Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 34 (1985)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 34
Afbeelding van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 34Toon afbeelding van titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 34

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/kunstgeschiedenis
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 34

(1985)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 40]
[p. 40]

Poëtisch Bericht
Samenstelling: Elfriede Hendrix, Dries Janssen, Maurice Trippas, Flor van Vinckenroye

C.V.K.V.-leden én abonnees kunnen gedichten ter selectie sturen aan Tijdschrift ‘Vlaanderen’, Redactiesecretariaat, ‘Ter Hoogserleie’, Hondstraat 6, 8880 Tielt.

Bij elke inzending voegt u: adres, post- of bankrekeningnummer en - zo u uw ingezonden gedichten terugwilt - de nodige postzegels.

ovale zwanen

 
Armen als ovale zwanen
 
in blanke paringsdans.
 
De ranke polsen klapwieken, stijgen.
 
Haar vingers: een voortdurend neigen
 
naar niets dan rust:
 
 
 
Zij die de koortsen van haar lichaam kust
 
als strakke halster om de wilde manen.
 
Haar hoofd beschrijft sierlijke banen,
 
haar mond nooit moe,
 
de lippen bijna spreken.
 
 
 
Zo ligt zij voor mij neergestreken
 
en daagt mij uit.
 
 
 
Maria Sesselle

tussen

 
tussen mij en de aarde
 
leven nog middelpuntvliedende woorden
 
 
 
ondanks wetten van zwaartekracht
 
blijf ik geruisloos zweven
 
blijk ik
 
met vluchtende
 
vluchtige woorden
 
zweven
 
tussen wolken en aarde
 
 
 
Denijs Van Killegem


illustratie
Pierre Hendrix, Vóór het onweder, Bornhem.


laat me spoorloos

 
laat me spoorloos
 
zonder woorden
 
verdwijnen in de nacht
 
voorbij het afscheid
 
wit en koud zoals dit blad
 
 
 
haal me echter na de derde dag terug
 
in de warmte der omarming
 
ik heb je niet verloochend
 
laat me blijven dan
 
en spreken
 
woorden zacht als zand
 
na het rijzen van het water
 
 
 
ik besef:
 
ook dit is leven
 
voorbij het vuur
 
voorbij het wonder
 
in het grensland halverwege
 
verloren
 
in de bossen van mijn droom
 
 
 
Gust Faes

mirakel

 
hij roerde zijn speeksel
 
in een handvol droge aarde,
 
wreef het mengsel over
 
twee doffe ogen
 
 
 
en zoals het cement
 
steen met steen verbindt,
 
zo bracht hij terug bijeen
 
wat lang niet kon:
 
 
 
mens
 
en verstotene, herschapen tot
 
weer soortgenoot
 
voor de blinde
 
ging toen een wereld open,
 
al zag hij gras en boom en lucht
 
 
 
steeds niet
 
 
 
Bart Veulemans

saint-junien

 
ik zat alleen op het terras van
 
‘Hôtel Blanc’
 
in de benedenstad
 
 
 
de pijnbomen dronken de hitte
 
het schrale bier zerpte in mijn nieren
 
vergeten verdriet rispte op
 
ik wachtte op de blauwe trein
 
 
 
ik hoorde je naam tussen de bomen
 
van Vieux-Moulin
 
ik zag je wezen in de zonnebloemen
 
van Saint-Matthieu
 
ik rook je lijf in de purperen
 
geur van thijm
 
...maar je grijpen kon ik niet
 
ik wachtte op de blauwe trein
 
 
 
toen kwam de blauwe trein
 
hij zong:
 
Brantôme, Nontron, Xaintraille
 
hij lachte me uit
 
 
 
jij was er niet
 
ik zat alleen op het terras van
 
‘Hôtel Blanc’
 
in de benedenstad
 
 
 
Jaak Ressens


illustratie
Jan Rougé, Ploeger, olie, 110 × 100 cm.


[pagina 41]
[p. 41]

provence

 
De morgen ligt nog in droom gewikkeld
 
gewaden van licht en lavendelgeur
 
alomtegenwoordige trillende krekels
 
brengen beweging in de dag.
 
 
 
Rustig en traag zijn de heerlijke uren
 
niemand vertaalt hier de angstige haast
 
die ons achtervolgde en die ongemerkt
 
en zonder droefheid is zoekgeraakt.
 
 
 
De zon onuitputtelijk en onweerstaanbaar
 
gul als de mond van de ene geliefde
 
wijd als zijn armen om in te begraven
 
wat deze vrede verhinderd had.
 
 
 
Nu zijn de woorden helend als honig
 
glad als de keien in de rivier.
 
Een doornige tak haalt de hemel open
 
nog is het paradijs niet hier.
 
 
 
Christina Guirlande

moeder

 
Ik heb te lang
 
in de palm van je hand geleefd
 
te lang heb ik geslapen
 
in je warme schoot
 
mijn dorst gelest
 
aan je geparfumeerde zweet
 
 
 
als ik me lostrek
 
vraag dan niet
 
waarom ik je verlaat
 
er is geen reden voor
 
want ik verdwijn gewoon
 
en zal voor jou
 
nog slechts herinnering zijn...
 
 
 
Toon Krabbels

alfa (romeo en julia)

 
Dromen in een donkerblauwe limousine
 
van kus-klare donkerrode lippen
 
verborgen achter fijne witte handschoenen.
 
Schoenen
 
met naaldhakken, donkerblauw gelakt
 
en donkerroodgelakte nagels, krassend
 
in de fijne witleren binnenbekleding.
 
 
 
Dromend in de vangrails gereden,
 
krassen op de donkerblauwe limousine.
 
 
 
Johan Heselmans

lichtmis

 
Hij had zijn jeugd en haar geweld
 
Het zwijgen opgelegd,
 
Zijn groot verlangen naar het Licht
 
Had hij de Heer gezegd.
 
 
 
Hij had zijn mannenjaren aan
 
De tempeldienst gewijd,
 
In eindeloze nachten had
 
Zijn ziel om 't Licht geschreid.
 
 
 
Zijn herfst vlocht zilver door zijn haar,
 
Sneed groeven om zijn mond;
 
Hoé had hij naar het Licht verlangd,
 
Het Licht, dat God niet zond!
 
 
 
Nu teerde hem zijn winter uit,
 
Zijn hart woog zwaar als lood;
 
Ach, dat hij 't Licht aanschouwen mocht
 
Eér 't leven hem ontvlood!
 
 
 
Toen kwam die man, die jonge vrouw
 
En 't wichtje in haar arm;
 
En - God zij lof! - het oude hart
 
Van Simeon werd warm.
 
 
 
Zijn tranende ogen glansden op
 
In gloed van zuiver goud.
 
‘Heer, doof die ogen nu maar uit,
 
Ze hébben 't Licht aanschouwd!’
 
 
 
Tine van Rompuy-Janssens


illustratie
Gaston de Meyer, Idylle, aquarel, 50 × 40 cm.


voorjaar 2

 
je nergens thuis voelen en spontaan het hoofd onder
 
je arm achter je schaduw hollen door spiegels stilte
 
naar een nieuwe
 
dimensie die rimpelloos tekent je vertekend beeld
 
 
 
een frambozenstruik met midden
 
een ijle holte twee roze vruchten van rimpelende handen
 
 
 
René Coomans


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Elfriede Hendrix

  • Maurice Trippas

  • F. van Vinckenroye

  • Maria Sesselle

  • Denijs van Killegem

  • Gust Faes

  • Christina Guirlande

  • Tine Van Rompuy-Janssens

  • RenĂ© Coomans

  • Bart Veulemans

  • Jaak Ressens

  • Toon Krabbels

  • Johan Heselmans