Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 19 (1970)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 19
Afbeelding van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 19Toon afbeelding van titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 19

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (19.54 MB)

Scans (709.31 MB)

XML (2.30 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/kunstgeschiedenis
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 19

(1970)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 338]
[p. 338]

Poëtisch bericht

Remi De Cnodder
Kunstschilder Jozef Vinck

 
Rembrandt-prijs
 
 
 
Eén seizoen: vrede.
 
Deze wereld zwijgt,
 
maar voert ons mede;
 
ontroerd, onbedreigd
 
 
 
Voorstad: het banale,
 
is droom en tederheid,
 
van vele kleurverhalen,
 
buiten grens en tijd.
 
 
 
Verzadigd. Ontsloten,
 
het rijke, gave deel:
 
telkens nieuwe loten,
 
van hart en penseel.

Roger Verkarre
Tewaterlating

 
De zwanen laten het gedicht
 
dat ik had willen schrijven
 
te water - woordeloos wit van lijf en
 
van stilte en van evenwicht.

Ludo Wynants

 
Zoals het popje
 
thuis slikt
 
slikt het nergens.
 
 
 
De voorbehoedzaamheid
 
is de moeder
 
van de beddenwinkel.
 
 
 
Stille slapers
 
hebben lieve monden.
 
 
 
Oost West
 
bed best.
 
 
 
De voorzitter
 
zat vooraan.
 
Zo bleef er plaats
 
voor de achterblijvers.
 
 
 
Hij sloot de vergadering
 
met het openen
 
van het volkslied.
 
 
 
Het volk zong
 
uitbundig mee.
 
Behalve de minister
 
die bleef ten achter.

Dirk Desmadryl
Onze namen

 
aan de rand van je vingers
 
ben ik een stervend klavier
 
dat zwijgt en naakt is
 
wanneer het om je speeldrift vraagt
 
 
 
vrouw
 
jij wordt glanzend
 
en spreekt gouden woorden
 
aan ons ontgroeit het kind
 
dat oud en lelijk wordt
 
hetzelfde vuur verkwist als wij
 
hooghartig nog zijn vleugels scherpt
 
aan zijn sprong herken ik onze val
 
 
 
het verdwaalde bloed
 
komt rond zijn bronnen dralen
 
onbeduidbaar in de tijd
 
 
 
nu reeds
 
verstenen onze namen

Ronny Castelein
Levensavond

 
Vandaag nog lijkt het hopeloos
 
de tuinen met je handen om te woelen,
 
maar morgen komt de worm in 't klaverblad
 
en zal je open mond een nieuwe dag ontvouwen
 
met adem broos als glas,
 
zo vloeibaar tenger als wat dauw
 
op deinend zomergras.
 
 
 
Zo roekeloos klimmen de bomen,
 
de vogels zingen naar een doffe zon,
 
zo zeldzaam wordt de climax in je hersens
 
die het licht verbannen doet
 
ver buiten je bevende lenden
 
naar een nacht die 't slotstuk kletteren doet.
 
 
 
Wat zei je daar die avond?
 
Zet toch het venster in de wind,
 
kijk in de vijver naar je spiegelbeeld
 
en vraag de ganzen naar hun dromen.
 
Maar neen, 't is hopeloos verweer:
 
de zomer bracht slechts regen.
 
 
 
Je kijkt me aan en staat te dromen,
 
je huid is geel en dor.
 
Je ziet je handen naar een tafel grijpen.
 
Je ademt en je kreunt decennia.
 
 
 
Je vingers tellen dagen als een open boek.
 
Je beeft wanneer d'ontknoping je ontroert.
 
Eens rustig overwegen nu - een laatste maal -
 
en handen vouwen tot een vroom gebed.
 
En dan? - mijn God waar was ik toch gebleven? -
 
Ik ben zo oud, zo moe.

Guy van Hoof

 
In je verbaasde oog
 
staat mijn geheim weerspiegeld doch
 
de regen deert me niet
 
de slijkweg of het moeilijk ademen;
 
de armoe van mijn handen schrijft de hardheid
[pagina 339]
[p. 339]
 
van mijn taal
 
als ik de morgen met onecht geweld verniel
 
Omdat de tijd hardnekkig aan mij kleeft
 
raak ik de winterse verlatenheid niet kwijt
 
hoe wild of ik ze dreig en uit mijn hoofd wil slaan
 
 
 
Mijn oog tart alle stoflijkheid
 
een huid wordt transparant
 
maar ik blijf richtingloos. De weg
 
verbergt zijn kleur
 
verklaart zich niet

Dirk Christiaens
Grieks gedragen

 
Het etter der dagen
 
Dragen tussen de vingers.
 
Verduldige schubben van
 
Een stenen hagedis
 
 
 
In een hol en gehelmd landschap
 
Vullen vulkanen
 
Gedurende uren urnen
 
Met hun roerloze gloed.

Wim Heimans

 
Er kwam een lange stilte
 
voor de ramen
 
de dag dat ik
 
in gesloopte knekelhuizen
 
mijn mannetjesdieren heb geworgd
 
een jankende meute
 
die nooit rusten kende
 
en met een oude heremiet las ik
 
naderhand de getijden
 
maar boven 't nevelmeer
 
van mijn denken
 
wist ik steeds een helle schim
 
die eens
 
mijn oevers zou bevolken
 
met 1001 dromen
 
nog luister ik
 
naar L.P.'s van de lente
 
een merellied dat swingend
 
langs capricios van de avond dwaalt
 
een hitparade
 
van tere kleuren
 
juichend op de horizon

Fred de Swert
De rust van de duif

 
slaap in mij
 
alsof slapen je van dit ontgroeien verlossen kan
 
leg traag je vingers traagheid
 
om mijn ogen van verbazing
 
beweeg het nauwelijks brandend gebouw
 
dat in de zon speelt
 
en slaap in mij
 
opdat
 
geen herder nog zijn stem verheft
 
opdat gebaren verstarren
 
en spoorslags
 
wij de zee ingaan
 
2
 
een vlucht wilde eenden groeit tussen mijn woorden
 
behaard maar kogelvrij
 
verlaten de grotten van de lente
 
 
 
een antwoord schreit niet meer tussen dode lippen
 
omdat vandaag heel erg vroeg
 
de zon is opgegaan
 
en in de tuin landde een vogel
 
met de dood in het oog
 
een levende halm in de bek...
 
 
 
3
 
ik genees niet meer van deze ziekte
 
angst voor een wezenlijk oponthoud
 
stoeit door de sterren van deze oorlog
 
 
 
weer gaan de ouderlingen langs de straat
 
en in de dieren sterft meer dan één verhaal
 
 
 
ik genees niet meer van bossen en van bloemen
 
van schrikdraad en van pijn
 
 
 
4
 
en ach kijk wij smelten in onze huizen
 
als overjaarse wormen
 
wij kneden de vormen
 
naar een vergeefs beeld van vrede
 
 
 
een droom zindert na in het beschaafde museum
 
waar de zee tegen de ruiten spoelt
 
zich ontlaadt in
 
hoofd en veldslag liefde
 
 
 
een koningskind pleegt onderhuids geboorte
 
na de abortus van de wind
 
geen geld geen liefde om te eten
 
 
 
5
 
aanvaarden uit gewoonte
 
slakken tussen de wervels
 
de buik wakker en grijs
 
als de waker aan de pont
 
 
 
moeder
 
ik heb dit niet gevraagd
 
mijn kwartelnek
 
dit bericht van zijn
 
mijn honderdvijftig pond
 
het water in mijn armen
 
ik ben jouw nachtelijke kreet
 
die je de mensen in het gelaat
 
wilde braken
 
toen men vertelde...
 
 
 
de vrede is nog niet getekend

Walter Cruyssaert
Liefde

 
Je liefde, hermetische vreugde
 
waarin ik bloemen droom om je mond te tooien
 
en de dageraad herken als in een glazen kooi.
 
Je liefde, je eindeloze deugd.
 
 
 
Je liefde, loodbarende duisternis
 
waarin de angst je inplanting in mij verdroogt
 
en ik, steriel, de krachtbron ijl die ik verloor.
 
Je liefde, vergeten vergiffenis.
[pagina 340]
[p. 340]
 
Je liefde, weldadig voedsel
 
waardoor de mensen sterven als ik de wereld splijt
 
en dan de glansmeeuw teel in mijn verdrongen spijt.
 
Je liefde, verdovend broeisel.
 
 
 
Je liefde, zalvende dood
 
waarheen ik sterren plant in mijn eigen sterrenbeeld
 
en het vuur vat in je oog dat me gans omkleedt.
 
Je liefde, scheppende dood.
 
 
 
Je liefde, ontzettend leven
 
waaruit de wortels bruisen in een ontvouwde lichtbel
 
en ik mijn wonden heel in ons heilig samenspel.
 
Je liefde, ontzaglijk verheven.
 
 
 
Je liefde, verminkte droefheid
 
waaruit ik etter puur met uitgerafelde handen
 
en ik de raven groet die mijn lijk in glasbomen lachen.
 
Je liefde, versteende weekheid.
 
 
 
Je liefde, verjaarde olympusdrank
 
waardoor mijn lichaam het lichaam van de zee deelt
 
en ik in je wangen de adem van het woud verneem.
 
Je liefde, stuwende oerbrand.
 
 
 
Je liefde, ontaarde beklemming
 
waardoor ik, na mijn misdaad, je hoofd omprang
 
en we beiden de waarheid zoeken als een levensdrang.
 
Je liefde, ontkende verwenning.
 
 
 
Je liefde, barstensvolle lucht
 
waarin ik nog net de schaduw van ons kind vermoed
 
en met een zonnegulp zijn naam kerf in je trillend gemoed.
 
Je liefde, ontvankelijke vrucht.
 
 
 
Je liefde, denderend licht
 
waarmee ik mijn woorden drijf in het vale van je huid
 
en je kleurloos spreken vertaal in een schilferend geluid.
 
Je liefde, nooit gemaakt gedicht.

Hervé J. Casier
De legende

 
soms over de steppe wandelt een beeld
 
soms op weg wordt het langzaam gekeeld
 
 
 
er is toch rook die tussen psalmen slaat
 
ik geloof: dit is het harde winterzaad
 
 
 
psalmen worden dan sprakeloos legenden
 
weet: zelden kan men zijn adem verzenden
 
 
 
maar eenmaal komt er een wildwitte dag
 
die gedekt achter de koele heuvels lag
 
 
 
dit wist ik - ik wist het met vaste hand
 
zo is mijn beeld over de heuvel beland
 
 
 
waar het nieuwe psalmen schrijft en vertelt
 
waar de zon - de legende - aan de hemel zwelt


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Remi de Cnodder

  • Roger Verkarre

  • Dirk Desmadryl

  • Guy van Hoof

  • Dirk Christiaens

  • Fred de Swert

  • Walther Cruyssaert

  • HervĂ© J. Casier