Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 19 (1970)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 19
Afbeelding van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 19Toon afbeelding van titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 19

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (19.54 MB)

Scans (709.31 MB)

XML (2.30 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/kunstgeschiedenis
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 19

(1970)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Vrije tribune

Blijft kunst kunst?

Gelukwensen met het jongste nummer van ‘Vlaanderen’, waarin de interviews gans de aflevering doorkruisen. De wijze waarop vragen en antwoorden gegroepeerd werden is zeer geslaagd en levendig. Het schijnt dat er uiteenlopende reacties op gekomen zijn. Welke en in welke dagbladen?

Roger Somville, Tervuren.

 

Geschreven reacties hebben wij totnogtoe niet onder ogen gehad. Journalisten zijn er zéér vlug bij om een gratis persabonnement te verkrijgen, maar een recensie schrijven over elk nummer is een àndere kwestie...

[pagina 259]
[p. 259]

De Pelgrim-Beweging (1)

Alle felicitaties voor Uw initiatief om dit ‘Pelgrim’-nummer te brengen! Bij aandachtige lezing merkt men dat het de hoogste tijd werd om zo iets te ondernemen: reeds nu zijn er al te veel hiaten (om niet te spreken van contradicties).

Ik vraag me af of er geen aanvullende documentatie betreffende de ‘Pelgrim’ voorhanden is in het AMVC te Antwerpen.

Iemand die - zonder zelf lid van de ‘Pelgrim’ te zijn geweest - toch met de meeste Pelgrims bevriend was, is Richard Dewachter te Puurs.

Ikzelf kan U een paar aanvullingen (terechtwijzingen) bezorgen. De tekst afgedrukt op blz. 143 is niet van Jan Boon, maar van mijn oom Prof. Dr. Arthur Boon, hoogleraar te Leuven, algemeen voorzitter van het Davidsfonds, stichter-directeur van de N.V. Radio (later K.V.R.O. = Katholieke Vlaamse Radio Omroep). Arthur Boon was geen familie van de letterkundige Jan Boon, de latere directeur -generaal van het N.I.R.

Blz. 165 (2e kol.) is er sprake van P. Boon. Duidelijker zou geweest zijn: pater (Jozef) Boon. Deze was een broer van Jan Boon voornoemd.

Alb. van Nuffel (blz. 167, 2e kol.) is ook - als ik me niet vergis - de architect van de Kristus-Koning-kerk te Antwerpen, gebouwd om er, tijdens de wereldtentoonstelling van 1930, de ‘Vlaamse kunst’ te exposeren (in volle Pelgrim-periode dus).

Mgr. Jules van Nuffel (ik vermoed dat die bedoeld wordt met de ‘A. Van Nuffel, toondichter’ in de 3e kol. van de ‘Naamlijst’ blz. 153) is in 1918 directeur geworden van het Lemmensgesticht (aldus s.v. ‘Nuffel, Jules van’ in Kath. Encycl., 1e uitg.). Ik vind het een beetje jammer dat over zijn latere werk (precies uit de Pelgrim-periode) niet wordt gesproken.

In de lijst (blz. 153, 3e kol. bovenaan) lees ik: ‘Z.E.H. Jos de Vooght, lett., pastoor te Rethy). Dat moet zijn: Jos de Voght. Blz. 152, 3e kol. bovenaan, rectificeert Uzelf een gelijkaardige fout: Lode de Vooght = Lodewijk de Vocht. Jos de Voght (als tekstdichter) en Lode de Vocht (als toondichter) hebben samen de ‘Jaarkrans van geestelijke liederen rond den haard’ uitgegeven.

Dit alles moge een bewijs zijn van de belangstelling waarmee ik dit nummer van ‘Vlaanderen’ (zoals de andere!) heb gelezen.

De bijdrage van Joris Caeymaex verschijnt posthuum. Het is vermoedelijk een van de allerlaatste artikelen van zijn hand, geschreven niet lang vóór zijn tragische dood.

 

Xavier De Win, Antwerpen.

De Pelgrim-Beweging (2)

Naar aanleiding van ons telefonisch onderhoud, tijdens hetwelk ik u de vergissingen heb gesignaleerd, die ik vaststelde in de artikels over de Pelgrim-Beweging, ben ik zo vrij u hierbij de rechtzettingen te laten geworden.

De juiste schrijfwijze van de naam van mijn vader, architect van de basiliek van Koekelberg, is: Albert Van huffel en niet: Van Nuffel (dus met kleine h en in twee woorden).

In het desbetreffend artikel op pag. 167 staat ten onrechte vermeld, dat mijn broer Lucien eveneens tengevolge van overspanning zou overleden zijn. Hij heeft nooit dan vrijwillig meegewerkt aan de bouw van de basiliek: hij was ziekelijk en de zekerheid, die mijn vader bezat dat zijn zoon hem daardoor nooit zou kunnen opvolgen, berokkende hem veel verdriet. Mijn vader overleed op 16 maart 1935 en mijn broer op 17 april 1937. Het was de heer Ronse die belast werd met de voortzetting van de werken; voordien was hij trouwens reeds mijn vaders adjunct.

Ik dank u zeer voor de opname van deze kleine rectificatie in het eerstvolgend nummer.

 

E. Gallet-Van huffel, Oostende.

De Pelgrim-Beweging (3)

Ik kan niet nalaten de redaktie van Vlaanderen dankbaar te feliciteren voor het Pelgrimnummer. Voor de enkele nog overlevende Pelgrims zal het een grote vreugde gebracht hebben. Het was een schone tijd. Ik was hier toen jonge kapelaan na 14-18. En nieuwsgierig zag ik telkens uit naar een nieuw nummer van het tijdschrift. De vernieuwde liturgische beweging groeide. Wij dweepten met Guardini en zijn jeugdactie, met burg Rothenfels - in Frankrijk met de kring van ‘Le Roseau d'Or’ en ‘Les lies’, Maritain, Claudel, J. Green... met de ‘Arche’ groep enz.

Ik ben echter zeer ontroerd door de bijdrage van Dr. Joris Caeymaex z.g. en de woorden die hij aan mijn werk wijdt. Misschien is het zijn laatste artikel geweest! Ik kende hem niet persoonlijk maar in Boekengids en in andere gelegenheden heeft hij mij altijd warm gesteund. Ik blijf hem - en nu nog dubbel - dankbaar herdenken.

Nogmaals proficiat en dank voor het Pelgrimnummer. Die schone beweging mocht niet vergeten worden, niet verloren gaan, Daarvoor heeft ‘Vlaanderen’ nu gezorgd.

 

Gery Helderenberg, Lede.

De Pelgrim-Beweging (4)

Veel geestesvreugde beleefd aan het pelgrimnummer van Vlaanderen. Maar blz. 143 moet een fout zijn. Dat kan nooit een brief zijn van Jan Boon, mijn vader, ook niet van de Jan Boon ‘Nonkel Jan, allerwaarschijnlijkst van Arthur Boon, voorzitter van N.V. Radio - inderdaad in die tijd, later K.V.R.O. Ik meld het u voor de juistheid van het dossier. In de dossiers van vader steken wel andere dokumenten uit korrespondentie met de Pelgrim.

Herman Boon, Leuven.

De Pelgrim-Beweging (5)

1. Toen ik die brief van ‘Jan Boon’ bekeek (bladz. 143) herkende ik het geschrift van Jan niet meer. Overigens schreef hij zelden; hij typte meestal.

De handtekening is A. Boon - denkelijk Arthur Boon.

Het geschrift van Jan (bladz. 152 onder Alfons Moortgat) gelijkt meer op de handtekening ‘Jan Boon’ op deze bladzijde.

2. Renaat Verheyen - de grootste en beste toneelspeler die wij ooit gekend hebben - is niet gestorven door uitputting, hoewel hij een reuze hard werker was.

3. bladzijde 164: Het Credo-spel op de Heizel te Brussel 1936 o.a. en het H. Bloedspel te Brugge, zijn creaties van Pater Jozef Boon, broer van Jan Boon.

4. bladzijde 163: Y. Selma (Yvonne Dubois) is inderdaad naar Parijs gaan spelen. Ik ontving van haar een telefoontje uit Parijs i.v.m. de jaren arbeid in het Vl.V.T., kwestie van pensioen.

5. ‘Tijl’ te Parijs - maar ‘Tijl’ was maar ‘begeleiding’, een toemaat bij het programma - succes ja, maar vergeet de ware opdracht niet. Op uitnodiging van Firmin Germier, die kloeg over de neergang van het toneel, ging het Vl. Volkstoneel op 21, 22, 23 juni 1927 naar Parijs tijdens het internationaal toneelfestival. Op het programma ‘Lucifer’ van Vondel.

Elk der vijf bedrijven van ‘Lucifer’ werd voortdurend door donderend applaus onderbroken en tijdens de pauze werd de achterscène door het publiek ingenomen, dat decor, lichtinstallatie, de acteurs en de componist Karel Albert van nabij wilde zien.

In de stampvolle zaal bevonden zich o.a. J. Copeau, Henri Gheon, Poë. Darius Milhaud. Honegger, Henri Brochet. Chagall, Picasso, Florent Schmitt, Gaston Batty en berichtgevers uit heel de wereld. Het blad ‘Comedia’ gaf als kop: ‘Les flamands à Paris - Succès fou’. De Parijse criticus Paryane wijdde twee kolommen aan de vertoning, onder de hoofding: ‘Une merveille d'art théatral’. Het

[pagina 260]
[p. 260]

Vlaams Volkstoneel heeft aan Parijs een meesterlijke les gegeven. Toen 's anderendaags, op dezelfde scène, Tijl met zijn galjoen afvoer, een reusachtige leeuwevlag aan de mast, veerde heel de zaal van de ‘Comédie des Champs Elysées’ spontaan recht, met donderend gejuich. De vader van Johan de Meester en zijn moeder hadden veel Hollandse vrienden te Parijs, die allemaal uitgenodigd waren.

On donderdag, 4 juli 129, speelde het Vlaams Volkstheater in het paleis te Laken voor koning Albert en koningin Elisabeth, prins Leopold en prinses Astrid, in aanwezigheid van al wat naam had. Renaat Verheyen in de hoofdrol van de ‘De geschiedenis van de soldaat’ en Johan de Meester verteller. Het werd een koninklijk feest voor Vlaanderen (zo stond het in ‘Ons Leven’, 1956, H. Boon). En zo heb ik het allemaal meegemaakt.

Jammer dat u mij de teksten voor ze in druk gegeven werden, niet hebt laten zien. De tijd doet veel vergeten of verdraaien. Overigens zou ‘Tijl’ nu zoveel bijval niet meer hebben; dat ondervonden wij te Leuven, enkele jaren terug (niet klassiek).

Mevrouw Jan Boon, Buizingen.

De Pelgrim-Beweging (6)

Ik stel er prijs op - ik kan het niet nalaten - de redaktie van ‘Vlaanderen’ te feliciteren voor het ‘Pelgrim-nummer’, evenals voor voor het vroeger verschenen ‘Ernest Claes-nummer’. Trouwens alle nummers zijn bewonderenswaardig!

Ik meen dat een dergelijk tijdschrift getuigt voor de standing - de kulturele standing dan in het bijzonder - van een volk.

Hopende dat ‘Vlaanderen’ gewaardeerd wordt en zal bijdragen tot de groei op alle gebied van de Vlamingen, groeten wij U oprecht bewonderend en beslist hoogachtend, Paul van Morckhoven, Antwerpen.

Actuele nummers

(...) en mag ik tevens mijn gelukwensen aanbieden vooral voor de laatste actuele nummers.

Raoul Chanet, St.-Truiden.

Zoekertjes

Fons Margot, J.B. Brusselmansstraat 17, 1710 Dilbeek zoekt nr. 1 van de jaargang 1955 te kopen (of om te ruilen voor een nummer 73).

Mark Delrue, Guido Gezelleplein 11, 8900 leper, zoekt de volgende nrs. van ‘Vlaanderen’: jg. 1953 (nr. 5); jg. 1955 (nr. 5); jg. 1957 (nr. 4); jg. 1962 (nr. 62); jg. 1964 (nr. 73)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken