongekende geluiden. Iedere bezoeker mag het spelletje spelen en men staat op rij om zijn beurt af te wachten. Maar denk eraan dat we in het nette Duitsland zijn: geef dus de zendkap niet aan een volgende toeschouwer, maar deponeer ze in een grote schaal, waaruit hij ze op zijn beurt kan opvissen. Na ieder gebruik wordt de zendkap immers gesteriliseerd!

Naast spel is er ook kijkgenot zoals op een jaarmarkt! Men maakt kunst aan de lopende band. De meest interessante stand is waar met vuur gewerkt wordt. De kunstenaar bouwt grillige vormen met blokkendozen, een cocaflesje, soms wordt zelfs een kinderped op de tafel gedeponeerd. Als de compositie klaar is, wordt ze bedekt met een soort dikke plastiek, die met een vlammenwerper tot smelten wordt gebracht. De plastiek zakt in elkaar en neemt grillige vormen aan volgens de compositie die er onder ligt. Dan wordt de plastiek weer hard en een kunstwerk is geboren. Groot en klein heeft met belangstelling naar het vuurwerk gekeken. Als er een mooie vorm uit terecht komt, is iedereen gelukkig.

We hebben meer dan een uur in de tentoonstelling Jetzt rondgelopen. En we waren niet moe. Integendeel, het was een verkwikking. Neen, de kunst is niet vastgelopen. In de zestiger jaren heeft men er voor gevreesd. Ondanks de vele experimenten had men het beklemmend gevoelen dat we voor een muur stonden: wat nieuws kon de kunst nog brengen? De zeventiger jaren starten veel optimistischer. De kunst kan overal heen. De mogelijkheden liggen voor het grijpen. Alleen moet de kunst zichzelf verloochenen. Ze moet ophouden kunst te zijn. Kunst in de zin zoals we tot op heden altijd gebracht hebben.

De kunst wordt een spel; een creatieve vonk, waaraan men plezier beleeft; een adempauze van vrijheid in een perfectionistische wereld zonder fantasie; een kinderlijke ontdekking van gewone dingen of gewoon een handeling voor het genoegen zelf: hout stapelen, onnuttige machineries ontwerpen. De Zweed Ultvedt had ons in de tentoonstelling te Düsseldorf reeds verwittigd: ‘Für mich is Kunst trotz alledem Lust’.

Dat is een nieuw perspectief op de kunst, dat de sleutel bezorgt om soms onbegrijpelijke dingen te verstaan: de conceptual art, de vervluchtende kunst als Boezeum in Amsterdam en Sam Francis in Los Angeles een vliegtuig huren en arabesken in de wolken schrijven, als George & George uit Londen poses aannemen en gedurende een paar uur beeldhouwwerk in een museum spelen, en er is zoveel meer. Aan het begin van dit artikel hebben we extreme gevallen aangehaald, die geïsoleerd belachelijk kunnen gemaakt worden, maar ze passen in het geheel van een kader als ‘Jetzt’, in een nieuwe visie op de kunst. Ze openen nieuwe perspectieven en bevestigen in zekere zin dat de kunstenaars de profeten van de komende tijd zijn.

Met de theorie, die nu volgt, beseffen we op een weg te zijn, die te zwaartillend en te pedant is. Maar een beetje overdrijven stelt de diagnose altijd scherper. De wereld en de maatschappij veranderen. Moeten veranderen om zichzelf te overleven. Reeds jaren geleden heeft Fourastier zijn berucht boek ‘Les 2.000 heures’ geschreven. In het jaar 2.000 zou iedere mens slechts 2.000 uren in zijn ganse leven werken. Voor de rest zou hij school lopen en gepensioneerd zijn. In een mensenleven komt dus een enorme massa vrije tijd. De huidige vrijetijdsbesteding is kinderspel en wordt nog gezien in het kader van de arbeid: verdiende rustpauzen, nodige vakantie. Sinds mensengeheugenis leeft en denkt de mens in een richting: hij is de homo faber. Maar New Babylon is op komst. (De naam is van de schilder Constant). De volgende generatie is de generatie van de homo ludens, van de spelende mens. Het zal een enorme inspanning vragen om dit te leren. Om maar een voorbeeld te noemen: we kunnen ons niet indenken dat onze auto niet meer zal dienen en aangekocht worden om naar het werk of naar een vergadering of naar verplicht familiebezoek te rijden. De auto zullen we alleen als speelding gebruiken, we zullen nog alleen rijden voor ons genoegen: op koerscircuits en langs toeristische wegen. De maatschappij van de homo ludens is op komst. Voor de kunstenaars is die maatschappij er al; ze produceren geen kunst meer om de wanden en de ruimten van villa's en musea op te smukken. Kunst is spel, creatief spel, cultureel spel, naïef spel. Spel waaraan de man die het maakt, plezier beleeft en misschien niet altijd de toeschouwer, maar zelfs in dat geval heeft de kunstenaar zijn innerlijke genoegdoening beleefd. De tentoonstellingen van de zeventiger jaren, te beginnen met ‘Jetzt’ (ingeleid door de intocht van de Zweden), zullen dat meer en meer aantonen. De kunst heeft nog vele perspectieven. Als men nieuwe perspectieven durft te zien en een nieuwe visie wil aanvaarden. De kinderen hebben er zich onmiddellijk mee verzoend. Op de tentoonstelling te Keulen waren ze geen zeurende ongeduldigen ‘Pa, kom nu toch weg.’ Integendeel, ze hadden interesse in wat getoond werd, ze amuseerden zich luidruchtig en met zichtbaar genoegen.

Op de wand naast de ruimte van Mack (witte muren, zestien lampen en een vergulde oude schoen) heeft een onbekende bezoeker een lapidaire zin met potlood geschreven ‘Die Kunst Kunst zu sein’. Dat zal inderdaad de zware opgave zijn als de storm van vernieuwing is geluwd, maar laat ons in afwachting van de stabilisatie, die komt nadat New Babylon vaste vorm zal aannemen, geloven en verheugd zijn in de nieuwe perspectieven voor de kunst anno 1970.

 

Albert Dusar


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken