Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 33 (1984)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 33
Afbeelding van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 33Toon afbeelding van titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 33

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/kunstgeschiedenis
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 33

(1984)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 58]
[p. 58]

Poëtisch Bericht

Samenstelling: Raoul Maria de Puydt, Eugène van Itterbeek, Ignaas Veys

 

C.V.K.V.-leden én abonnees kunnen gedichten ter selectie sturen aan Tijdschrift ‘Vlaanderen’, Redactiesecretariaat, ‘Ter Hoogserleie’, Hondstraat 6, 8880 Tielt.

Bij elke inzending voegt u: adres, post- of bankrekeningnummer en - zo u uw ingezonden gedichten terugwilt - de nodige postzegels.

De gepubliceerde gedichten dingen mee voor de Albert de Longie-poëzieprijs 1984.

Ars poetica

 
Het werkwoord voelen
 
vervoegen
 
een gedachtenreeks
 
kannaliseren tot een dichtregel
 
de stilte proeven tussen
 
de tanden
 
bij het schrijven van het
 
laatste woord van het gedicht.
 
 
 
Ik huiver voor mijn blind
 
geworden dromen.
 
 
 
Ton Luiting

Dode eiken

 
Het is vereenzaamd land
 
met dode eiken
 
- en dode blaren aan de kant -
 
die galgebomen lijken
 
 
 
Er hangt ontrafeld touw
 
als spelobject voor
 
lage winden, de gore wouw
 
kent dat spel wel door en door
 
 
 
Het is vereenzaamd land
 
met dode eiken
 
en dode wezens aan de kant
 
die naar de touwen kijken.
 
 
 
J. Van der Aa

Fantasia on a theme by Thomas Tallis

(Ralph Vaughan-Williams)

 

voor Herman Roelstraete

 
de avond is een phrygisch psalter
 
dat foetisch in de nacht besloten ligt -
 
in metrische barokviolen
 
zindert het mondale licht -
 
 
 
en weer geloof ik dat de nacht - zij is -
 
een droom van warme waasviolen
 
die glanzend uit het ritmisch Leeg herboren
 
herworden tot het welvend licht
 
 
 
Christian-Adolphe Wauters

Lied voor katja

 
Sinds schoonheid schipbreuk leed op jou
 
aarzelen lotuseters op jouw gerijpte stranden:
 
als zestien lentes in jouw wiegende hangmat
 
nu bloeien gaan tot hoge vlucht van vruchten
 
 
 
Je draagt je schoonheid ongeweten
 
als kinderen emmers vol glanzend schelp
 
of zeilen rimpelloos de zomerwind
 
 
 
Scheepgaan in jou krijgt schoonheid lange vaart
 
en strandt die ooit op riffen van de eindigheid
 
dan dekt herinnering
 
aan eens verscheepte vracht
 
het zicht van averij op jouw gelaat
 
en blijft de onvermoeide tong
 
in banen van verbazing tollen
 
 
 
Jij Salzburg in oog en oor gegoten
 
 
 
Joost Vanbrussel

Nog een laatste teken

 
Nu zoek ik niet
 
in strengheid van strofen
 
langs vloeiende ritmen
 
naar rustpunten rijm.
 
Want niets gaat nog boven
 
de bedding van begrepen zijn.
 
 
 
De kwelling die me nogmaals rijt
 
is niet het water veel te wijd,
 
maar déze oever vol holten vergeten
 
en pijnwiggen angstig weten.
 
 
 
Morgen zal ik verscheiden
 
mijn uitgediend lichaam aanzien
 
nog dankbaar omdat het ons beiden
 
tot taal heeft gediend.
 
 
 
Ik zal u horen
 
besloten in eigen oever
 
wenen in woorden onvoldoende
 
en droever
 
dan ooit tevoren,
 
 
 
en heb mijn stem niet meer, mijn lichaam niet
 
voor nog een laatste teken,
 
geen aanvreting van nog verdriet.
 
 
 
Albert De Vos

Tussen hemel en aarde

 
met geen ander dak
 
boven mijn hoofd
 
dan de regenboog
 
sta ik bloot
 
aan regen
 
en wind
 
en 't schamel goed
 
dat ik bij dag heb vergaard
 
wordt mij bij nacht
 
weer ontvreemd
 
 
 
maar als de regen
 
hoog zijn boog
 
vol kleuren spant
 
en ik tussen hemel
 
en aarde wandel
 
 
 
lach ik luid
 
de tussen muur en dak
 
gekluisterde lieden
 
uit
 
 
 
Germain Droogenbroodt

Let's go to rio. yep.

 
I
 
 
 
weggelokt want week
 
geluk is niet meer weggelegd, of lijkt.
 
in het verloop van ik naar ik.
 
 
 
bedrog is wat bedrukt.
 
en ruggelings rukt
 
aan banden van betrokkenheid.
 
 
 
en het verhaal verzandt. verweert.
 
van hand en overhand.
 
en handhaaft roof en tocht.
 
 
 
en ten einde. de tijd heeft een lijf.
 
tijdelijk van ijzer, deels van ijs.
 
brekend desondanks. in het brokstuk mens.
 
splinter uit het breukvlak.
 
nooit meer splintervrij.
 
en geveinsd als vogels.
 
 
 
Gust Faes
[pagina 59]
[p. 59]

Blijdschap der liefde

voor Suzanna, mijn vrouw.

 
'k Ben van uw liefde gans doordrongen,
 
'k ben van uw liefde gans omringd;
 
ik voel een blijdschap ongedwongen,
 
alsof in mij een merel zingt.
 
 
 
't Is mij een deugd, mij jong te weten
 
en warm te drijven naar uw mond;
 
waar elke pijn ik kan vergeten,
 
waar ik zo vaak de liefde vond.
 
 
 
Want gij zijt hemel, gij zijt aarde,
 
gij zijt de redding in mijn nood;
 
gij draagt het hart dat ik aanvaardde,
 
beminnen zal tot in de dood.
 
 
 
Ghislain Laureys

Weet zij nog

 
De winterslaap van olmen,
 
een zacht vergrijp van voeten
 
in vroege sneeuw,
 
het paard in schaduwgras aan hoge bomen
 
en het branden van de beuken in de dreven.
 
Wat is er van dit stoeien haar gebleven:
 
 
 
Een wild bederf van voorjaarsbloemen,
 
de linden in het licht
 
onaangeroerd.
 
Kan zij van kruiden
 
nog de namen noemen?
 
Haar denken in vergetelheid ontvoerd.
 
 
 
Weet zij
 
de hete hoogmoed van de zomer,
 
zijn bliksem driftig en brutaal
 
in slaafse onderwerping aan de regen.
 
En van de kalveren het speels bewegen.
 
weet zij nog?
 
 
 
Maria Sesselle

Farao

 
Lang voor mijn dood reeds
 
kon ik mij
 
in momenten van twijfel terugtrekken
 
in de tombe waarin ik later rusten zou:
 
een weinig graflucht proeven,
 
de bodem van de sarcofaag
 
met vaste hand betasten
 
(de ogen van de werkers
 
waren op mij gericht)
 
 
 
In de loop der jaren werden de muren gladder
 
de schilderingen steeds complexer -
 
een wereld in het klein
 
die weldra de mijne zou worden
 
 
 
Zo had ik het steeds geleerd
 
Ikzelf maakte me geen illusies meer
 
 
 
Luc Hanegreefs

Liefde

 
Er zit niet altijd een heuse adder.
 
Soms is het echt te dor, dat gras.
 
En evenmin valt onder elke ladder
 
De cliché geworden plas.
 
 
 
Soms is het leven echt nog te genieten.
 
Pilsjes zonder kater in een borrelend glas.
 
Zelfs geen mens die 't leven kan verdrieten
 
Want aan de kapstok hangt jouw jas.
 
 
 
Want naast het bed staan jouw schoenen.
 
Je nylon kousen dromen dwars over de zit
 
En weten niet hoe lippen lippen zoenen.
 
 
 
Want naast het bed ligt jouw gebit.
 
Zal het zich ooit met 't mijne nog ver-zoenen?
 
Is er nog heil voor het gebroken wit?
 
 
 
Marius-Walter


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Ton Luiting

  • Christian-Adolphe Wauters

  • Germain Droogenbroodt

  • Gust Faes

  • Albert De Vos

  • Ghislain Laureys

  • Maria Sesselle

  • Marius Walter

  • Luc Hanegreefs

  • Joost Vanbrussel